ECLI:NL:RBNNE:2019:801

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 maart 2019
Publicatiedatum
1 maart 2019
Zaaknummer
18/830137-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meermalen ontucht met een minderjarige

Op 1 maart 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 28-jarige man uit Haarlem, die werd beschuldigd van meermalen ontucht met een meisje van onder de 16 jaar. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden. De verdachte had ontuchtige handelingen gepleegd met een 14-jarig meisje, dat door haar oom werd misbruikt en onder druk werd gezet om seksuele contacten met andere mannen te hebben. De rechtbank verwierp het verweer van de verdachte dat hij niet op de hoogte was van de leeftijd van het slachtoffer, en oordeelde dat hij onvoldoende onderzoek had gedaan naar haar leeftijd. De rechtbank oordeelde dat de seksuele handelingen, die onder vernederende omstandigheden plaatsvonden, niet sociaal-ethisch aanvaardbaar waren. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zijn penis in de vagina en mond van het slachtoffer had gebracht, evenals het tongzoenen en het brengen van zijn vingers in de vagina van het slachtoffer. De rechtbank verwierp het beroep op afwezigheid van alle schuld, omdat de verdachte niet de zorg had betracht die van hem verwacht kon worden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, en legde een gevangenisstraf op die passend werd geacht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van € 5.000,00 aan immateriële schade aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830137-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 1 maart 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 januari 2019. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. Y. Tamer, advocaat te 's-Gravenhage.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2016 tot en met 26 juli 2016, op diverse data, te [pleegplaats] , (in elk geval) in de gemeente Oldambt, (meermalen) met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens):
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het tongzoenen met die [slachtoffer] .

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Hij heeft zich daartoe primair op het standpunt gesteld dat er onvoldoende bewijs is. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat het ontuchtige karakter bij de ten laste gelegde handelingen ontbreekt.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat uit de verklaringen van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2001, volgt dat zij van haar oom seks met andere mannen moest hebben en dat zij via een (seks)datingwebsite onder andere in contact is gekomen met een man uit het AZC in [plaats] . Via WhatsApp heeft ze met deze man gechat en diverse seksafspraken met hem gemaakt. Het contact was in haar telefoon opgeslagen als " [schuilnaam] ". De seksafspraken vonden plaats in de zomer van 2016, toen [slachtoffer] veertien jaar oud was. De seks werd telkens in opdracht van [slachtoffer] oom gefilmd en eenmaal was [slachtoffer] oom erbij aanwezig.
Dat deze seksafspraken hebben plaatsgevonden, staat naar het oordeel van de rechtbank vast gelet op de WhatsApp-conversatie tussen [slachtoffer] en " [schuilnaam] " (de gebruiker van) het telefoonnummer [telefoonnummer] , alsmede de beschrijvingen van de op [slachtoffer] telefoon aangetroffen (seks)video's.
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of verdachte dezelfde persoon is als de door [slachtoffer] beschreven " [schuilnaam] ", hetgeen verdachte ontkent. De rechtbank is - met de officier van justitie - van oordeel dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord, gelet op de opgenomen bewijsmiddelen. In het bijzonder wijst de rechtbank op de volgende omstandigheden:
- Uit de verklaringen van [slachtoffer] en de WhatsApp-gesprekken tussen [slachtoffer] en " [schuilnaam] " volgt dat " [schuilnaam] " [verdachte] heet, dat hij een broer heeft, dat hij in AZC [plaats] verbleef en dat hij op 26 juli 2016 is overgeplaatst naar [plaats] .
Dit gaat allemaal op voor verdachte. (zie bewijsmiddel 1, 2 en 4)
- Getuige [getuige] (hierna: [getuige] ) heeft verklaard (zie bewijsmiddel 5) dat zij in 2016 vrijwilligster was bij het AZC en dat zij in die hoedanigheid verdachte en zijn broer heeft leren kennen. Zij heeft telefonisch (SMS-)contact met verdachte gehad via het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit is hetzelfde telefoonnummer waarmee [slachtoffer] contact had. (zie bewijsmiddel 3)
- [slachtoffer] heeft " [schuilnaam] " aangewezen op een door hem aan haar verzonden foto van een groep voetballers. De door haar aangewezen persoon wordt door een medewerker van de vreemdelingenpolitie aangewezen als [verdachte] ; verdachte. (zie bewijsmiddel 4) Ook [getuige] heeft verdachte herkend op de bedoelde foto. (zie bewijsmiddel 5)
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat niet anders kan dan dat verdachte degene is waarover [slachtoffer] heeft verklaard. De rechtbank overweegt in het bijzonder dat zij geen enkele reden heeft te twijfelen aan de verklaring van [getuige] , temeer nu [getuige] er geen belang bij heeft om te liegen over het door verdachte gebruikte telefoonnummer.
