Ten aanzien van feiten 12., 13., 14., 15., 16., 17. en 18.
Bewijsmiddelen
1. De door verdachte ter zitting van 11 juni 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
De iPhone 7 die ik bij mijn aanhouding op 19 november 2019 bij mij had, is mijn telefoon.
Van 9 op 10 november 2019 heb ik samen met iemand anders in het Bastion hotel in Leeuwarden geslapen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met proces-verbaalnummer 2019299251 van 10 november 2019, opgenomen op pagina 640 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R019109 van 26 februari 2020, inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 13] :
Op 8 november 2019, omstreeks 13.00 uur, heb ik mijn woning verlaten. Mijn woning betreft een vrijstaande woning, gelegen aan [adres 12] te Grou. Op 10 november 2019, omstreeks 11.00 uur, werd ik gebeld. Er werd mij verteld dat er was ingebroken in mijn woning. Toen ik thuis kwam zag ik dat het raamkozijn van de ruit aan de zijkant van de woning, aan de kant van de voordeur verbroken was. In de woning was het merendeel van de doorzochte laden en kasten alweer dichtgedaan door de politie. Ik hoorde dat men alles doorzocht had. Ik mis uit mijn woning geld. Dit was ongeveer 20 à 25 euro aan muntgeld.
Bijlage goederen:
Diverse cadeaubonnen t.w.v. 150 euro
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 30 januari 2020, opgenomen op pagina 644 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 november 2019 om 14:00 uur kwam ik voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 12] , Grou. Op de stenen vensterbank binnen onder het inklimraam werd door mij een schoenspoor aangetroffen. Dit spoor had een golfjes motief. Dit spoor werd door mij veiliggesteld met SIN AAMP0850NL. Buiten trof ik in de aarde tussen nummers 24 en 22 een afdruk met een golfjes motief aan. Ernaast zag ik een ander profiel in de aarde staan. Deze indrukken werden door mij met mijn diensttelefoon fotografisch vastgelegd en als spoor veiliggesteld met SIN AAMP0848NL en SIN AAMP0847NL.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 9 november 2019, opgenomen op pagina 656 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 14] :
Op 9 november 2019 te 09:00 uur heb ik de woning aan de [adres 13] , te Oranjewoud, verlaten. Op 9 november 2019 te 19:45 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat er in de woning was ingebroken. Ik zag dat in de slaapkamer de balkondeur openstond, dat de deur nog steeds in gesloten toestand stond en dat er braaksporen in de kozijnen zaten. Ik zag dat er meerdere afdrukken in de kozijnen zaten. Ik zag dat de slotpunten ontzet waren waardoor de deur geopend kon worden. Ik zag dat meerdere kasten openstonden en dat de inhoud hiervan eruit was gehaald. Ik zag dat in een andere slaapkamer meerdere kasten openstonden en dat de inhoud eruit was gehaald.
5. Een geschrift, inhoudende een proces-verbaal verhoor aangever [benadeelde partij 14] van 17 januari 2020, opgenomen op pagina 659 van voornoemd dossier, onder meer inhoudende:
De aangever verklaarde: Ik kwam tot de ontdekking dat een gouden armband is gestolen.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 februari 2020, opgenomen op pagina 663 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bij de aanhouding werden onder andere de schoenen en de mobiele telefoon van [verdachte] in beslag genomen. Ik zag dat er locatiegegevens op de telefoon stonden die ik vervolgens met de daartoe geëigende software inzichtelijk heb gemaakt. Ik zag dat de telefoon zich op 9 november 2019 te 17:12 uur op een locatie in Grou
(gezien de kaart begrijpt de rechtbank 'Oranjewoud' i.p.v. 'Grou')bevond (rode stip). De blauwe stip geeft de locatie aan waar de woninginbraak plaats vond op 9 november 2019 op [adres 13] (2019298654) op 9 november 2019 tussen 9:00 uur en 19:45 uur.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met proces-verbaalnummer 2019298837 van 10 november 2019, opgenomen op pagina 668 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij 15] :
Op 9 november 2019 omstreeks 12.00 uur heb ik mijn woning gelegen aan [adres 14] te Grou slotvast afgesloten. Op 9 november 2019 omstreeks 23.30 uur kwam ik terug bij onze woning en ik zag dat de voordeur van onze woning openstond. Mijn vrouw en ik zagen dat een uitzetraam in de keuken aan de achterzijde van onze woning open stond en geforceerd was. Ik zag dat de haken verbogen waren en er meerdere moeten in het kozijn aanwezig waren, ook zag ik dat er een schoenafdruk zat op de vensterbank onder het raam. Achterin onze kledingkast stond een forse kluis welke uit de kast gehaald was en opengebroken was. In deze kluis zat contant geld en wat sieraden. Wij zagen dat uit de kasten en laden in onze slaapkamer diverse soorten sieraden en munten waren weggenomen. Op het moment van aangifte mis ik de volgende goederen:
- diverse soorten sieraden
- diverse verzamel munten.
