ECLI:NL:RBNNE:2020:2150
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- B.I. Klaassens
- H.H.A. Fransen
- R. Depping
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hennepkwekerijzaak wegens gebrek aan bewijs van medeplegen of medeplichtigheid
Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen en medeplichtigheid aan het handelen in strijd met de Opiumwet. De zaak vond plaats in Assen, onder parketnummer 18/930007-19. De verdachte was aanwezig bij de zittingen op 16 juli 2019 en 2 juni 2020, bijgestaan door zijn advocaat, mr. P. Bonthuis. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.
De tenlastelegging omvatte het repareren van de achterwand van een schuur en het timmeren van een voorportaaltje in een schuur waar een hennepkwekerij zou zijn aangetroffen. De verdachte werd beschuldigd van het telen van ongeveer 1510 hennepplanten in de periode van 1 maart 2015 tot en met 7 september 2017 te De Kiel. De officier van justitie vorderde vrijspraak, stellende dat de werkzaamheden van de verdachte niet konden worden gelinkt aan de hennepkwekerij.
De verdediging voerde aan dat de verdachte niet betrokken was bij de hennepkwekerij en enkel timmerwerkzaamheden had verricht. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van medeplegen of medeplichtigheid. De rechtbank verklaarde dat de door de verdachte verrichte werkzaamheden niet in verband konden worden gebracht met de hennepkwekerij. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.