Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser],
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 oktober 2019;
- de akte in het geding brengen stukken van [eiser] van 23 januari 2020;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 januari 2020.
2.De feiten
2.(A) KEUZE
negenmaanden na ondertekening door de Verkrijger van deze overeenkomst een onherroepelijke omgevingsvergunning is.'
€ 6.624,64 aan de gemeente voldaan.
14 december 2017 getekend voor akkoord retour, waarna de factuur naar u wordt verzonden. De omgevingsvergunning wordt aan u overgedragen onder de opschortende voorwaarde dat de factuur uiterlijk 21 december 2017 is voldaan.'
€ 13.954,74 inclusief 21% BTW vergoedt, alsmede de bouwleges ad € 6.624,64 en tevens een naar redelijkheid en billijkheid te bepalen vergoeding voor het ongeoorloofd gebruik van het ontwerp en de overige kosten die in eerste instantie niet aan u doorberekend waren.
enkel in het kader van een minnelijke schikking en ter voorkoming van verdere kosten en energie, akkoord te gaan met 7,5% oftewel € 25.853,25, uiteraard naast een vergoeding van de reeds gemaakte kosten.'
€ 100,-- (excl. BTW). Die twee posten worden betwist door cliënt.
3.Het geschil
'bespreken en uitwerken installatieplan'en € 100 excl. btw (€ 121,00 inclusief btw) voor
'annuleren alle onderaannemers';
4.De beoordeling
12 december 2017.
11 december 2017 nog geen overeenstemming hadden over de prijs en reeds om die reden geen sprake kan zijn van een overeenkomst. Dat partijen over de prijs en daarmee de overname van de omgevingsvergunning (waaronder de licentie om te verveelvoudigen) nog overeenstemming moesten bereiken, blijkt ook uit de brief van 12 december 2017. In die brief heeft [eiser] de door haar gemaakte kosten uiteengezet en heeft zij [gedaagde 2] gevraagd om een 'akkoord'. De brief is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet een bevestiging van een gesloten overeenkomst, zoals door [gedaagde 2] wordt bepleit, maar bevat een aanbod, namelijk het overnemen van de omgevingsvergunning en het verkrijgen van een licentie om het gewijzigde ontwerp te verveelvoudigen tegen betaling van een bedrag van € 13.954,74. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde 2] dat aanbod heeft aanvaard. Dit betekent dat niet kan worden aangenomen dat partijen voornoemde overeenstemming hebben bereikt. Bovendien is van een in artikel 2 lid 3 Aw genoemde akte geen sprake.
Op grond van artikel 27 lid 2 Aw kan in passende gevallen de schadevergoeding worden vastgesteld op een forfaitair bedrag. De rechtbank zal bij de vaststelling van de hoogte van de schade aansluiting zoeken bij de brief van [eiser] van 12 december 2017, waarin [eiser] aan [gedaagde 2] heeft aangeboden om de omgevingsvergunning over te nemen (waarmee ook een licentie om te verveelvoudigen zou worden verkregen) tegen betaling van een bedrag van € 13.954,74. Dat bedrag heeft - zo heeft [eiser] aangevoerd - betrekking op de door [eiser] gemaakte kosten (vanwege het vervallen van de overeenkomst) en de kosten die gepaard gingen met het aanvragen van de omgevingsvergunning. Uit dat overzicht volgt niet dat [eiser] wilde dat [gedaagde 2] een bedrag aan hem zou betalen voor enkel het verveelvoudigen van het ontwerp. Blijkbaar was dat bij het aanbod omtrent het overnemen van de omgevingsvergunning en vergoeding van de kosten inbegrepen. Gelet daarop, acht de rechtbank toekenning van een substantieel bedrag aan schadevergoeding niet redelijk. De rechtbank zal aansluiting zoeken bij het bedrag dat in rekening is gebracht voor 'ontwerpkosten contracttekening' en daarom de schadevergoeding vaststellen op een bedrag van € 1.000,00. De vordering onder 1a zal daarom tot dat bedrag worden toegewezen. De gevorderde en niet weersproken wettelijke rente is eveneens toewijsbaar.
'leges kosten verrekenbaar met opdrachtgever'. Gelet daarop valt niet in te zien op grond waarvan [gedaagde 2] er vanuit mocht gaan dat de leges kosten waren inbegrepen bij het bedrag dat voor
'uitwerken bouwvergunning' in rekening werd gebracht. De vordering onder 1c zal vanwege dit alles worden toegewezen. De gevorderde en niet weersproken wettelijke rente is eveneens toewijsbaar.
€ 2.276,00 (2/3 van 2 punten x € 1.707,00)