ECLI:NL:RBNNE:2019:4750

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
C/19/126744 / HA RK 19-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap door een notaris

In deze zaak verzoekt notaris mr. Jan Johannes Veldkamp om benoeming tot vereffenaar in de nalatenschap van een erflater die geen testament heeft opgemaakt. De rechtbank Noord-Nederland behandelt het verzoek op 12 november 2019. De erflater heeft zes kinderen als erfgenamen, maar geen van hen heeft de nalatenschap aanvaard of verworpen. Mr. Veldkamp heeft werkzaamheden verricht in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap, maar is geen schuldeiser van de nalatenschap zelf, enkel van een van de erfgenamen. De rechtbank oordeelt dat de enkele omstandigheid dat hij schuldeiser is van een erfgenaam niet voldoende is om hem als belanghebbende te beschouwen in de zin van artikel 4:204, eerste lid, onder a, BW. De kosten die hij heeft gemaakt voorafgaand aan de benoeming zijn geen vereffeningskosten en kunnen niet op de nalatenschap worden verhaald. De rechtbank verklaart mr. Veldkamp niet-ontvankelijk in zijn verzoek, wat betekent dat hij niet als vereffenaar kan worden benoemd. De erfgenamen moeten gezamenlijk de afwikkeling van de nalatenschap verzorgen, en als de nalatenschap onbeheerd blijft, kan het openbaar ministerie een verzoek indienen voor benoeming van een vereffenaar.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rekestnummer: C/19/126744 / HA RK 19-24
Beschikking van 12 november 2019
op het verzoek van:
mr. Jan Johannes Veldkamp,
notaris gevestigd in de gemeente Borger-Odoorn,
advocaat: mr. O.M.M. Philips te Haren,
inzake de nalatenschap van:
[erflater](hierna te noemen: erflater),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, overleden in de gemeente [gemeente] op [datum] 2018, ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner, laatst wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] .

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit :
- het verzoekschrift met producties, ingekomen ter griffie op 2 mei 2019;
- de brief van 8 mei 2019 van de rechtbank aan mr. Philips met het verzoek om een nadere toelichting te geven op het verzoek;
- de brief van mr. Philips, ingekomen ter griffie op 12 juli 2019, waarin hij een nadere toelichting geeft op het verzoek;
- de brief van 23 augustus 2019 van de rechtbank aan mr. Philips met het verzoek om toe te lichten welk zelfstandig belang mr. Veldkamp heeft om hem tot vereffenaar te benoemen;
- de brief van mr. Philips, ingekomen ter griffie op 12 juli 2019, waarin hij een toelichting geeft op voornoemd verzoek;
- de brief van [erfgenaam 1] waarin ze aangeeft geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van een vereffenaar.
1.2.
De griffier heeft de erfgenamen [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] , [erfgenaam 3] , [erfgenaam 4] , [erfgenaam 5] en [erfgenaam 6] ieder bij brief van 13 september 2019 gevraagd of zij binnen twee weken willen laten weten of ze wensen te worden gehoord op het verzoekschrift. De griffier heeft daarbij meegedeeld dat als dat niet het geval is, ze niet hoeven te reageren en dat dan op basis van de stukken een beslissing wordt genomen. De erfgenamen hebben afgezien van het recht te worden gehoord. Mr. Veldkamp heeft te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling.

2.2. De feiten

2.1
Erflater heeft geen testament opgemaakt. Zijn zes kinderen zijn zijn erfgenamen. Geen van de erfgenamen heeft een verklaring ter griffie van de rechtbank afgelegd van aanvaarding of verwerping van de nalatenschap.
2.2
ZEKER Financiële Zorgverlening, gevestigd te Almere, bewindvoerder van één van de erfgenamen van erflater, heeft mr. Veldkamp verzocht de nalatenschap voor haar af te wikkelen.

