ECLI:NL:RBNNE:2019:4457

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 juli 2019
Publicatiedatum
30 oktober 2019
Zaaknummer
18/039773-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van minderjarige via sociale media met seksuele intenties

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 19 juli 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 49-jarige verdachte die zich op Instagram voordeed als een 15-jarige jongen. De verdachte gebruikte foto's van zijn eigen zoon om het vertrouwen te winnen van een negenjarig meisje, het slachtoffer. Hij heeft haar ertoe bewogen seksueel getinte foto's en video's van zichzelf te maken en naar hem te sturen. De verdachte heeft ook foto's en video's van zijn eigen geslachtsdeel naar het slachtoffer gestuurd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. De benadeelde partij, de moeder van het slachtoffer, heeft een schadevergoeding van € 2.500,00 gevorderd voor immateriële schade, welke door de rechtbank werd toegewezen. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en legde de verdachte een gevangenisstraf van 15 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren en bijzondere voorwaarden, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, en dat de verdachte eerder was veroordeeld voor een zedendelict.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/039773-19
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 juli 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 juli 2019.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E.R. Jepkema.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017, in elk geval in of omstreeks de maand mei 2017, te Heerenveen, in elk geval in de gemeente Heerenveen en/of te Emmen, in elk geval in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen één of meer ontuchtige handelingen te plegen en/of van verdachte te dulden, en bestaande dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding hierin dat verdachte via Instagram, althans een telefonische internetverbinding,
- zich heeft voor gedaan als een persoon met de naam " [naam 1] " en/of " [naam 2] " en/of (zodoende) als een persoon die kennelijk de leeftijd had van (ongeveer) 15 jaar, in elk geval een jeugdige (minderjarige) leeftijd had, in elk geval als een persoon die aanzienlijk jonger is dan verdachte en/of
- foto's met die [slachtoffer] heeft gedeeld/uitgewisseld waarop een persoon is te zien met een jeugdige leeftijd (te weten van verdachtes zoon [naam 3] ) en/of
- via chatgesprekken (over onder meer paarden en/of honden) het vertrouwen van die [slachtoffer] heeft gewonnen en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat ze een mooie meid was en mooie borsten had en/of
- opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een psychisch overwicht welke verdachte, (mede) gelet op verdachtes leeftijd en/of geestelijke ontwikkeling en/of de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer] , op die [slachtoffer] had, immers heeft verdachte via de website en/of (mobile) app van Instagram, in elk geval via een telefonische internetverbinding die [slachtoffer] opzettelijk bewogen de navolgende ontuchtige handelingen te verrichten en via een camera vast te leggen in de vorm van (een) foto- en/of filmbestand(en) en/of (vervolgens) via die website en/of (mobile) app van Instagram, in elk geval via een telefonische internetverbinding met verdachte te delen/uit te wisselen, te weten:
- het tonen en/of aanraken (met één of meer vinger(s)) van de ontblote vagina van die [slachtoffer] door die [slachtoffer] en/of
- het inbrengen van een potlood/stift/pen, althans een (geel) staafje/voorwerp, in de ontblote vagina van die [slachtoffer] , door die [slachtoffer] en/of
- het aanraken van die ontblote vagina van die [slachtoffer] met een potlood/stift/pen, althans een (geel) staafje/voorwerp, door die [slachtoffer] en/of de navolgende ontuchtige handelingen van verdachte te dulden, te weten:
- het tonen van verdachtes (stijve) penis en/of het zogenoemd aftrekken van verdachtes (stijve) penis aan die [slachtoffer] ,
immers heeft verdachte die voornoemde ontuchtige handelingen verdachte via een camera vastgelegd in de vorm van (een) foto- en/of filmbestand(en) en/of (vervolgens) via die website en/of (mobile) app van Instagram, in elk geval via een telefonische internetverbinding, met die [slachtoffer] gedeeld/uitgewisseld;
feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017, in elk geval in of
omstreeks de maand mei 2017, te Heerenveen, in elk geval in de gemeente Heerenveen en/of te Emmen, in elk geval in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, verdachte via Instagram, althans een telefonische internetverbinding, één of meer afbeeldingen, te weten foto- en/of videobestand(en), bevattende één of meer afbeelding(en) waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond aan een minderjarige(n), te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat die voornoemde persoon jonger was/waren dan zestien jaar, immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal, in voornoemde periode aan die persoon één of meer foto- en/of filmbestand(en) geappt/verzonden, in elk geval verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond, waarop verdachtes (stijve) penis en/of het zogenoemd aftrekken van verdachtes (stijve) penis zichtbaar was;
feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017, in elk geval in of omstreeks de maand mei 2017, te Heerenveen, in elk geval in de gemeente Heerenveen en/of te Emmen, in elk geval in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens een viertal, althans meerdere, afbeeldingen, te weten foto- en/of filmbestand(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of doen vervaardigen en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