Met betrekking tot het standpunt van de raadsman inhoudende dat - indien bewezen - de seksuele handelingen tussen verdachte en de veertienjarige [slachtoffer] geen ontuchtig karakter hadden, overweegt de rechtbank als volgt. Uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie van de Hoge Raad [1] valt af te leiden dat onder omstandigheden het ontuchtig karakter kan ontbreken aan seksuele handelingen met een persoon tussen de twaalf en zestien jaren.
Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien die handelingen vrijwillig plaatsvinden tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen. Een scherpe afgrenzing van dergelijke omstandigheden valt in haar algemeenheid niet te geven.
De wetgever heeft bij de totstandkoming van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) in dit opzicht als maatstaf voor ogen gestaan of de betreffende seksuele handeling algemeen als sociaal-ethisch is aanvaard.
De rechtbank overweegt dat in het onderhavige geval sprake was van de volgende omstandigheden. Verdachte was ten tijde van het feit 25 jaar oud, terwijl [slachtoffer] 14 jaar oud was. Tussen hen bestond geen affectieve relatie. Verdachte had [slachtoffer] leren kennen via een (seks)datingsite en had diverse malen seks met haar in het bos. Daarbij heeft hij haar (op haar verzoek) geslagen en vastgebonden aan een boom. Ook was [naam 1] , de (veel oudere) oom van [slachtoffer] waarvan verdachte meende dat hij deze de vriend van [slachtoffer] was, er een keer bij en werd de seks telkens gefilmd.
Zowel het grote leeftijdsverschil als de ontluisterende omstandigheden maken dat de rechtbank van oordeel is dat geenszins sprake was van sociaal-ethisch aanvaardbare handelingen. De rechtbank verwerpt het verweer derhalve en zal het ten laste gelegde bewezen verklaren.

Bewijsmiddelen

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 augustus 2017, opgenomen op pagina 46 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBC17105 RITARI V-007 d.d. 14 maart 2018, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer] :
V. Wat kun je vertellen over de derde man die jij via een datingsite ontmoette en met wie je seks had?
A. Volgens mij was het een vluchteling. Hij zat in [pleegplaats] in de opvang. Ik moest seks met hem hebben bij de [pleegplaats] . Hij had een blanke huidskleur. Zijn haar was zwart en iets langer. Postuur was slank en dun.
V. Via welke datingsite kwam dit contact tot stand?
A. Hot or Not.
V. Wanneer vond dit derde contact plaats?
A. Ook in de zomerperiode.
V. Wist de derde man wat jouw leeftijd was op het moment dat hij seks met jou had?
A. Nee.
V: Wat vond deze man dat je het filmde?
A: Dat wou hij liever niet. Ik probeerde het door te zetten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 3 januari 2018, opgenomen op pagina 184 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
V: Wij komen WhatsApp-gesprekken tegen die jij gevoerd hebt met een man die in jouw telefoon opgeslagen staat onder de naam " [schuilnaam] ".
A: Dat is ook een jongen, man die ik had gevonden via Hot or Not. [naam 1] vond het mooi dat ik een asielzoeker had gevonden en wilde dat ik er seks mee zou hebben. Zijn naam was zoiets als ' [verdachte] ' en hij woonde op het Asielzoekerscentrum [plaats] .
V: Waarom staat hij als ' [schuilnaam] ' in jouw contactenlijst?
A: Dat wilde [naam 1] . Dan wist [naam 1] , als ik de chats met die [verdachte] doorstuurde, over wie het ging.
V: Wij laten jou de Whatsapp sessie met [schuilnaam] zien. We zullen deze aan het proces-verbaal toevoegen als Bijlage B. Kun je zeggen wat je ziet?
