Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van de feiten 1 primair, 2 primair en 4 primair redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
feiten 1 primair en 2 primair:
1. Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal aangifte d.d. 16 oktober 2019, opgenomen op pagina 24 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019275761 d.d. 27 januari 2020, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Op 16 oktober 2019 te 17:00 uur heb ik de woning aan de [adres 1] te 9752 AC Haren (Groningen) verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op 16 oktober 2019 te 20:45 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat er in de woning was ingebroken. Ik zag dat het kelderraam was geforceerd. Tevens zag ik dat het slot van de achterdeur was geforceerd. Ik zag dat meerdere lades uit kasten zijn gehaald. Uit deze lades zijn onder andere de paspoorten van mij en mijn partner (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) weggenomen en een doosje met daarin sieraden, waaronder meerdere gouden ringen en zilveren kettinkjes. Uit de lades zijn ook de reservesleutels van de Audi en de Mercedes weggenomen. De Audi A4 is voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Ik zag dat de autosleutel van de Audi uit het sleutelkastje uit de bijkeuken weg was genomen. Tevens is de Audi A4 weggenomen. Het voertuig stond op de oprit geparkeerd. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
De bijlage bij dit proces-verbaal bevat, zakelijk weergegeven, onder meer:
Een lijst van weggenomen goederen, te weten:
- een goudenring met een blauw steentje, eigenaar [slachtoffer 1] ;
- een gouden ring met een pareltje, eigenaar [slachtoffer 2] ;
- een gouden ring met daarin de naam “ [slachtoffer 2] ” gegraveerd, eigenaar [slachtoffer 2] ;
- een paspoort met nummer [nummer 1] , eigenaar [slachtoffer 2] ;
- een paspoort met nummer [nummer 2] , eigenaar [slachtoffer 1] ;
- een Audi A4 met kenteken [kenteken 2] , kleur zwart, eigenaar [slachtoffer 1] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 17 oktober 2019, opgenomen op pagina 41 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 17 oktober 2019 hoorde ik de aangeefster [slachtoffer 2] . Zij meldde dat bij de inbraak van de voorgaande dag (de rechtbank begrijpt: de inbraak op 16 oktober 2019 in de woning aan de [adres 1] te 9752 AC Haren (Groningen)) nog meer goederen waren weggenomen dan aanvankelijk werd gedacht. Haar bleek dat de portemonnee van haar man, [slachtoffer 1] , was weggenomen - met daarin een bankpas en een rijbewijs van [slachtoffer 1] - en een gouden schakelcollier. Beiden goederen lagen in de woning.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanhouding d.d. 17 oktober 2019, opgenomen op pagina 46 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 17 oktober 2019 omstreeks 10.23 uur hield ik op de locatie Prins Hendrikkade ter hoogte van nummer 27 te 1019 BR Amsterdam, als verdachte aan [medeverdachte] , geboren op 4 september 1973 te Utrecht.
Op 17 oktober 2019, omstreeks 10:20 uur, reed ik voor het centraal station te Amsterdam. Ik kreeg van het Operationeel Centrum van de Politie Amsterdam de melding dat in mijn directe omgeving een voertuig rondreed dat gesignaleerd stond als zijnde gestolen. Ik hoorde dat het een personenauto betrof voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Het betrof een zwarte Audi A4. Ik hoorde dat voornoemd voertuig stil zou staan op de Prins Hendrikkade op de kruising met de Nieuwezijds Voorburgwal. Ik ben direct ter plaatse gegaan en zag voornoemd voertuig op voornoemde plaats stilstaan. Hierop heb ik verdachte aangesproken. De verdachte was de bestuurder van het voertuig.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanhouding d.d. 17 oktober 2019, opgenomen op pagina 67 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 17 oktober 2019 omstreeks 10.24 uur, hield ik op de locatie Prins
Hendrikkade ter hoogte van nummer 27 te 1019 BR Amsterdam, als verdachte aan [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1986 te ’s-Gravenhage. Verdachte bevond zich als bijrijder in de zwarte Audi A4 voorzien van het kenteken [kenteken 2] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2019, opgenomen op pagina 83 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 18 oktober 2019 heb ik onderzoek verricht aan de in beslag genomen auto van het merk Audi, type A4, voorzien van het kenteken [kenteken 2] . In de auto heb ik onder meer de volgende goederen aangetroffen:
In de kofferbak: een rugtas en een schoudertas.
De schoudertas bleek van het merk Enrico Benetti. In de schoudertas zaten onder andere:
- een zorgpas op naam van [medeverdachte] geboren op 4 september 1973;
In de rugtas zaten onder andere:
- een recept van apotheek Venema voor 50 milligram oxazepam op naam van de heer [medeverdachte] ;
- 6 kralenkettinkjes (de rechtbank begrijpt, ook hierna: kralenarmbandjes);
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 21 oktober 2019, opgenomen op pagina 225 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 18 oktober 2019 werd in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken 2] , merk Audi type A4, aangetroffen:
- een rugzak van het merk Helly Hansen.
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 21 oktober 2019, opgenomen op pagina 213 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 18 oktober 2019 werd in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken 2] , merk Audi type A4, aangetroffen:
- een zwarte schoudertas van met merk Enrico Benetti;
- één kralenketting en één ketting met een stenen hanger.
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 november 2019, opgenomen op pagina 233 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 18 oktober 2019 werd in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken 2] , merk Audi type A4, aangetroffen:
- uit de rugzak (de rechtbank begrijpt: de rugzak van het merk Helly Hansen): een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2019, opgenomen op pagina 88 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 18 oktober 2019 heb ik telefonisch contact gehad met aangeefster [slachtoffer 2] . Ik heb haar gevraagd naar goederen die door mij in de auto (de rechtbank begrijpt: de Audi A4 voorzien van het kenteken [kenteken 2] ) waren aangetroffen. Ik hoorde aangeefster zeggen dat zij enkele kralenkettinkjes mistte. Ik heb aangeefster vervolgens via WhatsApp een foto gestuurd van de zes kralenkettinkjes die ik in de rugtas had aangetroffen. Ik ontving van aangeefster [slachtoffer 2] de volgende reactie: “ja hoor dat zijn mijn armbandjes”. Vervolgens heb ik aangeefster via WhatsApp een foto gestuurd van de twee kettinkjes die ik had aangetroffen in de schoudertas. Ik ontving van aangeefster [slachtoffer 2] de volgende reactie: “ook van mij”.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 oktober 2019, opgenomen op pagina 57 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte] :
O: Verdachte wordt foto’s getoond (de rechtbank begrijpt: foto’s van de op 18 oktober 2019 in de Audi A4 voorzien van kenteken [kenteken 2] aangetroffen goederen).
Foto 1: rugtas, merk Helly Hansen.
V: Wat wil je verklaren over deze goederen?
A: Foto 1: dat is mijn rugtas.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2019, opgenomen op pagina 118 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] :
Op 14 november 2019 bevonden wij ons voor de deur van perceel [woonadres] te Groningen. Wij hebben verdachte [verdachte] aangehouden. Aangekomen in het cellencomplex van de politie Groningen verklaarde de verdachte tegenover ons dat de spullen van de inbraak (de rechtbank begrijpt: de inbraak op 16 oktober 2019 in de woning aan de [adres 1] te 9752 AC Haren (Groningen)) onderin de wasmand in de douche lagen.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 januari 2020, opgenomen op pagina 202 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 14 november 2019 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan
de [woonadres] te Groningen. Er is met toestemming van de bewoner, [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1986 te ’s-Gravenhage, binnengetreden. Er zijn verscheidene goederen aangetroffen in verschillende vertrekken. Daaronder ook een witte sloop die in de wasmand in de badkamer lag. In de sloop zijn onder andere aangetroffen:
- een groen kleurige ketting in een plastic zakje;
- kettingen, verpakt in een plastic zakje;
- kettingen, verpakt in een plastic zakje;
- horloges, verpakt in plastic zakje;
- twee paspoorten, van aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , in een plastic zakje.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 oktober 2019, opgenomen op pagina 76 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Waar woon je?
A: [woonadres] te Groningen.
V: Heb jij een telefoon?
A: Ja, [telefoonnummer 2] is het nummer.
A: Ik ben 17 oktober 2019 met [medeverdachte] in een auto naar Amsterdam gereden. Ik zat naast de bestuurder. Wij zijn rond 10.30 uur aangehouden in het centrum van Amsterdam.
A: Woensdagavond (de rechtbank begrijpt: woensdagavond 16 oktober 2019) ben ik samen met [medeverdachte] aan het fietsen geweest. Het was donker toen we op de fiets stapten.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2019, opgenomen op pagina 176 en verder van voornoemd dossier (inclusief de bijlage op pagina’s 178-186), inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
De historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] werden gevorderd over de periode van 16 oktober 2019 te 00.00 uur tot en met 17 oktober 2019 te 11.00 uur. Ik zag in de historische verkeersgegeven van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] dat op 16 november 2019 (de rechtbank begrijpt: 16 oktober 2019) te 20:48 uur een verbinding tot stand komt met de telefoonmast aan de Marcellus Emantslaan te Groningen. Ik heb vervolgens via de Cell ID gekeken waar vermelde telefoon zich bevond ten tijde van deze verbinding. Ik zag dat de telefoon zich bevond op 90 graden van deze telefoonmast met een azi (de rechtbank begrijpt: azimut) van 65 graden. Ik zag dat de telefoon zich bevond in de omgeving van de Rijkstraatweg 51 te Haren. Vervolgens zag ik dat het telefoontoestel op 16 oktober 2019 te 21:00 uur verbinding maakt met de telefoonmast aan het Winschoterdiep 60 te Groningen. Van deze verbinding zijn de Cell ID gegevens opgevraagd. Ik zag in deze Cell-ID gegevens dat het toestel zich op 330 graden met een hoek 90 graden (azi) bevond. Dit is in de omgeving van de Rijkstraatweg 51 te Haren.
De bijlage bij dit proces-verbaal bevat, zakelijk weergegeven, onder meer:
- een uittreksel van de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] over de periode van 16 oktober 2019 te 00.00 uur tot en met 17 oktober 2019 te 11.00 uur.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2019, opgenomen op pagina 195 van voornoemd dossier (inclusief de bijlage op pagina’s 196-201), inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Ik heb de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 1] over de periode van 16 oktober 2019 te 00:00 uur tot en met 17 oktober 2019 te 11:00 uur geanalyseerd en zag dat vermelde simkaart in de opgevraagde periode was geplaatst in een telefoontoestel van het merk LG voorzien van het IMEI-nummer [imei-nummer] . Ik zag dat het telefoontoestel op 16 oktober 2019 te 20:41 uur verbinding maakt met de telefoonmast staande aan het Helper Brink 61 te Groningen. Het telefoontoestel bevind zich op dat moment in de zuidelijke stadswijken van Groningen in de nabijheid van de Rijkstraatweg 51 te Haren.
De bijlage bij dit proces-verbaal bevat, zakelijk weergegeven, onder meer:
- een uittreksel van de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 1] over de periode van 16 oktober 2019 te 00:00 uur tot en met 17 oktober 2019 te 11:00 uur.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2019, opgenomen op pagina 118 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] :
Op 14 november 2019 bevonden wij ons voor de deur van perceel [woonadres] te Groningen. Na aanbellen werd de voordeur van perceel [woonadres] te Groningen door verdachte [verdachte] geopend. Wij werden vervolgens door de verdachte zijn woning binnen gelaten. De verdachte wees ons in de woning een kamer aan en vertelde dat er in die kamer net een hennepplantage zat. De verdachte vertelde dat deze plantage net een week in werking was. Vervolgens pakte de verdachte een sleutel en opende deze kamer.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 14 november 2019, opgenomen op pagina 140 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
Op 14 november 2019 werd binnengetreden in de woning aan de [woonadres] te Groningen. Op het adres [woonadres] , staat ingeschreven [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1986 te ’s-Gravenhave. Na het binnentreden zag ik in de slaapkamer een grote zwarte tent. Hierin stonden in totaal 86 hennepplanten. Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 november 2019, opgenomen op pagina 129 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Door wie wordt het pand (de rechtbank begrijpt: het perceel aan de [woonadres] te Groningen) gehuurd?
A: Door mij.
V: Maar je had wel een sleutel van de kamer (de rechtbank begrijpt: van de kamer waarin de hennepplanten zijn aangetroffen)?
A: Ja.
A: Ik heb ze toegang tot de kamer verschaft.
V: Hoe lang stond die kwekerij er al?
A: Een week nadat ik hier de vorige keer wegging of zo. En een week later of zo de
planten.
V: Wat levert het jou op?
A: In principe niks. Het is omdat ik spul van hun nodig had. Geld om te eten en
heroïne.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 november 2019, opgenomen op pagina 134 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
A: De weedtent was mijn keuze om daar te laten zetten.