ECLI:NL:RBNNE:2019:5188

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
16 december 2019
Zaaknummer
6776213 / CV EXPL 18-2497
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen inzake geschil over geschiktheid van paard voor berijden

In deze zaak heeft de kantonrechter op 26 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, een commanditaire vennootschap, en twee gedaagden over de geschiktheid van een paard, genaamd Despacito, voor berijden. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. V.T.E. Kuijpers, stelde dat het paard niet voldeed aan de verwachtingen die zij op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. S.A. Wensing, betwistten deze claim en stelden dat het paard wel degelijk geschikt was om bereden te worden.

De kantonrechter oordeelde dat de eiseres niet geslaagd was in het leveren van het opgedragen bewijs. De verklaring van de eiseres als partijgetuige had, volgens artikel 164 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, slechts beperkte bewijskracht. De kantonrechter concludeerde dat de door de eiseres overgelegde USB-stick met filmopnames en haar eigen getuigenverklaring onvoldoende waren om te bewijzen dat het paard niet meer bereden kon worden. De verklaringen van getuigen aan de zijde van de gedaagden gaven aan dat het paard tot aan de aflevering gewoon kon worden bereden.

De kantonrechter wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden werden begroot op € 1.400,- aan salaris van de gemachtigde en € 300,- aan kosten voor de getuigen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak-/rolnummer: 6776213/CV EXPL 18-2497

Vonnis van de kantonrechter van 26 november 2019

inzake

[eiser]

wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
hierna [eiser] te noemen,
gemachtigde mr. V.T.E. Kuijpers, advocaat te Capelle aan den IJssel,
tegen
1. de commanditaire vennootschap [gedaagde sub 1],
gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
hierna gezamenlijk [gedaagden] (in vrouwelijk enkelvoud) te noemen,
gemachtigde mr. S.A. Wensing, advocaat te Coevorden.

PROCESGANG

Ter uitvoering van het tussenvonnis van 4 juni 2019 heeft [eiser] een USB-stick ter griffie van de rechtbank gedeponeerd en heeft op 3 september 2019 een contra-enquête aan de zijde van [gedaagden] plaatsgevonden.
Beide partijen hebben nadien bij akte van 17 september 2019 respectievelijk 8 oktober 2019 laten weten af te zien van een conclusie na enquête.
Vervolgens is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. De kantonrechter verwijst naar en neemt over hetgeen in de tussenvonnissen van 8 januari 2019 en 4 juni 2019 is overwogen, tenzij daarvan hierna nadrukkelijk wordt afgeweken.
2. In het tussenvonnis van 8 januari 2019 is [eiser] opgedragen te bewijzen dat:

Despacito niet geschikt is om bereden te worden.

