Uitspraak
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, overleden in de gemeente [gemeente] op [datum] 2018, ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner, laatst wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] .
1.De procedure
2.2. De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
kanhij een belang hebben bij benoeming van een vereffenaar op voet van artikel 4:204, eerste lid, onder a, BW. Dit blijkt uit de literatuur (o.a. Asser/Perrick 6b, nr. 457) en is - voor wat betreft een verzoek als bedoeld in artikel 4:203, eerste lid, aanhef en onder b, BW - ook in de rechtspraak bevestigd (beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 8 juli 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:2951). De enkele omstandigheid dat mr. Veldkamp schuldeiser is van een erfgenaam, maakt hem echter nog geen belanghebbende bij benoeming van een vereffenaar. Hiervoor is meer nodig, zoals een (ernstige) schending van zijn belangen (vgl. artikel 4:204, eerste lid, onder c, BW). Hiervan is niet gebleken. Anders dan wellicht uit de beschikking van de rechtbank van 8 juli 2019 kan worden afgeleid, kan benoeming tot vereffenaar er ook niet toe leiden dat mr. Veldkamp alsnog betaald wordt voor de al door hem uitgevoerde werkzaamheden. De kosten die een beoogd vereffenaar heeft gemaakt voorafgaand aan de formele benoeming tot vereffenaar zijn – in beginsel – geen vereffeningskosten en kunnen niet worden verhaald op de nalatenschap. Dat er na vereffening en verdeling van de nalatenschap voldoende geld is bij de erfgenaam om hem alsnog te betalen, is verder niet aannemelijk. Mr. Veldkamp heeft zelf verklaard dat de vereffeningskosten waarschijnlijk het saldo van de bankrekening van erflater zal overtreffen.