ECLI:NL:RBNNE:2019:3608
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsverlening op basis van onjuiste verklaring over gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar bijstandsverlening, die was gebaseerd op de veronderstelling dat zij samen met haar partner een gezamenlijke huishouding voerde. De gemeente had vastgesteld dat de partner van eiseres in de betrokken periode op een ander adres verbleef, wat de verklaring van eiseres onjuist maakte. De rechtbank oordeelde dat de gemeente ten onrechte had afgegaan op de verklaringen van eiseres en dat er onvoldoende bewijs was voor de gezamenlijke huishouding. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde de bijstandsverlening met terugwerkende kracht tot 11 september 2017. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.024,00.
De rechtbank stelde vast dat de gemeente in twee stappen op het bezwaar had beslist en dat de heroverweging pas was voltooid met het besluit van 23 juli 2018. De rechtbank concludeerde dat de verklaring van eiseres over haar relatie met haar partner niet klopte, omdat deze in strijd was met de waarnemingen van de gemeente. De rechtbank benadrukte dat de gemeente niet alleen op de verklaring van eiseres had moeten afgaan, maar ook andere bewijsstukken had moeten verzamelen, zoals getuigenverklaringen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.