Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1 primair, het medeplegen van een poging tot doodslag op [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ). De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat verdachte blijkens zijn handelen (het slaan met een boksbeugel op het hoofd en steken met een mes in de buik) voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer 1] had.
Er was sprake was van medeplegen samen met de opa van verdachte, [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en een kennis van verdachte, [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), omdat zij een bijdrage aan het feit hebben geleverd door samen met verdachte naar [slachtoffer 1] op zoek te gaan, door [slachtoffer 1] vast te houden en hem te slaan.
De officier van justitie heeft voorts veroordeling gevorderd voor de onder 2 ten laste gelegde beschadiging van de auto van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) en de onder 3 ten laste gelegde diefstal van een jas van [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ).
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 4. Zij heeft daartoe aangevoerd dat niet met overtuiging kan worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van de laptop.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot doodslag en de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft zowel bij de politie als op zitting verklaard dat hij gericht op de benen van [slachtoffer 1] heeft gestoken. Hij wilde [slachtoffer 1] enkel pijn doen en had geen opzet op zijn dood. Deze verklaring past bij het letsel van [slachtoffer 1] (verschillende steekwonden in de benen) en bij [slachtoffer 1] positie (liggend op de bijrijdersstoel van de auto met zijn benen naar buiten). Verdachte was in de gelegenheid om in [slachtoffer 1] benen te steken en het is aannemelijk dat het wondje op de buik van [slachtoffer 1] onbedoeld is veroorzaakt doordat [slachtoffer 1] veel bewoog. Uit het steken in de benen van [slachtoffer 1] en het slaan met een boksbeugel kan geen opzet op de dood worden afgeleid.
De WhatsApp-berichten van verdachte waarin verdachte zegt dat [slachtoffer 1] dood moet/gaat, dienen buiten beschouwing te worden gelaten, nu dit gelet op de context moet worden gezien als grootspraak.
De subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging kan niet bewezen worden, nu het opzet niet was gericht op het verstoren van de openbare orde.
De meer subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling kan bewezen worden, met dien verstande dat geen sprake was van medeplegen, omdat onvoldoende kan worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 2] hem hebben geholpen het geweld mogelijk te maken. Alleen al gelet op de beperkte ruimte - zowel in de deuropening van de (kleine) auto als tussen de auto en de ernaast geparkeerde auto - is dit niet aannemelijk.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 2 ten laste gelegde beschadiging van de auto van [slachtoffer 2] , nu onvoldoende duidelijk is of de schade aan de auto is veroorzaakt door verdachte.
Ten aanzien van de onder 3 ten laste gelegde diefstal van de jas van [slachtoffer 3] dient vrijspraak te volgen, nu verdachte dit feit ontkent en er geen direct bewijs is dat hij de jas gestolen heeft.
De onder 4 ten laste gelegde diefstal van een laptop (al dan niet gepleegd in vereniging) uit een woning kan niet bewezen worden nu er geen wettig bewijs voor dit feit is. Uit de verklaringen van getuige [slachtoffer 5] en verdachte blijkt dat verdachte niet in de woning was op het moment dat de laptop werd gestolen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring ten aanzien van
feit 1 primair en feit 2redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 14 november 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 3 januari 2019 in Hoogezand heb ik [slachtoffer 1] geslagen met een boksbeugel en meermalen gestoken met een mes.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 januari 2019, opgenomen op pagina 59 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019003663 d.d. 30 juni 2019, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
We werden klemgereden door een grijze Volkswagen. Ik zag dat [verdachte] naar onze auto kwam lopen. Ik zag dat [verdachte] de deur open trok. Ik zat nog in de stoel. Ik zag dat hij mij met een boksbeugel tegen mijn oog sloeg. Het was een zilverkleurige boksbeugel. Ik zag de ringen om de vingers. Het was van metaal. Ik voelde pijn toen ik werd geslagen. Toen werd ik door twee volwassenen klem gehouden. Dit waren de opa en oom van [verdachte] .
