Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Ik heb de camerabeelden gezien en herken mij daarop. Ik had een mes bij mij.
Op 05:44:10 loopt de verdachte weg van de groep personen en loopt naar het midden van de Peperstraat. Het slachtoffer loopt achter de verdachte aan. De afstand tussen verdachte en slachtoffer is ongeveer 1 meter. Op 05:44:15 uur lijkt het alsof de verdachte iets uit zijn jas of broek pakt met zijn linkerhand. Vanuit het niets haalt de verdachte, met kracht, naar achteren uit met zijn linkerhand. Hij haalt gericht uit naar het slachtoffer. Tijdens de uithaal buigt de verdachte naar voren en de uithaal is gericht op de buik of middel van het slachtoffer en dan naar boven gericht. Het lijkt hierbij of de verdachte het slachtoffer wil steken.(...) Met zijn rechterarm maakt de verdachte een zwaaiende beweging om het slachtoffer heen en probeert hem in zijn linkerzijde te raken rond zijn middel. Daarna haalt de verdachte weer met zijn rechterarm uit richting de linkerarm van het slachtoffer. Slachtoffer en verdachte laten elkaar vervolgens los. Vervolgens haalt de verdachte minimaal 3 keer met zijn rechterarm, met kracht, uit naar de buik van het slachtoffer. Alle bewegingen zijn gericht op de buik van het slachtoffer. De laatste van de 3 stekende bewegingen is een opwaarts stekende beweging gericht op de buik van het slachtoffer. Door de snelheid en manier van bewegen door verdachte lijkt het alsof er met veel kracht wordt uitgehaald naar het slachtoffer. De verdachte is de gehele tijd gefocust op het slachtoffer en zoek deze actief op tijdens de stekende bewegingen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
De raadsman heeft gesteld dat verdachte door het steken met het mes weliswaar de grenzen van een noodzakelijke verdediging heeft overschreden, maar dat deze overschrijding het onmiddellijk gevolg is geweest van een door het onmiddellijk dreigend gevaar voor de ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding veroorzaakte, hevige gemoedsbeweging.
Strafmotivering
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een poging zware mishandeling.
Inbeslaggenomen goederen
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden
een gedeelte, groot 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
[slachtoffer]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.494,97(zegge: tweeduizend vierhonderdvierennegentig euro en zevenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2018.
[slachtoffer]voor het overige af.