een video met bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
(Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:45:52 (UTC+2))
Omschrijving beelden:
Op de beelden is het slachtoffer [slachtoffer] te zien. Zij lijkt te liggen en draagt een zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje. De blote vagina is de zien en het slachtoffer betast haar vagina middels een geel staafje gelijkend op en ter grootte van een potlood, pen of stift. Het slachtoffer brengt het gele voorwerp tussen haar schaamlippen
en/of
het (met de/een vinger(s)) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten
een video met de bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
(Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:44:46 (UTC+2))
Omschrijving beelden:
In beeld staat de tekst: ‘Je lul zo dicht bij’. Op de bewegende beelden is de buitenkant van de vagina te zien, gefilmd van tussen de benen (onderaf). Daarboven is het zwart/wit of donkerblauw/wit gestreepte jurkje te zien. Aan het einde van de video is een vinger te zien die de vagina aanraakt c.q. binnen gaat
en/of
een video met de bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
(Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:44:10 (UTC+2))
Omschrijving beelden:
Op de beelden is een zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje te zien en een blote vagina. Het beeld is ingezoomd op de vagina een vinger betast een schaamlip van de vagina
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, te weten
een video met de bestandsnaam:
[bestandsnaam]
(Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:43:26 (UTC+2))
Omschrijving beelden: Slachtoffer [slachtoffer] staat in beeld en zegt in de camera: “I love you, ik wil echt (woord onverstaanbaar) snelle seks met jou”. Bij de woorden “I love you” maakt het slachtoffer gebaren naar de camera waarmee ze de woorden ‘I love you’ uitdrukt. Het slachtoffer draagt hierbij een zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje met een rits aan de voorzijde op de borst
en/of
een video met de bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 18:32:34 (UTC+2)
Omschrijving beelden:
Dit betrof een beschadigde video, delen van het beeld waren voorzien van gekleurde strepen. Wat wel te zien was, was het volgende: Zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje voorzien van een rits aan de voorzijde van de borst. Een getint meisje met dreads in haar haar had haar blote benen wijd en bewoog haar vermoedelijk rechterhand op en neer ter hoogte van haar kruis. De camera is gericht op de vagina van het meisje De vagina is niet te zien vanwege de beschadigde beelden.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1, 2 en 3.
Standpunt van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij het slachtoffer via Instagram heeft verleid tot het plegen van ontucht, dat hij van die ontucht foto’s en mogelijk ook videobestanden heeft ontvangen en dat hij het slachtoffer foto’s heeft gestuurd waarop zijn stijve penis is te zien.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven, waarbij ieder bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts is gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft:
1. De door verdachte ter zitting van 5 juli 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb via Instagram contact gehad met [slachtoffer] . Ik deed dat via mijn Instagram-account [naam 2] . Ik plaatste foto’s van mijn zoon (de rechtbank begrijpt: [naam 3] , geboren op [geboortedatum] 1997) op dit account. Ik wilde mij zo jonger voordoen dan ik werkelijk was. Ik wist dat [slachtoffer] nog geen 16 was. Ik wist dat wat ik deed niet door de beugel kon. Ik wilde foto’s scoren. Het klopt dat ik [slachtoffer] heb verleid tot het plegen van ontuchtige handelingen en daarvan foto’s en mogelijk ook videobestanden heb ontvangen en dat ik foto’s naar haar heb verstuurd waarop mijn stijve penis te zien is.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 januari 2018, opgenomen op pagina 55 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland, team Fryslân met nummer 2017138808-EIND d.d. 22 februari 2018, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik heb seksueel getinte foto’s en video’s van [slachtoffer] ontvangen. Ik heb één of twee video’s naar [slachtoffer] verstuurd. Ik denk dat mijn pik hierop te zien is.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 12 juni 2017, opgenomen op pagina 117 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij] :
Op 12 mei 2017 had mijn kind, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, op Instagram contact met [naam 2] . Op 13 mei 2017 begonnen ze met elkaar te praten. Hij vertelde dat hij 16 was. Ze had aangegeven dat ze veel jonger was. Op 28 mei 2017 heb ik haar telefoon gepakt. Toen heb ik Instagram geopend. Ik zag dat hij naar haar geslachtsdeel vroeg. Ik heb [slachtoffer] er meteen naar gevraagd. Ze zei dat hij een foto van zijn piemel gestuurd had. Ze gaf toe dat ze zelf ook foto’s van haar plasser had gestuurd. Ze vertelde dat ze ook nog een video gemaakt had. Dat was een video van boven naar beneden, terwijl ze naakt was. Ze zei dat hij het maar bleef vragen en dat ze het toen maar gedaan had. Uiteindelijk moest ze een foto maken van een potlood in haar plasser. Ook zag ik dat er in het gesprek iets gezegd werd als: “Stuur me meer foto's en video's met de pyjama omhoog”.
4. Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 30 mei 2017, opgenomen op pagina 11 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verbalisant] :
Op 30 mei 2017 werd onder [slachtoffer] een telefoon van het merk Huawei, type Cun-L21, met goednummer PL0100-2017138808-879537 in beslag genomen voor digitaal onderzoek.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal relaas d.d. 22 februari 2018, opgenomen op pagina 3 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant] :
Op 16 augustus 2017 is onderzoek gedaan naar de veiliggestelde data van de inbeslaggenomen Huawei Cun-L21 (de rechtbank begrijpt: de onder [slachtoffer] in beslag genomen telefoon met goednummer PL0100-2017138808-879537). Uit het onderzoek kwam naar voren dat er op de telefoon van het slachtoffer video’s stonden van een, vermoedelijk volwassen, manspersoon waarbij het geslachtsdeel zichtbaar was en video’s van het slachtoffer waarbij zij seksuele handelingen bij zichzelf verrichtte.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoon slachtoffer d.d. 17 augustus 2017, opgenomen op pagina 126 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant] :
Op 16 augustus 2017 werd door mij de veiliggestelde data van de inbeslaggenomen telefoon van het slachtoffer [slachtoffer] nader bekeken (de rechtbank begrijpt: de onder [slachtoffer] in beslag genomen Huawei Cun-L21 met goednummer PL0100-2017138808-879537). Op de telefoon zag ik onder meer de volgende video’s staan:
Video 2a. 1
Bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 18:32:34 (UTC+2)
Omschrijving beelden:
Dit betrof een beschadigde video, delen van het beeld waren voorzien van gekleurde strepen. Wat wel te zien was, was het volgende:
Zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje voorzien van een rits aan de voorzijde van de borst. Een getint meisje met dreads in haar haar had haar blote benen wijd en bewoog haar vermoedelijk rechterhand op en neer ter hoogte van haar kruis. De camera is gericht op de vagina van het meisje. De vagina is niet te zien vanwege de beschadigde beelden.
Video 2a. 3
Bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:44:46 (UTC+2)
Omschrijving beelden:
In beeld staat de tekst: ‘Je lul zo dicht bij’. Op de bewegende beelden is de buitenkant van de vagina te zien, gefilmd van tussen de benen (onderaf). Daarboven is het zwart/wit of donkerblauw/wit gestreepte jurkje te zien. Aan het einde van de video is een vinger te zien die de vagina aanraakt c.q. binnen gaat.
Video 2b. 1
Bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:45:52 (UTC+2)
Omschrijving beelden:
Op de beelden is het slachtoffer [slachtoffer] te zien. Zij lijkt te liggen en draagt een zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje. De blote vagina is de zien en het slachtoffer betast haar vagina middels een geel staafje gelijkend op en ter grootte van een potlood, pen of stift. Het slachtoffer brengt het gele voorwerp tussen haar schaamlippen.
