Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 december 2019 in de zaak tussen
Procesverloop
[getuige 2] , getuigen namens eiseres, verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, [medewerker 1] , [medewerker 2] en
[medewerker 3] .
Overwegingen
De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat bij de ingeleverde munten 9 valse munten en 36 niet-euromunten zaten. Het is eiseres in deze procedure niet om (vergoeding van de waarde van) die munten te doen. Eiseres wenst de nominale waarde van de overige ingeleverde munten van verweerder te ontvangen.
op 6 februari 2018 ingediende aanvraag en de bijbehorende echte euromunten. Die aanvraag heeft immers de basis gevormd voor de primaire en bestreden besluiten. Stellingen van partijen die niet gaan over die aanvraag, die munten en de daarover genomen primaire en bestreden besluiten vallen buiten die omvang.
Gelet op het voorgaande heeft verweerder de aanvraag in redelijkheid kunnen afwijzen.
Beslissing
mr. M.M. van Driel, leden, in aanwezigheid van mr. R.A. Schaapsmeerders, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 december 2019.
Rechtsmiddel
Bijlage bij de uitspraak op het beroep met zaaknummer LEE 18/3422
In het derde lid is bepaald dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de verpakking en wijze van aanlevering van de in het eerste lid bedoelde munten.