8. Een geschrift, inhoudende een bijlage bij de aangifte van [benadeelde partij 15] , opgenomen op pagina 677 van voornoemd dossier, onder meer inhoudend:
Armband + ring goud met groeidiamant
Halsketting met groeidiamant
Collier goud
Sterrebeeld ketting goud
Diverse kleine gouden oorbellen
Schakelarmband
Horloge + zegelring
Trouwringen
Juliana verzameling compleet
Diverse munten
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 30 januari 2020, opgenomen op pagina 678 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 november 2019 om 12:15 uur kwam ik voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 14] , Grou. Het bovenlicht aan de achterzijde van de woning was met een breekvoorwerp opengebroken. Ik zag dat er soortgelijke schade zat aan de achterdeur naar de bijkeuken. Op de raamdorpel van het inklimraam werd door mij aan de buitenzijde een schoenfragment aangetroffen, mogelijk dat de dader(s) op de raamdorpel heeft/hebben gestaan bij het naar binnen gaan. Deze werd door mij veiliggesteld en voorzien van SIN AAMP0853NL. In de woning werd door mij onder het inklimraam op de stenen vloer een schoenfragment aangetroffen. Ik zag dat dit profiel een golfjes motief had. Dit spoor werd door mij veiliggesteld en voorzien van SIN AAMP0854NL. Ik zag dat de kluis aan de voorzijde was opengebroken. De deur was ontzet en de betonnen zijde was zichtbaar. Op de bovenzijde van de kluis werd door mij een schoenspoor aangetroffen. Dit spoor werd door mij veiliggesteld met SIN AAMP0855NL. Op de kluisdeur en de behuizing werden door mij krassporen aangetroffen en veiliggesteld met SIN AAMP0858NL.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2020, opgenomen op pagina 686 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bij de aanhouding werden onder andere de schoenen en de mobiele telefoon van [verdachte] in beslag genomen. Ik zag dat er locatiegegevens op de telefoon stonden die ik vervolgens met de daartoe geëigende software inzichtelijk heb gemaakt. Ik zag dat de telefoon zich op 9 november 2019 te 19:07 uur op een locatie in Grou bevond (rode stip).
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met proces-verbaalnummer 2019298729 van 9 november 2019, opgenomen op pagina 691 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 16] :
Ik ben 9 november 2019 omstreeks 15.45 uur weggegaan uit mijn woning aan [adres 15] , Oranjewoud. Toen ik omstreeks 20.30 uur weer thuis kwam ontdekte ik dat er was ingebroken. Er is een grote ruit vernield. Ik zag ook dat er een uitzetraam is beschadigd. Ik zag dat de laatjes open waren. Voor zover ik kan nagaan is er niets weggenomen.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 27 januari 2020, opgenomen op pagina 703 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 november 2019 om 08:00 uur kwam ik voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 15] . Aan de linker achterzijde van de woning, is de slaapkamer van de aangever op de begane grond gesitueerd. De slaapkamer is aan deze zijde voorzien van een openslaand raam. Ik zag dat er tussen de raamstijl en het kozijn meerdere indruksporen zichtbaar waren. Gezien de vorm en het formaat werd vermoedelijk een schroevendraaier gebruikt. Door mij werden de indruksporen afgevormd en veiliggesteld. De binnenkomst werd verkregen door aan de linker achterzijde van de woning, een ruit van een openslaand raam te vernielen. Binnen, werd door mij op de vensterbank, achter het inklimraam, een schoenzoolafdruk veiliggesteld.
