In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 2 december 2019, is de ambtshalve ontslag van de bewindvoerder [Stichting 2] (voorheen h.o.d.n. [Stichting 1]) behandeld. De aanleiding voor het ontslag was een gesprek op 15 november 2019 tussen de kantonrechter en twee medewerkers van de bewindvoerder, waarin onvolkomenheden in de financiële en administratieve bedrijfsvoering aan de orde kwamen. Na ontvangst van aanvullende stukken op 19 november 2019 en een verhoor op 21 november 2019, concludeerde de kantonrechter dat er sprake was van onterecht geïncasseerde bewindvoerdersvergoedingen over meerdere jaren. Dit leidde tot de vaststelling dat de bewindvoerder niet voldeed aan de eisen van goed bewind, wat resulteerde in het ontslag van de bewindvoerder.
De kantonrechter oordeelde dat, ongeacht de intenties van de bewindvoerder, de structurele onterechte overboekingen van gelden naar de eigen rekening niet eerder waren opgemerkt of gecorrigeerd. Dit werd gekwalificeerd als slecht bewind. De bewindvoerder kreeg de gelegenheid om een opvolger voor te stellen, wat resulteerde in de benoeming van Confidio B.V. als nieuwe bewindvoerder, met ingang van 16 december 2019. De kantonrechter stelde ook de beloning van de nieuwe bewindvoerder vast en bepaalde dat de oude bewindvoerder geen recht had op vergoeding voor het opmaken van de eindrekening en -verantwoording, gezien de omstandigheden van het ontslag.
De beschikking benadrukt de verantwoordelijkheden van bewindvoerders en de noodzaak voor transparantie en correctheid in hun financiële handelingen. De kantonrechter gaf opdracht aan de nieuwe bewindvoerder om de eindrekening en -verantwoording te beoordelen op eventueel nadeel voor de betrokkene, en verwachtte dat de oude bewindvoerder de benodigde informatie tijdig zou overdragen.