V: Hoe moeten wij dit voor ons zien. Want je zit nog in de auto?
A: Die twee volwassenen waren in de auto gebogen om mij vast te kunnen houden. Ze zaten zelf niet in de auto. Dit gebeurde via mijn kant, de bijrijdersportier.
V: Waar stond de opa?
A: Die stond aan de kant van de motorkap. De opa stond aan mijn linkerkant, de oom aan de rechterkant en [verdachte] in het midden. De oom stond echt voorovergebogen.
V: Waar houden de opa en oom van [verdachte] jou vast?
A: Bij mijn armen. Ik zag dat [verdachte] mij wilde steken in mijn buik. [verdachte] heeft een mes vast. Ik werd vastgehouden en ik zag dat [verdachte] op mijn buik richtte. Ik zag dat hij met het mes naar voren stak richting mijn buik. Hij had het mes onderhands vast. Ik kon de steek afweren met mijn rechterhand. Ik heb een afweerwond op mijn rechterhand. Op mijn buik heb ik een klein wondje. Ik droeg een T-shirt, trui en jas.
V: Had [verdachte] tijd om echt te richten op je buik?
A: Dat denk ik niet. Ik was namelijk in paniek en bewoog mijn hele lichaam. Mijn benen, armen.
V: Dan weer je het mes af. Wat gebeurt er dan?
A: Ik trapte hem om hem af te weren. Toen begon hij mij roekeloos te steken in mijn been. Ik werd twee keer in mijn linkerbeen gestoken en een keer in mijn rechterbeen. Ook is er gesneden in mijn linkervoet.
3. Een schriftelijk bescheid, te weten medische informatie d.d. 4 januari 2019, opgenomen op pagina 73 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
1. Welk(e) letsels( s) dan wel afwijking(en) - zowel in- als uitwendig - heeft de behandelaar bij betrokkene geconstateerd (aard, omvang en lokalisatie)?
- aangezicht: oppervlakkige laceratie rechts, geen verdenking fractuur
- multipele oppervlakkige steekverwondingen: - bovenbeen links mediaal 3 cm
- knieholte links mediaal 3 cm
- lateraal bovenbeen rechts 3 cm
- lateraal pink rechts 1 cm
4. Is er kans op restverschijnselen nu of op langere termijn?
Littekens, verder restloos herstel te verwachten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 januari 2019, opgenomen op pagina 55 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Vandaag 3 januari 2019 heb ik [slachtoffer 1] opgehaald met mijn auto. Ik parkeerde mijn auto in een parkeervak bij winkelcentrum De Hoge Meeren in Hogezand. Ik wilde achteruit rijden om de auto beter neer te zetten. Vervolgens zag ik dat er een grote personenauto achter mijn auto ging staan op ongeveer 10 cm van mijn bumper. Ik kon daarom geen kant op. Ik zag daarna dat het portier van [slachtoffer 1] met kracht werd opengetrokken en ik hoorde [slachtoffer 1] roepen: "Dat is die [verdachte] , dat is die [verdachte] ." Ik zag dat een jongen vol op [slachtoffer 1] begon in te slaan. Ik zag dat de jongen een boksbeugel in zijn rechterhand had en met kracht daarna [slachtoffer 1] meerdere keren in zijn gezicht en op zijn lichaam sloeg. Ik zag dat [slachtoffer 1] zich probeerde te verdedigen door de jongen proberen van zich af te schoppen. Ik zag dat de jongen met kracht bleef door slaan op [slachtoffer 1] en hem meerdere keren raakte in zijn gezicht en op zijn lichaam. Ik hoorde [slachtoffer 1] daarbij roepen van: "aahg aahg". Ik hoorde hem ook roepen: "niet met een boksbeugel". Op een gegeven moment kon [slachtoffer 1] het portier dichttrekken en ik zag en hoorde dat die jongen met kracht tegen het rechterportier schopte van mijn auto. Ik zag vervolgens dat deze jongen het portier van [slachtoffer 1] weer opentrok.