De volgende sporen werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Werktuig sporen
SIN : AANI7326NL
Spooromschrijving : Schroevendraaier
SIN : AANI7325NL
Spooromschrijving : Schroevendraaier
Schoen spoor
SIN : AANI7324NL
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2020, opgenomen op pagina 710 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bij de aanhouding werden onder andere de schoenen en de mobiele telefoon van [verdachte] in beslag genomen. Ik zag dat er locatiegegevens op de telefoon stonden die ik vervolgens met de daartoe geëigende software inzichtelijk heb gemaakt. Ik zag dat de telefoon zich op 9 november 2019 om 17:03 uur en 17:12 uur op een locatie in Oranjewoud bevond (rode stip). De 3 blauwe stippen geven de locatie aan waar een woninginbraak plaats vond op 9 november 2019.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met proces-verbaalnummer 2019298626 van 9 november 2019, opgenomen op pagina 715 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 17] :
Mijn woning ligt gelegen aan [adres 16] te Oranjewoud . Op 9 november 2019, omstreeks 15.00 uur, verliet ik de woning in goede orde. Op 9 november 2019, omstreeks 18.00 uur, kwam ik terug bij mijn woning. Ik reed mijn erf op en bij het oprijden dacht ik te zien dat er in de badkamer iets bewoog. De badkamer is gelegen op de begane grond en ligt aan de voorzijde van de woning. Ik zag dat het raam op een kier stond en dat de hendel waarmee je het raam opent naar buiten stak.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 2 februari 2020, opgenomen op pagina 718 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 november 2019 omstreeks 10:15 uur kwam ik voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 19] . Ik zag aan de achterzijde van de woning, dat het uitzetraam, ter hoogte van de badkamer, geopend stond. Ik zag rondom het kozijn van dit raam, geen schade. In de badkamer waren ter hoogte van het raam, meerdere schoenzoolafdrukken zichtbaar. Via de badkamer is de slaapkamer van aangever bereikbaar. Ik zag dat laden en kasten geopend stonden en diverse goederen lagen op de grond. De volgende sporen werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Schoen sporen
SIN: AANI7332NL
SIN: AANI7327NL
SIN: AANI7328NL
SIN: AANI7330NL
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 9 november 2019, opgenomen op pagina 730 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 18] :
9 november 2019 omstreeks 14.45 uur heb ik mijn woning aan de [adres 17] te Grou, onbeschadigd en slotvast achtergelaten. Toen ik rond 20.30 uur weer bij mijn woning kwam zag ik dat een lamp bij de schuifpui aan stond. Deze had ik niet aangedaan. Tevens zag ik dat diverse kasten en laden in de woonkamer openstonden. Ik ben verder gelopen en zag dat de achterdeur was opengebroken. Tot nu toe mis ik meerdere kleine bakjes met kleingeld. Dit was tussen de 150 en 200 euro.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 4 februari 2020, opgenomen op pagina 742 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 november 2019 om 09:45 uur kwam ik voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 17] . Buiten zag ik over de gehele lengte van de deur braakschade. Ik zag dat deze schade zat aan de zijde waar het slot bevestigd was. Gezien de vorm en grootte van deze schade is deze vermoedelijk veroorzaakt met een schroevendraaier. Door mij werden hier twee werktuigsporen veiliggesteld en voorzien van SIN AAMP0842NL en AAMP0843NL.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 februari 2020, opgenomen op pagina 747 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bij de aanhouding werden onder andere de schoenen en de mobiele telefoon van [verdachte] in beslag genomen. Ik zag dat er locatiegegevens op de telefoon stonden die ik vervolgens met de daartoe geëigende software inzichtelijk heb gemaakt. Ik zag dat de telefoon zich op 9 november 2019 te 18:24 uur op een locatie in Grou bevond (rode stip). De blauwe stip geeft de locatie aan waar de woninginbraak plaats vond op 9 november 2019 op de [adres 17] te Grou (2019298713) tussen 14:45 uur en 20:30 uur.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 11 november 2019, opgenomen op pagina 752 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 19] :
Ik ben woonachtig aan [adres 18] te Grou. Op 9 november 2019 heb ik samen met mijn vrouw omstreeks 18:00 uur de woning verlaten. Op 10 november 2019 kwamen wij omstreeks 00:45 uur thuis. Mijn vrouw merkte op dat er een aantal deuren openstonden in de woning, welke normaliter gesloten zijn. Vervolgens zagen wij dat in onze slaapkamer, welke zich op de benedenverdieping bevindt, alles overhoop was gehaald. Wij zagen dat er diverse sieradendoosjes open waren gemaakt op bed, waarbij de sieraden waren weggenomen. Wij zagen dat er een aantal sieraden en tweehonderd euro aan contanten zijn weggenomen. In de bijlage goederen worden de goederen genoemd, die zijn weggenomen.