3.Het verzoek

3.1
Mr. Veldkamp verzoekt op grond van artikel 4:204, eerste lid, onder a, BW om in de nalatenschap van erflater als vereffenaar te worden benoemd. Hij stelt daartoe, samengevat weergegeven, dat de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen haar geheel of gedeeltelijk onbeheerd laten. Hij stelt dat hij als bewaarder van het dossier en als schuldeiser er belang bij heeft om een vereffenaar te laten benoemen. Desgevraagd heeft mr. Veldkamp toegelicht dat hij als notaris in opdracht van één van de erfgenamen diverse werkzaamheden heeft verricht in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap, welke werkzaamheden vooralsnog onbetaald zijn gelaten. Hij merkt daarbij op dat als geen vereffenaar wordt benoemd, het niet tot afwikkeling van de nalatenschap zal komen.

4.De beoordeling

4.1
De in art. 4:206 BW genoemde personen, voor zover bekend, zijn gehoord althans behoorlijk opgeroepen.
4.2
In artikel 4:204, eerste lid aanhef en onder a, BW is bepaald, voor zover hier van belang, dat de rechtbank als een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie een vereffenaar kan benoemen wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten.
4.3
De vraag is of mr. Veldkamp een belanghebbende is als bedoeld in voormeld artikel en daarom dit verzoek kan doen. De enkele omstandigheid dat hij werkzaamheden heeft verricht ter afwikkeling van de nalatenschap, maakt hem nog geen belanghebbende. Mr. Veldkamp is geen schuldeiser van de nalatenschap. Hij heeft geen werkzaamheden bij leven en in opdracht van erflater verricht die onbetaald zijn gebleven. Wel is hij schuldeiser van één van de erfgenamen. De werkzaamheden die hij heeft hij verricht, zijn in opdracht gedaan van deze erfgenaam. Doordat de werkzaamheden niet zijn betaald door deze erfgenaam, is hij schuldeiser van de erfgenaam. Als schuldeiser van een erfgenaam
kanhij een belang hebben bij benoeming van een vereffenaar op voet van artikel 4:204, eerste lid, onder a, BW. Dit blijkt uit de literatuur (o.a. Asser/Perrick 6b, nr. 457) en is - voor wat betreft een verzoek als bedoeld in artikel 4:203, eerste lid, aanhef en onder b, BW - ook in de rechtspraak bevestigd (beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 8 juli 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:2951). De enkele omstandigheid dat mr. Veldkamp schuldeiser is van een erfgenaam, maakt hem echter nog geen belanghebbende bij benoeming van een vereffenaar. Hiervoor is meer nodig, zoals een (ernstige) schending van zijn belangen (vgl. artikel 4:204, eerste lid, onder c, BW). Hiervan is niet gebleken. Anders dan wellicht uit de beschikking van de rechtbank van 8 juli 2019 kan worden afgeleid, kan benoeming tot vereffenaar er ook niet toe leiden dat mr. Veldkamp alsnog betaald wordt voor de al door hem uitgevoerde werkzaamheden. De kosten die een beoogd vereffenaar heeft gemaakt voorafgaand aan de formele benoeming tot vereffenaar zijn – in beginsel – geen vereffeningskosten en kunnen niet worden verhaald op de nalatenschap. Dat er na vereffening en verdeling van de nalatenschap voldoende geld is bij de erfgenaam om hem alsnog te betalen, is verder niet aannemelijk. Mr. Veldkamp heeft zelf verklaard dat de vereffeningskosten waarschijnlijk het saldo van de bankrekening van erflater zal overtreffen.
4.4.
De conclusie is dat mr. Veldkamp geen belanghebbende is en daarom niet-ontvankelijk is in het verzoek. Hij kan daarom niet als vereffenaar worden benoemd. De afwikkeling van de nalatenschap zal door de erfgenamen gezamenlijk moeten worden gedaan. Voor zover voor een erfgenaam een beschermingsbewind is ingesteld, ligt deze taak bij de bewindvoerder. Als de nalatenschap dan nog onbeheerd blijft, kan het openbaar ministerie een verzoek indienen om een vereffenaar te benoemen.
4.5.
[erfgenaam 1] heeft aangegeven niets meer met deze kwestie te maken willen hebben. De kantonrechter wijst haar er op dat zij de nalatenschap kan verwerpen. Daarvoor moet ze een verklaring afleggen bij de griffie van de rechtbank in Assen. Meer informatie hierover is te vinden op www.rechtspraak.nl.

5.De beslissing

De rechtbank:
verklaart mr. Veldkamp niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Schothorst en in het openbaar uitgesproken op
12 november 2019.
conc.: 784 / av