ECLI:NL:RBNNE:2020:179
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van onroerende zaken in Leeuwarden
Op 16 januari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, eigenaar van drie onroerende zaken, in beroep ging tegen de WOZ-waarden die door de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden waren vastgesteld. De beroepen waren gericht tegen de uitspraken op bezwaar van 21 december 2018, die betrekking hadden op de WOZ-beschikkingen voor het kalenderjaar 2018, met als waardepeildatum 1 januari 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de WOZ-waarden van de woningen, respectievelijk € 267.000, € 170.000 en € 145.000, niet te hoog zijn vastgesteld.
De rechtbank heeft het procesverloop besproken, waarbij eiser noch zijn gemachtigde aanwezig was op de zitting. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de uitnodiging voor de zitting op correcte wijze was verzonden. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de verweerder de onderbouwing van de WOZ-waarden gepresenteerd, waarbij gebruik is gemaakt van vergelijkingsobjecten en matrices die de waarde van de woningen onderbouwden. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat zijn woningen in slechte staat verkeerden, beoordeeld en geconcludeerd dat de verweerder voldoende rekening had gehouden met de onderhoudstoestand van de woningen.
De rechtbank heeft in alle drie de zaken onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan en de beroepen ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft partijen gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. De uitspraak is openbaar gedaan en het proces-verbaal is opgemaakt door de griffier.