A: Die lange stukken Engelse tekst heeft [naam 1] mij gestuurde en die moest ik dan sturen naar [verdachte] . Dat is de tekst op 4 juli 2016.
V: Omschrijf jullie eerste ontmoeting eens?
A: Toen hadden we geen seks. Gewoon praten en toen ben ik ook weer naar huis gegaan. Bij de tweede ontmoeting is er wel seks geweest.
V: Wiens idee was het om seks te hebben?
A: Dat moest van [naam 1] . Dat heeft hij gezegd.
V: Wat voor soort seks hebben jullie gehad?
A: Vaginale seks, pijpen en vingeren en tongzoenen.
V: Was dat met of zonder condoom?
A: Zonder.
V: Waar hadden jullie seks?
A: Bij de [pleegplaats] .
V: Wat voor afspraken hebben jullie gemaakt voor het hebben van seks?
A: Dat hadden we van tevoren op de WhatsApp besproken, om seks te hebben.
V: Heeft [naam 1] deze man wel eens gezien?
A: Een keer, ook bij de [pleegplaats] . Ik geloof dat [naam 1] mij toen heeft gevingerd.
V: Bedoel je dan een trio?
A: Ja. Die man vond het in het begin niet leuk maar daarna wel. Het gebeurde wel zeg maar.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2018, opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
In de HTC One zijn WhatssApp berichten tussen [telefoonnummer] @s.whatsapp.net en [schuilnaam] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net.
Uit onderzoek is gebleken dat [slachtoffer] het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik heeft.
- er is Whatsapp contact geweest in de periode 16-6-2016 tot en met 9-9-2016;
- de meest relevante apps voor dit onderzoek naar de " [schuilnaam] " zijn hieronder beschreven:
17-6-2016 om 20:47 uur appt [schuilnaam] : sent me the video I want to see it,
vervolgens ontvangt hij van aangeefster op 17-6-2016 om 20:49 uur het videobestand
[bestandsnaam] . ( Created 17-6-2016 20:51 uur)
Opmerking verbalisant: Op deze video is te zien dat aangeefster een man pijpt, je hoort de
aangeefster in het Engels o.a. tegen de man zeggen: "relax, I do not film your head. Nadat dit is gezegd gaat aangeefster verder met pijpen en stopt de video.
17-6-2016 om 20:57 uur appt [schuilnaam] : There is other video I guess that I cum,
Vervolgens ontvangt hij van aangeefster op 17-06-2016 om 21.00 uur het videobestand
[bestandsnaam] . Opmerking verbalisant: Op deze video is in het begin te horen dat aangeefster, in het Engels, zegt: "relax, I do not film your head". Daarna zie je dat aangeefster verdergaat met het pijpen van de man, je ziet kort daarna dat de man is klaar gekomen in de mond van aangeefster en dat zij sperma van zijn penis likt en hem aankijkt.
23-6-2016 om 16:39 uur appt [schuilnaam] : Tomorrow I have football match at [plaats] ( [plaats] *), hij vraagt of aangeefster met haar vader en vriend komen kijken. Aangeefster zegt: No, sorry en stuurt na een paar minuten de volgende app
Verdachte wil trio met aangeefster en [schuilnaam]
23-6-2016 om 16:42 uur appt aangeefster: "Next week my boyfriend want fuck me with you together";
23-6-2016 om 16:42 uur appt [schuilnaam] : "But first I want to see your boyfriend and talk with hum near the bridge if he want to be friends first"
23-6-2016 om 16:47 uur appt aangeefster: "Ask you brother if he want to fuck with us"
23-6-2016 om 16:48 uur appt [schuilnaam] : "OK I will ask him and replay you"
23-6-2016 om 21:02 uur appt [schuilnaam] : "He is agree I asked him"
24-6-2016 tussen 10:57 uur en 11:40 uur gaan de whatsapp gesprekken tussen aangeefster en [schuilnaam] over een trio met de verdachte (
de rechtbank begrijpt: de oom van aangeefster). Verdachte wil een afspraak met [schuilnaam] en aangeefster. Verdachte zal dan [schuilnaam] laten zien hoe hij seks moet hebben met aangeefster. Ondertussen zal de aangeefster, [schuilnaam] pijpen.
24-6-2016 om 15:14 uur bedankt [schuilnaam] , aangeefster voor "the nice time with you and boyfriend".
