ECLI:NL:RBNNE:2019:5962

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2019
Publicatiedatum
15 mei 2024
Zaaknummer
8200034 VO VERZ 19-3718
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens gewichtige redenen en onterecht geïncasseerde vergoedingen

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 2 december 2019, is de ambtshalve ontslag van de bewindvoerder [Stichting 2] (voorheen h.o.d.n. [Stichting 1]) behandeld. De aanleiding voor het ontslag was een gesprek op 15 november 2019 tussen de kantonrechter en twee medewerkers van de bewindvoerder, waarin onvolkomenheden in de financiële en administratieve bedrijfsvoering aan de orde kwamen. Na ontvangst van aanvullende stukken op 19 november 2019 en een verhoor op 21 november 2019, concludeerde de kantonrechter dat er sprake was van onterecht geïncasseerde bewindvoerdersvergoedingen over meerdere jaren. Dit leidde tot de vaststelling dat de bewindvoerder niet voldeed aan de eisen van goed bewind, wat resulteerde in het ontslag van de bewindvoerder.

De kantonrechter oordeelde dat, ongeacht de intenties van de bewindvoerder, de structurele onterechte overboekingen van gelden naar de eigen rekening niet eerder waren opgemerkt of gecorrigeerd. Dit werd gekwalificeerd als slecht bewind. De bewindvoerder kreeg de gelegenheid om een opvolger voor te stellen, wat resulteerde in de benoeming van Confidio B.V. als nieuwe bewindvoerder, met ingang van 16 december 2019. De kantonrechter stelde ook de beloning van de nieuwe bewindvoerder vast en bepaalde dat de oude bewindvoerder geen recht had op vergoeding voor het opmaken van de eindrekening en -verantwoording, gezien de omstandigheden van het ontslag.

De beschikking benadrukt de verantwoordelijkheden van bewindvoerders en de noodzaak voor transparantie en correctheid in hun financiële handelingen. De kantonrechter gaf opdracht aan de nieuwe bewindvoerder om de eindrekening en -verantwoording te beoordelen op eventueel nadeel voor de betrokkene, en verwachtte dat de oude bewindvoerder de benodigde informatie tijdig zou overdragen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak/rolnr: 8200034 VO VERZ 19-3718
BM 8103
__
Beschikking inzake het ambtshalve ontslag van:
[Stichting 2] (voorheen h.o.d.n. [Stichting 1] ) dan wel haar rechtsopvolger [rechtsopvolger] ,
gevestigd te [woonplaats] ,
postadres: [postadres] ,
hierna ook te noemen [rechtsopvolger] ,
inzake het bewind over de goederen en gelden van:

[betrokkene] ,

geboren te [woonplaats] op [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen betrokkene.

Procesverloop

1. Op 15 november 2019 heeft op verzoek van twee medewerkers, werkzaam bij [rechtsopvolger] , een gesprek met de kantonrechter plaatsgevonden met betrekking tot door hen geconstateerde onvolkomenheden in de financiële en administratieve bedrijfsvoering van [rechtsopvolger] . Op 19 november 2019 zijn ter griffie van de rechtbank stukken ontvangen ter onderbouwing daarvan.
2. De kantonrechter heeft in de gemelde bevindingen aanleiding gezien om [medewerker 1] en [medewerker 2] in hoedanigheid van respectievelijk eigenaar en gevolmachtigde van [rechtsopvolger] te horen uit hoofde van artikel 1:436 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verhoor heeft plaatsgevonden op 21 november 2019 in aanwezigheid van de griffier, die hiervan aantekeningen heeft gemaakt.