Bijlage goederen:
Object : Ketting
Kleur : Goudkleurig
Bijzonderheden : Met een gouden tientje
Object : Armband
Kleur : Goudkleurig
Bijzonderheden : 3 kinderkopjes
Object : Ring
Merk/type : Zegelring
Object : Ring
Kleur : Goudkleurig
Bijzonderheden : Met een rode steen
Object : Ring
Kleur : Goudkleurig
Bijzonderheden : Met twee witte steentjes
Object : Ring
Merk/type : Zegelring
Kleur : Goudkleurig
Bijzonderheden : Met een blauwe steen
Object : Armband
Kleur : Goudkleurig
Bijzonderheden : Antiek, donker rode steen
Object : Ring
Object : Dasspeld
Bijzonderheden : Ankertje goud
Object : Horloge
Kleur : Goudkleurig
Object : Ketting
Kleur : Zilverkleurig
Bijzonderheden : Met vierkante zilveren munt
Object : Dasspeld
Bijzonderheden : Letterspeld j
Object : Manchetknoop
Bijzonderheden : Zilveren dubbeltjes+ kwartje manchetknopen
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 4 februari 2020, opgenomen op pagina 758 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 november 2019 om 11:00 uur kwam ik, naar aanleiding van een gekwalificeerde diefstal in/uit woning, voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 18] , binnen de gemeente Leeuwarden. Buiten zag ik dat het raam rechts naast de buitendeur op een kantel-kiep stand stond naar buiten toe. Ik zag dat de hor welke nog in het raam was bevestigd, rechts in de hoek beschadigd was. Ik hoorde de bewoner zeggen dat deze heel was toen hij de woning had verlaten. Behalve het gat in de hor werden er door mij geen sporen van verbreking aangetroffen.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 februari 2020, opgenomen op pagina 762 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bij de aanhouding werden onder andere de schoenen en de mobiele telefoon van [verdachte] in beslag genomen. Ik zag dat er locatiegegevens op de telefoon stonden die ik vervolgens met de daartoe geëigende software inzichtelijk heb gemaakt. Ik zag dat de telefoon zich op 9 november 2019 te 18:24 uur en 19:07 uur op een locatie in Grou bevond (rode stippen). De blauwe stip aan de rechterzijde geeft de locatie aan waar de woninginbraak plaats vond op 9 november 2019 op [adres 18] te Grou (2019298966) tussen 9 november 2019 18:00 uur en 10 november 2019 00:45 uur.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 december 2019, opgenomen op pagina 760 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In de ANPR werd het kenteken [kenteken] geraadpleegd om te onderzoeken of er een reisbeweging zichtbaar was op of rondom de woninginbraken waarvan verdachte [verdachte] werd verdacht. Bij woninginbraken van 9 november 2019 was een reisbeweging te zien richting het Noorden. Uit het raadplegen van het ANPR systeem bleek dat het voertuig op 9 november 2019 te 16:37 uur over de A28 richting het noorden van Nederland reed en dat het voertuig de volgende dag, 10 november 2019 te 12:20 uur, weer richting het midden van Nederland reed over de A32 en de A28:
kenteken datum/tijd: locatie:
[kenteken] 09-11-2019 16:37 A28 Re 87.4 RS1 Zwolle Z
[kenteken] 10-11-2019 12:20 A32 Li 46.1 RS1 Heerenveen
[kenteken] 10-11-2019 12:34 A28 Li 113.4 RS1 Lankhorst Utr
[kenteken] 10-11-2019 12:43 A28 Li 87.4 RS1 Zwolle Z
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 8 februari 2020, opgenomen op pagina 681 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door mij werden de navolgende werktuigsporen opgemeten:
- SIN AAMP0858NL, breedte = 14 mm.