3. [eiser] heeft in het kader van deze bewijsopdracht zichzelf als getuige laten horen en heeft een USB-stick overgelegd met daarop verschillende filmbestanden.
4. [eiser] heeft als partijgetuige - voor zover van belang - het volgende verklaard:
“Het gaat steeds slechter met Despacito. Hij is 23 februari 2019 gevallen, daar heb ik ook een filmpje van en hij kan door die val helemaal niet meer bereden worden.
Despacito is vanaf het begin al zwak. Dat kunt u ook zien aan het filmpje dat ik u zo wil laten zien van de keer dat ik voor het eerst met hem in de bak rijd bij de wederpartij. Er was toen meteen al geen balans. Ik heb dat ook gezegd tegen de dame die mij begeleidde. Zij gaf aan dat het jongigheid was. Ik heb het paard toch gekocht omdat hij was goedgekeurd. Je kunt het aan zijn benen ook niet zien, het probleem zit in de hals. Hij loopt onregelmatig. Het paard is op 2 augustus naar mij gebracht en de eerste week heb ik niets met hem gedaan. In de 2e week had ik les en zei de trainster steeds tegen mij dat ik het paard recht moest houden. Toen liep hij dus ook onregelmatig. In de 3e week ging hij echt heel onregelmatig lopen. Hij liep ook heel kreupel en daarna heb ik hem niet meer bereden. Je kunt er wel op, maar je kunt het paard niet berijden. De dierenartsen raden mij ook aan om niet op het paard te rijden. Nadat het paard een half jaar heeft stilgestaan heb ik er nog een keer op proberen te rijden, maar dat ging echt niet. Ik had het zadel erop gedaan, maar hij liep meteen onregelmatig. Hij had zo weinig balans en met een ruiter erop is dat voor het paard nog lastiger. Hij is op pijnstilling gezet, heeft andere medicatie gehad, maar niets hielp. Na die ene keer heb ik niet meer op Despacito gereden. Een paard kan natuurlijk niet de hele dag op stal staan, dus per dag gaat hij een halfuurtje aan de longeercirkel en daarna een half uurtje in de stapmolen. Ik durf ook geen stap meer te zetten met hem. Het is een heel ander paard dan ik heb gekocht. Ik kan daar niet op rijden, zoals ik me dat had voorgesteld. Nadat het paard is gevallen, wordt er niet meer met hem getraind. Daarvoor wel, toen werd er grondwerk met hem gedaan. Dat deed de staleigenaar mevrouw [naam staleigenaar] . Fysiotherapie daar ben ik mee gestopt, dat had voor Despacito geen zin meer. In Utrecht hadden ze ook al aangegeven dat het geen rijpaard meer zou worden, hooguit een paard om voor de kar te spannen. Despacito staat vanaf het moment dat ik hem heb in dezelfde stal. (...) Despacito is zeven weken meegetraind, nadat hij bij mij is gebracht. Het ging dan om grondwerk, dat betekent dat er naast hem werd gelopen en dat er niet iemand op opzat. Hij liep dus aan een dubbele longeerlijn. Medicatie die Despacito krijgt is voorgeschreven door Delta. Het gaat om pijnstilling, vitamine E en medicatie voor zijn hartruis. Die hartruis was bij de medische keuring niet opgemerkt. Ik laat u een aantal filmpjes zien. De eerste is van 12 juli. Op dat filmpje is te zien dat het paard voor wel op de hoefslag loopt, maar achter niet. Daar loopt hij onregelmatig. Met name het linker achterbeen loopt naar buiten. Tweede filmpje is van 23 februari 2019.. Dit is het filmpje waarop hij valt. Je kunt zien dat terwijl hij voor naar rechts loopt, de achterbenen rechtdoor lopen. Derde filmpje is van eind augustus 2017. Ik loop daarop met hem in de bak. Te zien is dat hij niet in balans loopt. Ik heb nog veel meer filmpjes waarop te zien is dat het paard onregelmatig loopt.”
5. Tegenover deze getuigenverklaring staan de verklaringen die de vier getuigen in contra-enquête hebben afgelegd. Daarvan acht de kantonrechter met name de volgende drie verklaringen van belang.
Getuige [getuige A] verklaart - voor zover van belang
-het volgende:
“(...) Tijdens het bezoek van mevrouw [eiser] aan ons was ik aanwezig. Ik heb mij niet met de onderhandelingen bemoeid maar tijdens de koffie die we gezamenlijk dronken heb ik wel iets gezegd. (...) Er is vervolgens afgesproken dat het paard klinisch en röntgenologisch gekeurd zou worden en dat wij de rapporten zouden doorsturen naar haar dierenarts. Volgens mij was er op dat moment al een prijs afgesproken en als haar dierenarts akkoord zou zijn, dan was het paard verkocht. De keuringen die zijn op verzoek van mevrouw [eiser] gedaan. Dit is ook wel gebruikelijk als je in het dure segment een paard koopt. Ik heb zelf nooit op het paard gereden, maar het was een goed paard. (…) Het paard heeft bij ons nimmer gebreken vertoond en is geen dag ziek geweest. (…) Het was een goed paard en je kon het paard berijden. (…) Bij het afleveren was ook de eigenaresse van de manege aanwezig. Mevrouw [eiser] begon meteen over het feit dat ze een nieuw zadel wilde laten maken voor het paard. De eigenaresse gaf toen aan dat ze daarmee zou moeten wachten omdat het om een jong paard ging. Dat ze er mee zou gaan trainen dat het paard nog zou gaan veranderen, ik heb dat zelf ook meerdere malen aangegeven, dat het om een jong paard ging en dat je de training langzaam moet opbouwen.(…)Er zijn twee onderzoeken uitgevoerd. Een klinische keuring en er is röntgenologisch onderzoek gedaan. Het gaat daarbij om een compleet onderzoek waarbij het hele skelet is onderzocht. Dat is ook normaal. Standaard worden er zo’n 18 foto’s gemaakt waarbij ieder onderdeel van het paard wordt bekeken.”
Daarnaast is getuige [getuige B] gehoord. Zij heeft in essentie het volgende verklaard:

(....) Ik blijf bij de schriftelijke verklaring die ik heb opgesteld. Die verklaring heb ik op verzoek van de familie [gedaagde sub 2] opgesteld. Ik weet niet helemaal precies meer wat er in staat, maar ik heb wel naar waarheid verklaard. Ik ken mevrouw [eiser] . Ik heb het paard op verzoek van familie [gedaagde sub 2] voorgereden toen zij het kwamen bekijken. Dat doe ik wel vaker. Het is een Spaans paard en ik vond het meteen een fijn paard. Hij was op zich nog te jong voor wedstrijden, maar was daar wel geschikt voor. Voor de verkoop heb ik ongeveer twee maanden op het paard gereden, dat was ongeveer om de dag. Zo’n jong paard moet je niet iedere dag trainen. Er is me aan het paard nooit iets afwijkends opgevallen. Het klopt dat mevrouw [eiser] het paard heeft nagereden, zij was tevreden. Aan haar rijgedrag viel mij op dat ze na de derde gang onrustig op het paard zat en dat het paard rustig bleef. Aan het einde van de rit stapten zij anders dan gebruikelijk van het paard af. (…) Het paard is na die dag nog bij de familie [gedaagde sub 2] in training gebleven omdat mevrouw [eiser] op vakantie ging. Ik heb het paard toen ook nog bereden en er is mij niets opgevallen.
Op de vraag van de heer Wensing antwoord ik als volgt: U vraagt mij of het paard geschikt is om bereden te worden. Absoluut, het was een kandidaat om wedstrijden mee te rijden, maar daarvoor was hij nog te jong.
Op de vraag van de heer Kuipers antwoordtik als volgt: U vraagt mij of ik twee maanden op het paard heb gereden. Ja dat klopt, zo’n drie à vier weken voordat mevrouw [eiser] langskwam en nog een maand terwijl ze met vakantie was. Het kan zijn dat ik het paard eerder voorgereden heb voor andere klanten, maar ik weet dat eerlijk gezegd niet meer.”
Getuige [getuige C] verklaart - onder meer -het volgende:
“Ik ken het paard waarover het geschil gaat niet, ik weet alleen dat het om een Andalusisch paard gaat. Ik werk al bijna mijn hele leven met paarden. Ik houd me bezig met het africhten van dressuurpaarden, op het niveau van driejarigen tot Grand-Prix(…) Ik ben bekend met Andalusische paarden, die heb ik opgeleid en afgericht tot aan het pre Saint George niveau. (…)
U toont mij beelden van filmpje één. U vraagt mij of het paard ongeschikt is om te worden bereden. Nee, integendeel. Voor een driejarige loopt het paard al heel goed onder zadel. Op enig moment zie je wel wat scheefheid, maar dat is normaal voor een jong paard. Een paard heeft veel tijd nodig om balans te vinden onder de ruiter. Het is aan de ruiter om dat in goede banen te leiden. Het is van belang dat een ruiter goed recht zit en in balans.
Er moet gewerkt worden aan de spieropbouw van een paard door middel van trainen en voeding. Het ligt aan de conditie van het paard en hoe sterk een paard van nature al is hoe lang dat duurt. Ik vind dat het paard voor een driejarige echt goed loopt, mooi aan de teugel, super in takt. (…)
Op vragen van de heer Kuipers antwoord ik u als volgt: U houdt mij de tekst voor uit de advertentie van de website: www. [gedaagde sub 1] .nl waarin Tardon V (opm. ktr.: later genaamd Despacito) wordt aangeboden. Deze tekst luidt: mooi gebouwde hengst met een stoere uitstraling door zijn mooie voorhand. Tardon is goed bereden onder het zadel en is opgeleid op hoog niveau. Tardon heeft een snelle manier van bewegen waarbij hij veel schoudervrijheid, kracht en balans toont. U vraagt mij of deze beschrijving overeenkomt met de beelden die ik zonet heb gezien. Ja. Hoogopgeleid moet je in perspectief zien. Bij hoog denkt iedereen aan het hoogste niveau, maar voor een driejarige vind ik het paard zeer goed opgeleid. Dat geldt ook voor de kracht en balans, dat zie je terug op de beelden. (...) Er worden mij de beelden van filmpje nummer 7 getoond. U vraagt mij of ik iets afwijkends zie en of het paard geschikt is om te kunnen worden bereden. Ik vond dat het paard er vermoeid uitzag, ik weet niet of het aan het begin of aan het eind van de les was. Wat ik zie is dat het paard iets minder goed loopt dan op filmpje 1, maar niet zodanig dat je er niet op kunt rijden. Ik heb de instructrice niet horen zeggen dat het paard niet goed zou lopen. Ik heb wel op een moment gehoord dat zij zei “goed zo, goed zo”. U toont mij beelden van filmpje 14. U vraagt mij of mij daarin iets is opgevallen. In het eerste stukje zag ik niets, het paard loopt super vierkant. Wat ik wil opmerken is dat ik het niet erg handig vind om het paard op zo’n bodem te laten lopen, maar op zich moet hij dat wel gewoon kunnen. Ik kan op de beelden niets afwijkends aan het paard zien. Ik kan wel zien dat hij in takt loopt. Aan het geluid hoor je ook geen onregelmatigheden. U vraagt mij of het paard vakkundig werd gemonsterd. Nee, zeker niet. Het is niet goed om over wisselende ondergrond te lopen met het paard en afwisselend voor dan wel naast het paard te lopen, of achteruit te lopen als begeleider. Een paard heeft leiding nodig. Dat zie ik hier niet.