24-6-2016 om 22.43 uur vraagt aangeefster naar de voetbalwedstrijd, die [schuilnaam] heeft gespeeld en hij zegt dan dat ze hebben verloren omdat "You suck my dick so hard".
28-6-2016 om 8:10 uur appt aangeefster: "Today after school fuck"
28-6-2016 om 10:40 uur appt [schuilnaam] : "At what time baby"
28-6-2016 om 10:53 uur appt aangeefster: "Naw"
28-6-2016 om 11:21 uur appt aangeefster: "I arrived"
28-6-2016 om 11:23 uur appt [schuilnaam] : ''l'm coming"
28-6-2016 om 18:11 uur appt aangeefster: "Tomorrow try agAin fuck"
28-6-2016 om 21:10 uur appt aangeefster: "Maybe you can take some friend tomorrow?"
[schuilnaam] appt dat hij liever alleen komt of met zijn broer maar aangeefster wil niet dat de broer meekomt.
29-6-2016 om 9:47 uur appt aangeefster: "When I arrived me sent message to you"
29-6-2016 om 11:19 uur appt aangeefster: "I arrived"
29-6-2016 om 11 :20 uur appt [schuilnaam] : "OK I will come"
29-6-2016 om 14:22 uur appt [schuilnaam] : "Sent me our video"
30-6-2016 om 13:47 uur ontvangt [schuilnaam] van aangeefster een videobestand
[bestandsnaam] (created 30-6-201613:53 uur)
30-6-2016 om 14:18 uur appt [schuilnaam] : "I liked the video it's nice"
30-6-2016 om 14:26 uur appt [schuilnaam] : "We should make more videos" en "l'm joking ni I don't like videos"
2-7-2016 om 14:09 uur appt [schuilnaam] : "Baby l'm on the newspaper"
4-7-2016 om 13:08 uur appt de aangeefster: "Todayfuck?"
4-7-2016 om 13:10 uur appt [schuilnaam] : "Yes"
4-7-2016 om 13:40 uur appt de aangeefster: "My boyfriend said he want you to hit me and stuff like that when you make my on the three so I can't go anywhere and he want you to film that with my phone
4-7-2016 om 13:42 uur appt [schuilnaam] : "Say hey to your boyfriend"
4-7-2016 om 13:43 uur appt [schuilnaam] : "And OK I will"
4-7-2016 om 13:43 uur appt aangeefster: "Ok"
4-7-2016 om 13:43 uur appt [schuilnaam] : "But don't say no"
4-7-2016 om 13:53 uur appt aangeefster: "i want you to tigh me up against a tree when i am but naked and then you wil hit me on mij tits my pussy and my face en I want you to put your hand around my nek en squeeze my nek and I want you to rape me very hard and no mercy for me I want you to really rape me brutal and you must film it all for [naam 1] okay?
4-7-2016 om 13:53 uur appt [schuilnaam] : "But baby if anyone came and see he will
misunderstand that he will thought I really rape you" Say to [naam 1] I prefer ifwe bath do that to you" "Me and [naam 1] "
4-7-2016 om 13:59 uur appt [schuilnaam] : "At evening we meet!!"
4-7-2016 om 14:06 uur appt aangeefster: "In done naw so come to the red tower"
4-7-2016 om 14:07 uur appt [schuilnaam] : "I will change my clothes and come"
4-7-2016 om 16:21 uur appt [schuilnaam] : "Did you reach baby"
4-7-2016 om 16:47 uur appt aangeefster: "Yes" "Wednesday [naam 1] end you will fuck me"
4-7-2016 om 17:36 uur appt [schuilnaam] : "Sent me the video of today baby"
4-7-2016 om 18:19 uur ontvangt [schuilnaam] van aangeefster een videobestand
[bestandsnaam] { Created 4-7-2016 18:21 uur)
4-7-2016 om 18:20 uur appt aangeefster: Ïm your slut and I want you to hit me harder Wednesday"
5-7-2016 om 10:29 uur appt [schuilnaam] : "Where is our second video of yesterday""
5-7-2016 om 10:36 uur appt [schuilnaam] : "And can you send me the other video of
yesterday baby?!
5-7-2016 om 17:10 uur appt [schuilnaam] : "My face is showed in the second video!
