De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 1 maart 2019 een 26-jarige man uit Hoogeveen veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden voor het plegen van ontucht met een minderjarig meisje, geboren in 2001. De zaak betreft seksuele handelingen die plaatsvonden op of omstreeks 26 mei 2016, waarbij het slachtoffer op dat moment veertien jaar oud was. De rechtbank verwierp het verweer van de verdachte dat het ontuchtige karakter van de handelingen ontbrak, en oordeelde dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de leeftijd van het slachtoffer. Het beroep op afwezigheid van alle schuld werd eveneens verworpen, omdat de rechtbank van oordeel was dat verdachte niet alle zorg heeft betracht die van hem kon worden gevergd. De rechtbank overwoog dat de seksuele handelingen onder de gegeven omstandigheden wel degelijk een ontuchtig karakter hadden, gezien het aanzienlijke leeftijdsverschil en het ontbreken van enige affectieve relatie tussen verdachte en het slachtoffer. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die hoger was dan de door de officier van justitie gevorderde straf, en hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. Daarnaast werd een schadevergoeding van € 2.000,00 toegewezen aan het slachtoffer voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.