Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 1] (feit 1), tot een bedrag van € 45,00 ter zake van materiële schade en € 950,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 1] ” (feit 3), tot een bedrag van € 770,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Ter terechtzitting heeft [naam 1] namens de benadeelde partij de hoogte van de vordering verlaagd tot een bedrag van € 80,00, aangezien de weggenomen televisie is teruggegeven.
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
een gedeelte, groot 2 jaren, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 995,00(zegge: negenhonderdvijfennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2019.
[slachtoffer 1]te betalen een bedrag van
€ 995,00(zegge: negenhonderdvijfennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2019, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 19 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[benadeelde partij 1] ”te betalen een bedrag van
€ 70,00(zegge: zeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 mei 2019, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 1 dag gijzeling zal kunnen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.