Op een vraag van de heer Kuipers antwoord ik u als volgt: Ik ben niet eerder gevraagd om in een rechtszaak als getuige-deskundige te verklaren.”
6. De vraag die voorligt is of [eiser] geslaagd is in de aan haar gegeven bewijsopdracht. De kantonrechter stelt daarbij voorop dat de door [eiser] afgelegde verklaring, een verklaring is in de zin van artikel 164 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) en dat deze verklaring slechts beperkte bewijskracht heeft en alleen tot bewijs kan dienen ter ondersteuning van ander bewijs.
7. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 8 januari 2019 reeds overwogen dat uit het onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat Despacito soms niet vierkant staat, dat er enige aanwijzingen zijn voor milde spinale ataxie en dat er sprake is van neurogeen letsel, met name in de hals en in enige mate in de achterhand. Tevens is overwogen dat daarmee nog niet het bewijs is geleverd dat sprake is van een zodanig gebrek, dat Despacito niet beantwoordt aan hetgeen [eiser] op grond van de overeenkomst - in ieder geval - mocht verwachten, namelijk dat zij het paard kan berijden. In het vervolgens aan [eiser] opgedragen bewijs is zij naar het oordeel van de kantonrechter niet geslaagd. Daartoe wordt het volgende overwogen.
8. [eiser] heeft ervoor gekozen om het (nadere) bewijs te leveren door middel van een verklaring van haarzelf en door een USB-stick met daarop filmopnames over te leggen. De verklaring van [eiser] heeft, zoals hiervoor is aangegeven slechts beperkte bewijskracht.
Dat hebben de filmbeelden waarop [eiser] zich beroept ook, aangezien zij slechts kunnen worden meegenomen voor zover daarover door [eiser] wordt verklaard. De kantonrechter is zelf immers geen deskundige die uit de beelden iets over de manier van lopen van het paard en over de vraag of het paard al dan niet bereden kan worden, kan afleiden. In dit geval is het dus slechts [eiser] zelf - en niet bijvoorbeeld een deskundige - die daarover verklaart. Daarnaast heeft [eiser] haar stelling dat (door de Universiteit) in Utrecht is aangegeven dat het paard niet meer bereden zou kunnen worden, evenmin met een verklaring of nadere stukken onderbouwd.
9. De verklaring van [eiser] en wat zij verklaart over het lopen en het gedrag van Despacito in de getoonde filmbeelden is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om de objectieve conclusie te kunnen trekken dat Despacito niet meer bereden kan worden. Bovendien wordt hetgeen [eiser] over het voortbewegen van het paard op die filmbeelden verklaart, weerlegd door de verklaring in contra-enquête van getuige [getuige C] . Daarbij merkt de kantonrechter overigens terzijde op dat deze getuige niet als getuige-deskundige is beëdigd en haar verklaring ook niet als zodanig wordt beschouwd. Voorts valt uit de overige verklaringen aan de zijde van [gedaagden] af te leiden dat Despacito tot aan de aflevering gewoon kon worden bereden. Dat er wellicht ten tijde van de aankoop al iets (anders) met Despacito aan de hand was en de onderzoeken voorafgaand aan de koop in dat verband wellicht (te) beperkt zijn geweest, zoals door [eiser] nog is gesteld, is enerzijds niet gebleken en kan daaraan anderzijds niet afdoen, aangezien het voor risico van [eiser] komt dat zij – kennelijk in samenspraak met haar dierenarts – op basis van datgene wat wel is onderzocht tot koop van het paard is overgegaan en zij geen aanleiding heeft gezien - en aldus heeft nagelaten - zelf nader onderzoek aan het paard te laten verrichten.
10. Voorgaande overwegingen leiden tot de slotsom dat de vorderingen van [eiser] niet toewijsbaar zijn, aangezien niet is komen vast te staan dat Despacito niet de eigenschappen bezit die [eiser] op basis van de koopovereenkomst mocht verwachten.
11. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Daarbij zullen de door de getuigen aan de zijde van [gedaagden] opgevoerde(verlet)kosten integraal worden toegewezen, nu deze door [eiser] niet afzonderlijk zijn betwist.

BESLISSING

De kantonrechter:
1. wijst de vorderingen af;
2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op € 1.400,- aan salaris van de gemachtigde en € 300,- aan kosten voor de getuigen;
3. verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. de Jong, kantonrechter, en op 26 november 2019 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ:433