Video 2b. 2
Bestandsnaam: [bestandsnaam] .mp4
Gemaakt op: zondag 28 mei 2017 te 19:44:10 (UTC+2)
Omschrijving beelden:
Op de beelden is een zwart/wit of donkerblauw/wit gestreept jurkje te zien en een blote vagina. Het beeld is ingezoomd op de vagina een vinger betast een schaamlip van de vagina.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
feit 1:
hij in de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017, in Nederland, door misleiding, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en van verdachte te dulden, en bestaande die misleiding hierin dat verdachte via Instagram,
- zich heeft voor gedaan als een persoon met de naam [naam 2] die de leeftijd had van ongeveer 15 jaar en
- foto's met die [slachtoffer] heeft gedeeld waarop een persoon is te zien met een jeugdige leeftijd te weten van verdachtes zoon [naam 3] ,
immers heeft verdachte via Instagram, die [slachtoffer] opzettelijk bewogen de navolgende ontuchtige handelingen te verrichten en via een camera vast te leggen en via Instagram met verdachte te delen, te weten
- het tonen en aanraken met een vinger van de ontblote vagina van die [slachtoffer] , door die [slachtoffer] en
- het inbrengen van een geel potlood in de ontblote vagina van die [slachtoffer] , door die [slachtoffer] en
- het aanraken van die ontblote vagina van die [slachtoffer] met een geel potlood, door die [slachtoffer] en de navolgende ontuchtige handelingen van verdachte te dulden, te weten
- het tonen van verdachtes (stijve) penis aan die [slachtoffer] , immers heeft verdachte die voornoemde ontuchtige handeling via een camera vastgelegd en vervolgens via Instagram met die [slachtoffer] gedeeld;
feit 2:
hij in de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017, in Nederland, meermalen, via Instagram, foto- en videobestanden, bevattende afbeeldingen waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, terwijl hij wist dat die voornoemde persoon jonger was dan zestien jaar, immers heeft verdachte in voornoemde periode aan die persoon foto- en filmbestanden verzonden, waarop verdachtes (stijve) penis zichtbaar was;
feit 3:
hij in de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017, in Nederland, een viertal afbeeldingen, te weten filmbestanden van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft doen vervaardigen, verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het met een vinger betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
- het gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding en op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose van deze persoon en de uitsnede van de film nadrukkelijk de geslachtsdelen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. door misleiding een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren
nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
2. een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden
de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet dat deze
jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd;
3. een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, doen vervaardigen, verwerven en in bezit hebben door middel van een geautomatiseerd werk en communicatiedienst, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren, waaraan verbonden de bijzondere voorwaarden – kort gezegd – meldplicht bij de reclassering, diagnostiek, ambulante behandeling en controle op gegevensdragers.
Standpunt van de verdachte
De verdachte heeft de rechtbank verzocht om hem, bij een bewezenverklaring van de feiten, geen gevangenisstraf op te leggen. Daartoe heeft verdachte aangevoerd dat een gevangenisstraf zeer nadelige gevolgen zal hebben voor zijn werk, woonsituatie en gezin.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van VNN d.d. 26 april 2019, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en hetgeen de verdachte naar voren heeft gebracht.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen:
Verdachte, destijds 49 jaar, heeft zich in de periode van 12 mei 2017 tot en met 28 mei 2017 op Instagram voorgedaan als een persoon van om en nabij de 15 jaar, waarbij hij gebruik maakte van foto’s van zijn eigen zoon. Verdachte heeft in de voornoemde periode contact gelegd met de destijds negenjarige [slachtoffer] en heeft haar ertoe bewogen om seksueel getinte foto’s en video’s van zichzelf te maken en naar verdachte te sturen. Op verzoek van verdachte heeft het minderjarige slachtoffer onder meer een potlood tussen haar schaamlippen gebracht en haar vagina betast. Voorts werd zij geconfronteerd met foto’s en video’s van verdachte waarop zijn (stijve) penis zichtbaar was. Deze afbeeldingen stuurde verdachte het slachtoffer toe.
Verdachte heeft met zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer] . Het is een feit van algemene bekendheid dat feiten als de onderhavige doorgaans een grote impact hebben op het slachtoffer en haar directe omgeving. Verdachte heeft op volstrekt onaanvaardbare wijze de seksuele ontwikkeling van [slachtoffer] doorkruist. De impact die het handelen van verdachte op [slachtoffer] en haar omgeving heeft gehad blijkt in deze zaak ook met zoveel woorden uit de slachtofferverklaring van [benadeelde partij] , de moeder van [slachtoffer] . Verdachte heeft geen rekening gehouden met de voornoemde gevolgen en heeft zich enkel laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften. Gevraagd naar de gevolgen van zijn handelen wijst verdachte in de eerste plaats op de ontwrichting die de opsporing en strafvervolging van de bewezenverklaarde feiten in zijn leven veroorzaakt heeft. Verdachte heeft er ter terechtzitting slechts in beperkte mate blijk van gegeven zich bewust te zijn van het kwalijke karakter van zijn handelen en de weerslag die dat heeft gehad – en thans nog heeft – op het slachtoffer en haar ouders.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een zedendelict, namelijk ter zake van, kort gezegd, schennis van de eerbaarheid in 2008. Deze eerdere veroordeling heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan een zedendelict.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat voor de onderhavige feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur aangewezen is.