Ik hoorde opeens [slachtoffer 1] schreeuwen: "Ik word gestoken, help me [slachtoffer 2] ." Ik zag toen in de hand van [verdachte] een mes. Hij had deze in zijn linkerhand want had in zijn rechterhand de boksbeugel.
Ik heb schade aan mijn auto en er zit een deuk in het rechterportier. [verdachte] heeft opzettelijk mijn auto vernield door er tegenaan te schoppen. Ook is het interieur van mijn auto vernield als gevolg van het bloed van [slachtoffer 1] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 3 januari 2019, opgenomen op pagina 52 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Vandaag, 3 januari 2019, stond ik met mijn auto geparkeerd in een parkeervak bij het winkelcentrum Goorecht-Oost. Toen de auto naast mij iets achteruit reed, zag ik dat er vanuit de richting van het fietspad een auto aan kwam rijden en een hoge snelheid had en direct achter de auto naast mij stopte. Deze auto reed dus die andere als het ware klem. Ik zag vervolgens iemand uit deze auto springen vanaf de bijrijderszijde en direct naar die auto rennen die net een stukje achteruit was gereden. Ik zag dat deze persoon de bijrijdersportier openrukte en direct op deze passagier in begon te slaan en te schoppen. Hij hield niet op en bleef doorgaan. Ik heb in elk geval gehoord dat hij riep van "Ik vermoord je".
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 4 januari 2019, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik ben boos geworden en heb de deur opengedaan aan [slachtoffer 1] kant en ik heb hem eerst gewoon geslagen op het lichaam en daarna heb ik hem geslagen met een boksbeugel.
Ik had een mes in mijn zak en met dat mes heb ik hem in zijn been geraakt, drie keer.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 15 januari 2019, opgenomen op pagina 130 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Ik heb een filmpje waarop te zien is dat jij tegen een auto trapt?
A: Toen hij de deur dicht deed. Toen trapte ik er tegenaan zodat hij wist dat hij niet meer met mij moest ouwehoeren.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2019, opgenomen op pagina 151 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Onderzoek in de telefoon van [verdachte] .
WhatsApp-gesprekken tussen [verdachte] en een vriend, vermoedelijk [naam 1] :
[naam 1] (op 1 januari 2019): Ik wil niet in jullie ruzie komen he.
[naam 1] : Ben je op je zelf bro. Geen gekke dingen doen
[verdachte] : Hun gaan niet leven geloof me
WhatsApp-gesprekken tussen [verdachte] en [naam 2] :
[verdachte] (op 1 januari 2019): Jo [slachtoffer 1] gaat dood
[naam 2] : Hzo? Hzo dan kill
[verdachte] : ik zeg wel in echt [naam 3] gaar ook zien.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van
feit 3redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 8 mei 2019, opgenomen op pagina 401 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij] , afgelegd op 2 december 2018:
De jas van mijn minderjarige zoon [slachtoffer 3] is gisteren tussen 13:15 en 14:45 uur ontvreemd uit de afgesloten kleedkamer bij de [voetbalclub] . De kleedkamer is tijdens de wedstrijd op slot geweest. In de rust heeft mijn zoon zijn jas nog gezien in zijn tas. Toen hij na de wedstrijd had gedoucht, merkte hij dat de jas er niet meer in zat. De tassen van alle medespelers zijn nagezocht uit het team [team] . Eén speler is vroegtijdig (na de rust) vertrokken. Deze tas is niet gecontroleerd. Deze speler heeft een soortgelijke jas.
De kleedkamer werd tegen 13.40 gedeeld met een team van dezelfde club. Ook de tassen van deze spelers zijn gecontroleerd. Het betreft een Parajumpers Jack zwart (black 541) uni maat S (last minute man jacket).
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 20 mei 2019, opgenomen op pagina 422 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Op zaterdag 1 december 2018 tussen 13:15 uur en 14:45 uur is er een jas gestolen uit de afgesloten kleedkamer van [voetbalclub] . In de rust was de kleedkamer open en heeft [slachtoffer 3] , zijn jas nog in zijn tas gezien. Na de wedstrijd zat de jas niet meer in de tas. Jij was in de rust in de kleedkamer en bent daar alleen achtergebleven. Leg dat eens uit?