8-7-2016 om 17:21 uur ontvangt [schuilnaam] van aangeefster een videobestand. In deze video zie je aangeefster seks hebben met een man. Ze spreken Engels.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2018, opgenomen op pagina 325 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Om de identiteit van [schuilnaam] te achterhalen hebben wij de volgende gegevens
gevonden uit de chats tussen [slachtoffer] en " [schuilnaam] ":
- De " [schuilnaam] " zat tijdens de periode dat hij contact had met [slachtoffer] , in het AZC [plaats] .
- De " [schuilnaam] " heeft een broer.
- De " [schuilnaam] " heeft een foto verstuurd naar [slachtoffer] van een voetbalelftal, waar hij als speler op staat.
- De " [schuilnaam] " gebruikte het mobiele nummer [telefoonnummer]
- Door de " [schuilnaam] " wordt in de Engelse taal gevraagd om de seksfilmpjes.
- Op 26 juli 2016 werd de " [schuilnaam] " van AZC [plaats] naar [plaats] verplaatst.
Uit het verhoor met [slachtoffer] :
- wijst [slachtoffer] op de getoonde elftalfoto, op de onderste rij, de 2° persoon van rechts aan als zijnde de " [schuilnaam] "
- [slachtoffer] geeft aan dat de " [schuilnaam] " [verdachte] zou heten.
- De " [schuilnaam] " woonde op het AZC [plaats] .
Met deze gegevens ben ik op zoek gegaan naar de identiteit van de " [schuilnaam] ". In de bewonerslijsten AZC [plaats] ben ik gaan zoeken naar mannen die [verdachte] heten en een broer hebben. [verdachte] voldoet op de volgende punten aan die van de " [schuilnaam] "
- Heet [verdachte]
- Heeft een broer
- Woonde in AZC [plaats]
- Is op 26 juli 2016 naar [plaats] verhuisd.
Ik heb contact gelegd met de vreemdelingenpolitie om bevestiging te krijgen dat de persoon op de teamfoto, door aangeefster aangewezen als de " [schuilnaam] ", daadwerkelijk [verdachte] is. Ik hoorde de COA-medewerker zeggen: "Volgens mij is dit hem" en liet vervolgens in zijn computersysteem een persoon zien. Deze persoon was [verdachte] . Ik hoorde hem zeggen: " [verdachte] is hier zojuist aan de balie geweest. Daardoor herken ik de jongen op de teamfoto ook gelijk als [verdachte] ."
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 21 februari 2018, opgenomen op pagina 341 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige] :
Ik ben als informele vrijwilliger actief geweest bij het AZC. Ik heb geregeld dat [verdachte] en zijn broer [naam 2] af en toe mee konden voetballen met het team uit [pleegplaats] . Ze verbleven in de noodopvang in [pleegplaats] . Dit is het nummer van [verdachte] : + [telefoonnummer] .
0: Wij verbalisanten tonen de getuige een afbeelding van voetballers en vragen de getuige hierop te reageren. In hoeverre herkent u personen die op deze afbeelding staan?
A: Dit is [verdachte] . (door getuige wordt de naam en een pijl gezet op de foto)

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 juni 2016 tot en met 26 juli 2016 te [pleegplaats] , in de gemeente Oldambt, meermalen met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en
- het tongzoenen met die [slachtoffer] .
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De raadsman van verdachte heeft bepleit dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging op grond van afwezigheid van alle schuld (AVAS). Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet strafbaar is ter zake van de bewezen verklaarde ontucht omdat verdachte niet kan worden verweten dat hij niet wist dat [slachtoffer] veertien jaar oud was.
Verdachte kreeg contact met (het account van) [slachtoffer] op een 18+ website. Verdachte was nog maar enkele maanden in Nederland en sprak de Nederlandse taal niet. Omdat [slachtoffer] de Engelse taal sprak en een vaste vriend had, had verdachte geen reden te twijfelen aan haar leeftijd. Verdachte had maar beperkt toegang tot sociale media en kon de daadwerkelijke leeftijd van [slachtoffer] niet achterhalen, ook omdat zij haar ware persoonsgegevens niet gebruikte.
De rechtbank overweegt dat conform vaste jurisprudentie een beroep op dwaling ten aanzien van de leeftijd slechts in uitzonderlijke gevallen kans van slagen heeft. De vraag of alle schuld in strafrechtelijke zin ontbreekt, moet worden beantwoord in verband met de aard en de strekking van de strafbepaling.