- SIN AANI7325NL en SIN AANI7326NL, breedte =14 mm.
- SIN AAMP0842NL en SIN AAMP0843NL, breedte = 14 mm.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2020, opgenomen op pagina 764 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Bij de aanhouding werden onder andere de schoenen en de mobiele telefoon van [verdachte] in beslag genomen. Door mij werden de mastlocaties van 9 november onderzocht en in kaart gebracht. Hieruit bleek dat de telefoon op 9 november 2019 kennelijk een reisbeweging maakte vanaf [geboorteplaats] via Vaassen naar Grou en zich later op de avond om 20:30 uur in Leeuwarden bevond.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 23 januari 2020, opgenomen op pagina 222 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ontvangen materiaal
[A] een paar schoenen, merk PUMA, gewaarmerkt AANI4594NL, afkomstig van verdachte [verdachte] ;
[B] een paar schoenen, merk PANTHER, gewaarmerkt AANN2531NL, afkomstig van de achterbank van het voertuig VW Polo van verdachte [verdachte] .
Op 21-11-2019 startte ik een vergelijkend schoenen-sporen onderzoek, waarbij het volgende is waargenomen, verricht en bevonden;
Sporen van interesse
[11] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AANI7332NL;
[12] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AANI7330NL;
[13] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AANI7327NL;
[14] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AANI7328NL;
[15] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AANI7324NL;
[16] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AAMP0855NL;
[17] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AAMP0854NL;
[18] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AAMP0853NL;
[19] een folie met een afgenomen afdrukspoor, gewaarmerkt AAMP0850NL;
[20] een foto van een spoor, gewaarmerkt AAMP0847NL;
Spoor [11]
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het veiliggestelde spoor [11] en anderzijds de zool van de rechterschoen [A] en het hiermee vervaardigde proefafdrukspoor, is gebleken dat:
- de profielovereenkomst, voor zover zichtbaar, nagenoeg hetzelfde is;
- de afmetingen, voor zover meetbaar, nagenoeg hetzelfde zijn;
- 1 onregelmatigheid in het spoor wat betreft plaats overeenkomt en wat betreft vorm globaal overeenkomt met 1 karakteristieke beschadiging;
- er enige overeenkomst is tussen de door het spoor weergegeven slijtage en de slijtage in de schoen in het desbetreffende gedeelte;
- er geen onverklaarbare verschillen zijn waargenomen.
Spoor [18]
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het veiliggestelde spoor [18] en anderzijds de zolen van de rechterschoen [A] en de rechterschoen [B] en de hiermee vervaardigde proefafdruksporen, is gebleken dat:
- de profielovereenkomst, voor zover zichtbaar, identiek is;
- de afmetingen, voor zover meetbaar, exact hetzelfde zijn;
- 1 onregelmatigheid in het spoor wat betreft plaats en vorm overeenkomt met 1 karakteristieke beschadiging (PUMA rechts);
- 1 onregelmatigheid in het spoor wat betreft plaats overeenkomt en wat betreft vorm globaal overeenkomt met 1 karakteristieke beschadiging; (PUMA rechts)
- er geen onverklaarbare verschillen zijn waargenomen.
Op grond van het vergelijkend schoensporenonderzoek concludeer ik het volgende:
- het spoor [11] is
- het spoor [18] (PUMA profiel) is
- de sporen [12], [14] (PUMA), [15] (PUMA), zijn veroorzaakt door schoenen met eenzelfde profiel en maat als de schoenen [A];
- de sporen [12] (PANTHER), [13], [14] (PANTHER), [15] (PANTHER), [16], [17], [18] (PANTHER), [19], [20] zijn veroorzaakt door schoenen met eenzelfde profiel en maat als de schoenen [B];
- in de BVH zaken
o 01-2019298626
o 01-2019298729
o 01-2019298837
zijn op één plaats delict bij het technisch sporenonderzoek sporen aangetroffen van zowel de schoenen soortgelijk aan [A] (PUMA) als soortgelijk aan de schoenen [B] (PANTHER).