A: Ik was niet alleen achtergebleven. Ik was daar met [naam 4] . Ik heb gekeken of [naam 4] de kleedkamerdeur op slot had gedaan en daar was met mij ook een nieuwe jongen [naam 5] .
V: Iedereen die de wedstrijd had meegespeeld was nog in de kleedkamer aanwezig en alle tassen zijn toen onderzocht en de jas werd niet aangetroffen. Jij bent echter na de rust vertrokken en niet gecontroleerd. Wat kun jij daarover verklaren?
A: Ik had wel een tas bij mij maar die was ik kwijt die lag bij de fietsen.
V: Enkele dagen later heb jij dezelfde jas als de gestolen jas van [slachtoffer 3] .
A: Niet enkele dagen later. Ik heb de jas sinds 4 september 2018.
V: Het betreft een Parajumper jas van 380 euro.
A: Ik had hem in de aanbieding gekocht. Ik heb geld gekregen van opa en ik heb die jas gekocht op 4 september 2018 bij [bedrijf] . Ik heb iets minder dan 300 euro voor de jas betaald.
V: Hoe heb jij deze jas betaald?
A: Ik had de jas contant betaald. Ik had alleen niet geld genoeg bij mij en om die reden heb ik voordat ik de jas had gekocht een geldbedrag gepind van 200 euro. Ik heb een geschreven bon van [bedrijf] . De originele bon is weggeraakt en ik ben weer naar [bedrijf] gegaan. Ik heb de pinbon laten zien. Ik heb uitgelegd dat ik een Parajumper jas had gekocht bij [bedrijf] en dat die jas was gestolen en of ik een nieuwe handgeschreven bon kon krijgen. Die bon heb ik gekregen van [bedrijf] . Die bon heb ik bij mij.
3. Een schriftelijk bescheid, opgenomen op pagina 429 van voornoemd dossier, te weten een handgeschreven bon van [bedrijf] , voor zover inhoudend:
4-9-2018 Parajumpers Last Minute Man, zwart, pro forma bon geschreven voor [verdachte] .
4. De door verdachte ter zitting van 14 november 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik ging op 1 december 2018 in de rust van de wedstrijd niet weg. Ik was geblesseerd. Ik heb me omgekleed, ik heb mijn tas meegenomen en ik ben de wedstrijd vanaf de zijlijn verder gaan kijken.
Mijn Parajumpersjas was maat S.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van relaas d.d. 30 juni 2019, opgenomen op pagina's 35-39 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
[slachtoffer 3] had alle originele bonnen en labels nog van de Parajumpers jas, die hij bij [bedrijf] had gekocht. De jas die [verdachte] aanhad bij zijn aanhouding, komt hier qua maat, kleur en soort mee overeen.
Op 27 mei 2019 bevond ik, verbalisant, mij in de kledingwinkel [bedrijf] aan de Grote Markt te Groningen. Ik heb daar gesproken met de bedrijfsleider [getuige 2] . Hij was de persoon die de bon had uitgeschreven voor [verdachte] . Hij vertelde mij dat hij het voorval nog wel kon herinneren. Er kwam een man aan de balie die hem vroeg om een bon uit te schrijven omdat zijn jas, een Parajumpers jas, was gestolen. De man had niet meer de originele bon. De man had een bon nodig voor de verzekering. Kon die man dan aantonen dat hij die jas bij [bedrijf] had gekocht? Nee dat kon de man niet. Op 30 juni was ik nogmaals bij [bedrijf] . Er was door [bedrijf] onderzoek gedaan in de administratie van 4 september 2018 en het bleek dat er op 4 september 2018 een (1) Parajumpers jas was verkocht die dag te weten Parajumpers Marine Uni in de maat L en er was afgerekend door een pin transactie.