In dat kader is van belang dat artikel 245 Sr een zo doeltreffend mogelijke strafrechtelijke bescherming beoogt te bieden aan de lichamelijke integriteit van jeugdige personen, ook tegen seksuele handelingen die (mede) van henzelf zijn - of lijken te zijn - uitgegaan.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet alle zorg heeft betracht die van hem kon worden gevergd en dat hij aldus een ongeoorloofd risico heeft genomen, zodat niet kan worden gesproken van het ontbreken van alle schuld. Hetgeen hieromtrent door de raadsman is aangevoerd, maakt dit niet anders. De rechtbank is van oordeel dat op verdachte een onderzoeksplicht rustte, juist (ook) omdat hij het slachtoffer kende vanuit de (schimmige) wereld van de online (seks)dating waar mensen doorgaans gebruikmaken van valse persoonsgegevens. Voorts had verdachte gealarmeerd moeten zijn door het feit dat het slachtoffer aangaf dat haar vriend wilde dat verdachte op een zeer gewelddadige manier seks met haar zou hebben (er werd zelfs gesproken over "rape"; verkrachten) en dat hij het moest filmen. Echter, zelfs toen verdachte de vriend van het slachtoffer had ontmoet en die vriend veel ouder dan het slachtoffer bleek te zijn, zag verdachte kennelijk nog steeds geen aanleiding tot het doen van onderzoek naar de leeftijd van het slachtoffer.
De rechtbank overweegt ten overvloede dat het doen van onderzoek op sociale media geen afdoende methode zou zijn geweest om de leeftijd te verifiëren, nu voor dit soort informele bronnen evenmin vanzelfsprekend is dat gebruikers hun echte gegevens hanteren.
Het beroep op afwezigheid van alle schuld wordt dan ook verworpen.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu - ook overigens - niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan verdachte op te leggen een geheel voorwaardelijke taakstraf met behandelverplichting in combinatie met een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. Verdachte heeft een blanco strafblad en een veroordeling kan invloed hebben op het behoud van zijn verblijfsvergunning. De raadsman heeft voorts verwezen naar hetgeen is aangevoerd met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte. Tevens heeft de raadsman zich op het stadpunt gesteld dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage d.d. 1 oktober 2018, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 19 december 2018, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een meisje van veertien jaar oud. Verdachte heeft (in ieder geval) viermaal een seksafspraak met haar gehad, waarbij hij onder andere vaginale seks met haar had en zich door haar heeft laten pijpen. Ook heeft verdachte het slachtoffer - op haar verzoek - daarbij vastgebonden aan een boom en geslagen. Eenmaal had verdachte seks met het slachtoffer in het bijzijn van dan wel tegelijk met een andere man (de oom van het slachtoffer).
Verdachte, die zelf 25 jaar oud was ten tijde van de feiten, heeft onvoldoende gedaan om zich te vergewissen van de leeftijd van het slachtoffer. Verdachte heeft het fysieke en psychische welzijn van het slachtoffer ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Verdachte heeft hierdoor inbreuk gemaakt op de lichamelijke en emotionele integriteit van het slachtoffer en haar ongestoorde (seksuele) ontwikkeling.
De ervaring leert dat (jeugdige) slachtoffers van zedendelicten in een latere stadium psychisch nadelige gevolgen kunnen ondervinden van hetgeen hen is overkomen.
De zaak van verdachte maakt onderdeel uit van een groter onderzoek, waaraan de rechtbank enkele woorden zal wijden ten behoeve van een completer beeld van de zaak, de impact ervan op het slachtoffer, maar ook de rol van verdachte. Het slachtoffer waarmee verdachte ontucht heeft gepleegd, werd langere tijd door haar oom misbruikt. Vanaf enig moment moest zij ter bevrediging van diens lustgevoelens seks hebben met andere mannen, waarvan verdachte er een was. Onder druk van haar oom heeft het slachtoffer advertenties geplaatst op (seks- en) datingwebsites waarop zowel zij als haar oom (onder haar naam) chatte en seksafspraken maakte met diverse mannen. Het slachtoffer moest zorgen dat de seks werd gefilmd en dat de filmpjes zo snel mogelijk ter beschikking van haar oom werden gesteld.