Daarnaast acht de rechtbank oplegging van een forse voorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk. Uit het reclasseringsadvies en het verhandelde ter terechtzitting blijkt van aanwijzingen voor persoonlijkheidsproblematiek, al dan niet gerelateerd aan het delictgedrag. Verdachte zegt zelf dat hij een ‘seksverslaving’ heeft. Met de reclassering ziet de rechtbank echter aanwijzingen voor een gebrekkige impulsregulatie en gebrekkige zelfbeheersing. Verdachte ontkent een seksuele voorkeur voor meisjes jonger dan 16 jaar te hebben, maar het onderhavige feit biedt een duidelijke aanwijzing voor het tegendeel. De rechtbank acht het daarom noodzakelijk dat de problematiek van verdachte in kaart wordt gebracht en dat verdachte daarvoor behandeld wordt en zal hem daartoe verplichten in het kader van een bijzondere voorwaarde die is gekoppeld aan het voorwaardelijk strafdeel.
Alles overziend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal de rechtbank de hierna te noemen bijzondere voorwaarden verbinden. De rechtbank acht het geïndiceerd dat gedurende een langere periode controle wordt gehouden op het gedrag van verdachte. Immers, verdachte is reeds eerder veroordeeld voor een zedendelict en bij verdachte is mogelijk sprake van problematiek die verband houdt met het delictgedrag. Daarnaast geeft de inhoud van het politiedossier en het verhandelde ter terechtzitting blijk van aanwijzingen dat verdachte vaker in contact treedt met minderjarigen via het internet. De rechtbank houdt er dan ook ernstig rekening mee dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, te weten verleiding van minderjarigen tot ontucht en het doen vervaardigen van kinderpornografie. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel daarom een proeftijd van 5 jaren verbinden.

Benadeelde partij

[benadeelde partij] heeft zich namens [slachtoffer] als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tot schadevergoeding van [slachtoffer] wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De verdachte heeft aangevoerd dat hij bereid is om de kosten van eventuele toekomstige behandelingen van de benadeelde partij te vergoeden.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is door het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op het recht op eerbiediging van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partij. De aard en de ernst van de normschending en de relevante nadelige gevolgen voor de benadeelde liggen naar het oordeel van de rechtbank zo voor de hand dat een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’, zoals bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek kan worden aangenomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij de gestelde immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde. De vordering zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 mei 2017.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 63, 240a, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 5 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij de reclassering van VNN op het adres Overcingellaan 19 te 9401 LA Assen en zich aldaar blijft melden zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
2. dat de veroordeelde zijn medewerking verleent aan verdiepingsdiagnostiek bij AFPN Assen, althans een soortgelijke door de reclassering te bepalen zorginstelling, op tijden en plaatsen door of namens die zorginstelling aan te geven, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de huisregels van die zorginstelling en aan de aanwijzingen die hem in het kader van die diagnostiek door of namens de zorginstelling worden gegeven;
3. dat de veroordeelde zich na de onder 2 genoemde verdiepingsdiagnostiek, mits geïndiceerd, onder behandeling stelt van een door de reclassering te bepalen zorginstelling, op tijden en plaatsen door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn problematiek, gedurende de resterende proeftijd, of zoveel korter als de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de huisregels van die zorginstelling en aan de aanwijzingen die hem in het kader van zijn behandeling door of namens de zorginstelling worden gegeven;
4. dat de veroordeelde, ten behoeve van de naleving van zedenwetgeving, in het bijzonder
de artikelen 240a, 240b, 248a van het Wetboek van Strafrecht, zijn medewerking verleent aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers door de reclassering of door de reclassering aangewezen politiemedewerkers, op tijden en plaatsen door de reclassering aan te geven, waarbij de veroordeelde zijn digitale gegevensdragers ter beschikking stelt dan wel overhandigt aan de reclassering of de door de reclassering aangewezen politiemedewerkers en hen de toegang verleent tot die gegevensdragers en de daarop aanwezige bestanden.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.500,00(zegge: vijfentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2017.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] te betalen een bedrag van € 2.500,00 (zegge: vijfentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2017, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 35 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 2.500,00 aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.G. Wijnands, voorzitter, mr. G.C. Koelman en mr. W.S. Sikkema, rechters, bijgestaan door mr. W.D. de Boer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 juli 2019.
Mr. W.S. Sikkema en mr. W.D. de Boer zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.