Overwegingen rechtbank ten aanzien van feiten 12., 13., 14., 15., 16., 17. en 18.
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan feiten 12., 13., 14., 15., 16., 17. en 18.
Ten aanzien van de feiten 12., 14., 15., 16.: het ontbreken van een aannemelijke verklaring
Uit de bewijsmiddelen volgt ten aanzien van feiten 12., 14., 15. en 16. onder meer het volgende. Uit de locatiegegevens van de telefoon van verdachte blijkt dat hij, in het tijdvak waarin de feiten 12. en 14. aan De Fûke te Grou hebben plaatsgevonden, op De Fûke te Grou is geweest. Ook bij feiten 15. en 16. is de telefoon van verdachte, in het tijdvak waarin deze feiten zijn gepleegd, in de directe nabijheid geweest van de woningen in Oranjewoud waar is ingebroken. Tevens zijn bij elk van deze feiten sporen aangetroffen van schoenen die soortgelijk zijn aan de schoenen van het merk Panther, die na de aanhouding van verdachte in de auto waarin hij is aangetroffen zijn gevonden. Ten aanzien van de feiten 14., 15., en 16 geldt bovendien dat sporen zijn aangetroffen van zowel schoenen die soortgelijk zijn aan de schoenen die verdachte ten tijde van zijn aanhouding droeg als schoenen die soortgelijk zijn aan de schoenen van het merk Panther, die na de aanhouding van verdachte in de auto waarin hij is aangetroffen zijn gevonden. Uit de combinatie van schoensporen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze feiten door meerdere personen zijn gepleegd.
De rechtbank overweegt voorts dat de combinatie van schoensporen tevens is aangetroffen bij feit 19. De voltooide woninginbraak onder feit 19. is op hetzelfde adres gepleegd als de poging tot inbraak onder feit 16. Gelet op het aantreffen van dezelfde combinatie van schoensporen, alsmede het feit dat verdachte op beide dagen, in het tijdvak waarin beide feiten zijn gepleegd, in de buurt van deze woning is geweest kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat deze feiten door dezelfde daders zijn gepleegd.
Uit het vergelijkend schoensporenonderzoek is gebleken dat de schoensporen die bij feiten 14. en 16. zijn aangetroffen
mogelijkzijn veroorzaakt met de zool van de schoen van verdachte. De conclusie dat een schoenspoor 'mogelijk', 'waarschijnlijk' of 'zeer waarschijnlijk' is veroorzaakt met de onderzochte schoen geeft aan dat de onderzoeker de kans dat een andere schoen het spoor heeft veroorzaakt steeds in stappen kleiner acht. De algemene kenmerken komen overeen en overeenkomende karakteristieke kenmerken zijn in toenemende mate aanwezig.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op dit alles sprake is van omstandigheden die verdachte in hoge mate belasten en die redengevend zijn voor het bewijs dat hij, samen met een ander, deze (pogingen tot) inbraken heeft gepleegd, tenzij verdachte voor die omstandigheden een aannemelijke verklaring geeft. Verdachte heeft niet willen verklaren over de hem ten laste gelegde feiten. Ter terechtzitting heeft verdachte wel verklaard dat hij op 9 november 2019, de dag waarop deze (pogingen tot) inbraken zijn gepleegd, in Friesland is geweest en de nacht van 9 op 10 november 2019 in het Bastion hotel in Leeuwarden heeft doorgebracht. Over zijn aanwezigheid in Grou en Oranjewoud heeft verdachte aangegeven dat hij wel eens dates heeft gehad met vrouwen uit deze plaatsen en dat het zou kunnen dat hij in het weekend van zijn overnachting in Leeuwarden op zaterdag vrouwen in die plaatsen heeft bezocht. Ter staving van deze verklaring heeft de verdachte geen gegevens verstrekt. Deze verklaring is daarmee niet verifieerbaar of controleerbaar. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte geen redelijke verklaring gegeven die de redengevendheid van de feiten en omstandigheden die wijzen op de betrokkenheid van verdachte bij de strafbare feiten, ontzenuwt.
