In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 september 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich op zes verschillende dagen schuldig heeft gemaakt aan bedrijfsinbraken in Leeuwarden. De verdachte, geregistreerd als veelpleger met een hoog recidiverisico, heeft flessen drank weggenomen uit een horecagelegenheid die toebehoorden aan de benadeelde partij. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarbij rekening is gehouden met zijn eerdere veroordelingen en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de feiten heeft bekend en dat er voldoende bewijs is voor de bewezenverklaring van de diefstallen. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte onder bewind staat en niet zelfstandig kan procederen. De rechtbank heeft wel een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 300,00 voor de materiële schade die de benadeelde partij heeft geleden. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling afgewezen, omdat onduidelijk was of de proeftijd nog liep op het moment van de bewezenverklaarde feiten.