De beoordeling

3. Ingevolge artikel 1:448 lid 2 BW kan de kantonrechter de bewindvoerder ontslag verlenen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden.
4. Uit de op 15 november 2019 verstrekte inlichtingen, de inhoud van de op 19 november 2019 ontvangen stukken, het verhoor van de heer [medewerker 1] en mevrouw [medewerker 2] en nadere controle van de door [rechtsopvolger] ingediende rekening en verantwoordingen, is gebleken dat er in meerdere dossiers gedurende meerdere jaren sprake is van onterecht geïncasseerde bewindvoerdersvergoedingen.
De kantonrechter heeft daarnaast geconstateerd dat in die dossiers een sluitende rekening en verantwoording is ingediend, waaruit van het vorenstaande niet blijkt, zodat deze onjuist moeten zijn opgemaakt.
5. Alhoewel van de zijde van [rechtsopvolger] opzet wordt ontkend en is aangegeven dat zo spoedig mogelijk voor terugbetaling zal worden gezorgd, ziet de kantonrechter in de gedane constateringen aanleiding voor ontslag in alle zaken wegens gewichtige redenen.
6. De kantonrechter is van oordeel dat, ook indien er geen sprake zou zijn van opzet, van een goed bewindvoerder mag worden verwacht dat dergelijke onterechte overboekingen van de rekening van betrokkenen naar de eigen ondernemingsrekening in een eerder stadium worden opgemerkt en gecorrigeerd.
Nu de onterechte overboekingen structureel en over langere periode hebben plaatsgevonden zonder eerder ingrijpen en correctie van de kant van [rechtsopvolger] , kwalificeert de kantonrechter deze handelwijze als slecht bewind. De kantonrechter zal [rechtsopvolger] daarom ontslaan in alle zaken.
7. De kantonrechter heeft [rechtsopvolger] in het verhoor op 21 november 2019 in kennis gesteld van zijn voornemen tot ontslag in alle zaken. [rechtsopvolger] heeft op eigen verzoek de gelegenheid gekregen om een geschikte opvolger voor te stellen en heeft de rechtbank op 26 november 2019 een schriftelijke bereidverklaring van Confidio B.V. doen toekomen.
Nu verder niet is gebleken van bezwaren tegen deze bewindvoerder/curator/mentor zal de kantonrechter tot deze benoeming overgaan.
8. De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (basistarief).
9. De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 533,00.
10. [rechtsopvolger] dient eindrekening en -verantwoording af te leggen aan Confidio B.V.
11. Op grond van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren kan de kantonrechter voor het opmaken van een eindrekening en -verantwoording een vergoeding toekennen.
Nu [rechtsopvolger] wegens gewichtige redenen wordt ontslagen en uit hoofde van die reden een eindrekening en -verantwoording dient te worden opgemaakt, is de kantonrechter van oordeel dat die situatie een omstandigheid vormt die voor risico en rekening van de bewindvoerder/curator dient te komen.
Gelet op die omstandigheid acht de kantonrechter het niet redelijk dat de kosten die gepaard gaan met het opmaken van de eindrekening- en verantwoording ten laste komen van het vermogen van betrokkene of de bijzondere bijstand. De kantonrechter ziet hierin aanleiding om te bepalen dat [rechtsopvolger] geen aanspraak kan maken op de vergoeding voor het opmaken van de eindrekening- en verantwoording. In later stadium zal de kantonrechter oordelen over de vraag of de kosten verbonden aan het opstarten van het dossier ten laste van [rechtsopvolger] dienen te komen.
De kantonrechter geeft hierbij opdracht aan Confidio B.V. om de door [rechtsopvolger] op te stellen eindrekening en -verantwoording te beoordelen op eventueel door betrokkene ondervonden nadeel als gevolg van de gedane constateringen zoals hierboven omschreven.
De kantonrechter verwacht van [rechtsopvolger] dat zij zo snel mogelijk de benodigde informatie zal overdragen aan Confidio B.V.

Beslissing

De kantonrechter:
ontslaat met ingang van 16 december 2019 [Stichting 2] (voorheen h.o.d.n. [Stichting 1] ) en haar rechtsopvolger [rechtsopvolger] voornoemd als bewindvoerder;
benoemt met ingang van 16 december 2019 Confidio B.V., Postbus 487, 9200 AL Drachten tot bewindvoerder over de goederen en gelden die (zullen) toebehoren aan betrokkene voornoemd;
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 533,00;
bepaalt dat [Stichting 2] (voorheen h.o.d.n. [Stichting 1] ) dan wel haar rechtsopvolger [rechtsopvolger] B.V rekening en verantwoording dient af te leggen aan Confidio B.V.;
bepaalt dat [Stichting 2] (voorheen h.o.d.n. [Stichting 1] ) dan wel haar rechtsopvolger [rechtsopvolger] B.V geen recht heeft op een vergoeding op grond van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren voor het opmaken van de eindrekening- en verantwoording.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter-plaatsvervanger, en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2019.
Conc.nr.: 41485
Beschikking verzonden op:
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.