De rechtbank hecht er in dit kader aan te benoemen dat niet is gebleken dat verdachte volledig op de hoogte was van de afschuwelijke achtergrond waartegen deze zaak zich afspeelde, maar dat verdachte gelet op de geschetste gang van zaken - waaronder het verzoek om extreme, gewelddadige seks met haar te hebben, het filmen van de seks en de aanwezigheid van de veel oudere vriend (de oom) van het slachtoffer - wel degelijk redenen had om grote vraagtekens te plaatsen bij de gang van zaken.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat voor alle mannen met wie het slachtoffer seks heeft gehad een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt dient te zijn. De rechtbank houdt bij de bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf rekening met de ontluisterende, vernederende setting waarin een en ander plaatsvond, alsmede met het feit dat verdachte nooit een condoom heeft gebruikt, met alle risico’s voor de gezondheid van het slachtoffer van dien. Door onder de genoemde omstandigheden meermalen (gewelddadige) seks met het slachtoffer te hebben, heeft verdachte bijgedragen aan de immense ellende die het slachtoffer heeft moeten meemaken.
De rechtbank heeft tevens de persoonlijke omstandigheden van verdachte in aanmerking genomen, alsmede het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Hierin ziet de rechtbank geen aanleiding tot matiging of verhoging van de duur van de op te leggen gevangenisstraf.
Ten aanzien van de stelling van de raadsman inhoudende dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn overweegt de rechtbank dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling van de zaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen.
De aanvang van de redelijke termijn is te rekenen vanaf het moment dat jegens verdachte een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit een strafvervolging zal worden ingesteld. Daar is in deze zaak in ieder geval sprake van op 6 februari 2018, als verdachte in verzekering wordt gesteld. Nu het eindvonnis een jaar en (bijna) een maand later is gewezen en het eind van de termijn van twee jaren dus nog niet eens in zicht is, treft dit verweer van de raadsman geen doel.
Alles overwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden passend en geboden. De rechtbank ziet - in tegenstelling tot de officier van justitie en de raadsman - geen aanleiding om een deel van die straf voorwaardelijk op te leggen. Weliswaar volgt uit het reclasseringsrapport alsmede het verhandelde ter terechtzitting dat verdachte wel wat praktische hulp zou kunnen gebruiken en dit als bijzondere voorwaarde zou kunnen worden opgelegd, maar nu er geen verband met het recidiverisico wordt gelegd en het nog maar de vraag is of verdachte na deze veroordeling en het uitzitten van zijn straf in Nederland zal kunnen blijven, ziet de rechtbank hierin geen toegevoegde waarde.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 15.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft tot toewijzing van de vordering gerequireerd.
Standpunt van de verdedigingDe raadsman heeft aangevoerd dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen, gelet op de reeds ten laste van de oom van het slachtoffer toegewezen vordering. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering te verklaren, omdat het een onevenredige belasting van het strafgeding zou betekenen indien zou moeten worden onderzocht wat de hoogte van de schade was die specifiek door het handelen van verdachte is veroorzaakt.
Oordeel van de rechtbankZoals reeds overwogen ten aanzien van de op te leggen straf is het slachtoffer door haar oom aangezet tot verrichten van seksuele handelingen met onder andere verdachte. Het is naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk dat zowel diens handelwijze als - weliswaar in mindere mate - de handelwijze van verdachte immateriële schade bij het slachtoffer heeft veroorzaakt. Ten laste van de oom van het slachtoffer heeft de rechtbank reeds een vordering tot immateriële schadevergoeding ter hoogte van € 100.000,00 toegewezen.
De rechtbank schat de immateriële schade die het slachtoffer heeft geleden ten gevolge van het bewezen verklaarde en die voor rekening van verdachte komt op een bedrag van
€ 5.000,00. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het doen van nader onderzoek naar de vraag of, en zo ja, in hoeverre de immateriële schade door toedoen van verdachte dit bedrag te boven gaat en in hoeverre dit overlapt met de schade die de oom van het slachtoffer reeds dient te vergoeden, zou een onevenredige belasting van het strafgeding vormen. De rechtbank zal de vordering voor het overige daarom niet ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57 en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
5.000,00(zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2016.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer] te betalen een bedrag van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2016, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. J.V. Nolta, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 maart 2019.