Gelet op het tijdvak waarin de feiten zijn gepleegd, de onderlinge nabijheid van de woningen, de locatiegegevens uit de telefoon van verdachte, de omstandigheid dat hij in de nacht van 9 op 10 november 2019 met een ander in een hotel in Leeuwarden heeft overnacht alsmede de aangetroffen schoensporen acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feiten 12., 14., 15. en 16. samen met een ander heeft gepleegd.
Ten aanzien van de feiten 13., 17., en 18.: de vergelijkbare modus operandi
De rechtbank overweegt dat uit de manier waarop de (pogingen) tot woningbraak van de feiten 1. subsidiair, 10., 11. en 19, alsmede feiten 12., 14., 15. en 16 zijn gepleegd een modus operandi met specifieke kenmerken is af te leiden. Uit de bewijsmiddelen komt ten aanzien van deze feiten het volgende naar voren. Het betreft telkens vrijstaande woningen, waarbij de toegang tot de woning doorgaans is verkregen door middel van braak en waarbij in vrijwel al die gevallen braakschade is aangetroffen die bestaat uit werktuigsporen met een breedte van 14mm. Tevens zijn bij diverse woningen schoensporen aangetroffen die soortgelijk zijn aan de schoenen die verdachte ten tijde van zijn aanhouding droeg, dan wel in de auto zijn aangetroffen. De rechtbank neemt tevens in aanmerking dat de bewezenverklaarde (pogingen tot) woninginbraken zijn gepleegd in de namiddag of avond en dat in vrijwel alle gevallen kasten en lades zijn geopend en leeggehaald, terwijl de buit telkens bestond uit kleine gemakkelijk mee te nemen waardevolle goederen zoals sieraden en geld. Ook blijkt dat verdachte op de dagen waarin deze feiten zijn gepleegd telkens samen met een ander vanuit zijn woonplaats [woonplaats] een reisbeweging naar het Noorden heeft gemaakt.
De omstandigheden rondom de woninginbraken onder feiten 13., 17. en 18. zijn zodanig vergelijkbaar met die van feiten 1., 10., 11. en 19, alsmede feiten 12., 14., 15. en 16, dat in samenhang bezien de feiten en omstandigheden van deze (pogingen tot) inbraken het bewijs ten aanzien van de feiten 13., 17.en 18. versterken. De rechtbank overweegt daartoe dat deze woningen in Oranjewoud en Grou telkens vrijstaande woningen zijn, waarbij de toegang tot de woningen meestal is verkregen door middel van braak. Met betrekking tot feit 13. en 17. zijn werktuigsporen aangetroffen, die vermoedelijk van een schroevendraaier afkomstig zijn. Van een van de werktuigsporen is een breedte van 14mm vastgesteld. Er werden kasten en laden geopend en de buit bestond telkens uit kleine gemakkelijk mee te nemen waardevolle goederen zoals sieraden en geld. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een vergelijkbare modus operandi. Gelet op het korte tijdsbestek en de opvolging in de tijd waarin de inbraken in Oranjewoud en Grou op 9 november 2019 zijn gepleegd, alsmede het feit dat de woningen in Oranjewoud en de woningen in Grou dicht bij elkaar in de omgeving liggen en de modus operandi bij elk van deze feiten vrijwel gelijk was, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat deze serie van inbraken door dezelfde daders zijn gepleegd. Tevens blijkt uit de locatiegegevens van de telefoon van verdachte dat hij zich op 9 november 2019 telkens zeer dicht in de buurt van de betreffende woningen in Oranjewoud en Grou bevond.
Gelet op het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte de feiten 13., 17, en 18 heeft gepleegd.
Ten aanzien van het medeplegen overweegt de rechtbank dat uit het hiervoor ten aanzien van feiten 12., 14., 15. en 16. overwogene volgt dat verdachte die feiten samen met een ander heeft begaan. Gelet op het hiervoor overwogene met betrekking tot de modus operandi acht de rechtbank bewezen dat verdachte ook feiten 13., 17. en 18. tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd.