ECLI:NL:RBNNE:2019:4279
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2016 met betrekking tot giftenaftrek
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2016, opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst. De aanslag, gedateerd op 2 juni 2018, was gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.682. Daarnaast was er een belastingrente van € 76 in rekening gebracht. Eiser had in zijn aangifte een giftenaftrek van € 14.896 opgevoerd, maar de inspecteur heeft deze aftrek geweigerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in de uitspraak op bezwaar van 17 januari 2019.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2019 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij niet betwistte dat de inspecteur de wet- en regelgeving correct had toegepast. Eiser voerde echter aan dat de wet- en regelgeving onrechtvaardig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet binnen haar bevoegdheid ligt om de rechtvaardigheid van de wet te beoordelen, zoals vastgelegd in artikel 11 van de Wet algemene bepalingen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aanslag correct was opgelegd en dat er geen zelfstandige gronden waren tegen de belastingrente.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2019, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.