ECLI:NL:RBNNE:2020:2814

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 augustus 2020
Publicatiedatum
18 augustus 2020
Zaaknummer
18/750099-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de productie van amfetamine in een synthetisch drugslaboratorium

Op 11 december 2019 werd in Leeuwarden een synthetisch drugslaboratorium ontdekt waar amfetamineolie werd bereid. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met een medeverdachte, nauw samenwerkte in de productie van amfetamine. De verdachte huurde een bedrijfsruimte van de medeverdachte en was daar regelmatig aanwezig als laborant. Hij had contact met de medeverdachte en anderen over het productieproces en de opbrengsten van de verkoop van amfetamineolie. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, gedreven door financiële problemen, verkeerde keuzes had gemaakt. De zaak werd behandeld in de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, waar de verdachte bijgestaan werd door zijn advocaat en het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door een officier van justitie. De rechtbank achtte de samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte voldoende bewijs voor medeplegen van de feiten. De verdachte had bekend amfetamine te hebben geproduceerd en de rechtbank oordeelde dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking met anderen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18/750099-19
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 18 augustus 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1967 te Zwolle,
thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 augustus 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A. Speksnijder, advocaat te Akkrum. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 11 december 2019, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal (telkens) bevattende amfetamine, zijnde amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 11 december 2019, te Leeuwarden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen en/of bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal (telkens) bevattende amfetamine, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar,
A. (een) grote hoeveelhe(i)d(en) (vloei)stof(fen)/materia(a)l(en) (bevattende) (in totaal ongeveer 80 liter amfetamineolie)
en/of
B. in (een) pand(en) gelegen aan of bij de [straatnaam] en/of de [straatnaam] , aldaar, een of meer materia(a)l(en)/goed(eren), te weten – onder meer –
- diverse jerrycans en/of
- een of meer ketel(s) en/of
- een distilleerder,
in elk geval voorwerpen en/of stoffen, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) en/of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van de ten laste gelegde feiten. Er is sprake van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en anderen.
Verdachte heeft bekend dat hij in de ten laste gelegde periode zich schuldig heeft gemaakt aan het produceren van amfetamine in de loods aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Het afval is bewaard in de door medeverdachte [medeverdachte] gehuurde loods aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Er is immers geen reden te twijfelen aan de verklaring van getuige [getuige 1] .
Ook is een ketel, soortgelijk aan die in de loods aan de [straatnaam] , aangetroffen in een loods van medeverdachte [medeverdachte] aan de [straatnaam] te Leeuwarden.
Uit observaties op 12 en 27 november 2019 en 2 december 2019 en de peilbakengegevens van 6 december 2019 blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] niet enkel een verhuurder en huurder relatie hebben. Daarbij komt dat uit Telegramberichten (aangetroffen op de telefoons van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] ) blijkt van berichten (met ‘ [naam 3] ’ en ‘ [verdachte] ’) die gerelateerd zijn aan het produceren van amfetamine. De Telegramberichten tussen medeverdachte [medeverdachte] en ‘ [naam 4] ’ zien daarbij specifiek op de inrichting van een amfetaminelaboratorium zoals die is aangetroffen in de loods aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Voorts blijkt dat verdachte in berichten meermalen benoemt dat hij compagnons heeft. Verdachte heeft eveneens berichten en foto’s gestuurd die zien op de woning van medeverdachte [medeverdachte] aan de [straatnaam] te Leeuwarden. De getuige [getuige 2] heeft daarbij verklaard dat verdachte vertelde dat die woning van een vriend was.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent de eventuele bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het door verdachte ontkende medeplegen. Uit het dossier blijkt niet van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen. Verdachte heeft vanwege persoonlijke redenen de feiten begaan. Hij had enkel de rol van uitvoerder. Contact met anderen en enige sturing/informatie verkrijging van anderen maakt niet dat er sprake is van medeplegen.
Het oordeel van de rechtbank [1]
Op 11 december 2019 is bij de doorzoeking van een loods aan de [straatnaam] in Leeuwarden een productieplaats voor synthetische drugs aangetroffen. [2]
Uit onderzoek verricht door experts van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) blijkt onder meer dat in het voorste gedeelte van de loods (aangeduid als ruimte A) meerdere metalen bakken werden aangetroffen en een groot aantal jerrycans met amfetamine gerelateerd afval. De stalen bakken zijn herkend als bakken die worden gebruikt voor de omzetting van een precursor naar BMK en/of de industriële vervaardiging van amfetamine vanuit BMK middels de Leuckart synthese. Het achterste gedeelte van de loods (aangeduid als ruimte B) was in zijn geheel in gebruik als productieruimte voor de vervaardiging van amfetamine. De ruimte was ingericht met een reactieketel annex kookopstelling en een aparte stoomdestillatie-opstelling en diende verder als scheidingsruimte voor gedestilleerde amfetamineolie. Bij temperatuurmeting met een infraroodcamera bleek dat de temperatuur van verschillende vloeistoffen circa twee maal de omgevingstemperatuur hadden. Hieruit is afgeleid dat er de dag te voren (de rechtbank begrijpt: 10 december 2019) bewerking van amfetamine heeft plaatsgevonden.
In ruimte A en B zijn vrijwel uitsluitend goederen aangetroffen die direct te relateren zijn aan de illegale vervaardiging van amfetamine, waarbij specifiek de volgende goederen zijn genoemd:
  • Twee jerrycans met in totaal circa 50 liter ruwe amfetamineolie;
  • Koelkast met hierin een maatbeker en een kunststof fles met in totaal circa 3,5 liter gedestilleerde amfetamineolie;
  • Jerrycan met circa 21 liter gedestilleerde amfetamineolie;
  • Diverse soorten lege verpakkingen van verschillende precursoren.
Uit de inventarislijst blijkt dat in ruimte A van de [straatnaam] , onder meer de volgende goederen in beslag zijn genomen:
A-13 (AAMG1820NL) – 2 kunststof dopvaten met nog circa 140 liter heldere vloeistof [4] , volgens het NFI bevattende formamide [5]
A-14 (AAMG1817NL) - jerrycan met circa 18 liter zure vloeistof [6] , volgens het NFI bevattende mierenzuur [7]
A-15 (AAMG1818NL) - 8 bruine vezelsterke zakken met daarin crème kleurig poeder [8] , circa 200 kg MAPA verbruikt, volgens het NFI bevattende MAPA [9]
A-17 (AAMG1815NL) - 6 emmers gevuld met in totaal circa 52 liter destillatieresidu [10] , volgens het NFI bevattende voornamelijk amfetamine gerelateerde syntheseverontreinigingen en een lage concentratie amfetamine [11]
A-19 (AAMG1816NL) - 4 jerrycans met in totaal circa 66 liter zwavelzuur [12] , volgens het NFI bevattende zwavelzuur [13]
A-20 (AAMG1813NL) - 19 jerrycans gevuld met in totaal 490 liter zuur afval [14] , volgens het NFI bevattende BMK op zwavelzuur [15]
A-21 (AAMG1814NL) - 17 jerrycans gevuld met in totaal 460 liter basisch afval [16] , volgens het NFI bevattende een lage concentratie amfetamine in een alkalische vloeistof [17]
A-25 (AAMG1866NL) - 6 flessen met vloeistof met de geur van BMK, totaal circa 4,8 liter [18] , volgens het NFI bevattende BMK [19]
A-27 (AAMG1811NL) - 29 jerrycans allen geheel gevuld met een heldere neutrale vloeistof [20] , volgens het NFI bevattende methanol [21]
A-31 (AAMG1812NL) - jerrycan met 20 liter heldere basische vloeistof geur amfetamine [22] , volgens het NFI bevattende amfetamine [23]
A-32 (AAMG1809NL) - glazen potje met 300 gram witte pasta, geur amfetamine [24] , volgens het NFI bevattende amfetamine [25]
In ruimte B zijn onder meer de volgende goederen in beslag genomen:
B-2 (AAMG1810NL) - fles met 600 ml heldere basische vloeistof, geur amfetamine [26] , volgens het NFI bevattende amfetamine [27]
B-7 (AAMG1807NL) - 8 jerrycans met in totaal 185 liter basische vloeistof [28] , volgens het NFI bevattende amfetamine op een alkalische waterige vloeistof [29]
B-8 (AAMG1808NL) - reactieketel met roermotor en roermechaniek en een metalen koelspiraal. Inhoudsmaat circa 660 liter. In de ketel een restant basische vloeistof [30] , volgens het NFI bevattende amfetamine op een alkalische waterige vloeistof [31]
B-9 (AAMG1805NL) - 2 jerrycans met 50 liter ruwe amfetamineolie [32] , volgens het NFI bevattende amfetamine [33]
B-10 (AAMG1806NL) - destillatieopstelling met een uitloop boven een kunststof maatbeker met een restant basische vloeistof met geur amfetamine [34] , volgens het NFI bevattende amfetamine en een waterige bovenlaag. [35]
Op 11 december 2019 vond ook een doorzoeking plaats in een loods gevestigd op perceel [straatnaam] in Leeuwarden. Bij het betreden van de loods roken de verbalisanten een licht chemische geur. [36] In de loods zijn onder meer de volgende goederen in beslag genomen:
OB-1 (AAJD5077NL) - 24 jerrycans geheel gevuld met een basisch afval, totaal circa 600 liter [37] , volgens het NFI bevattende amfetamine en amfetamine gerelateerde syntheseverontreinigingen in een alkalische waterige vloeistof [38]
OB-2 (AAJD5078NL) - 20 jerrycans met een heldere zure vloeistof, totaal circa 600 liter [39] , volgens het NFI bevattende mierenzuur. [40]
Uit het NFI-rapport blijkt verder dat in relatie tot drugs formamide en mierenzuur worden gebruikt bij de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode. MAPA (methyl 3-oxo-2-fenylbutonaat) wordt gebruikt voor het vervaardigen van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine. Methanol kan als oplosmiddel worden gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs. [41]
Deze conclusie komt overeen met de voorlopige interpretatie van het LFO dat de aangetroffen productiemiddelen en (afval)chemicaliën typische middelen en chemicaliën zijn welke aangetroffen worden op locaties waar op zeer grote schaal synthetische drugs en/of precursoren worden vervaardigd. Gelet op het aantreffen van in totaal circa 75 liter amfetamineolie in combinatie met het in werking aantreffen van de nog lopende afzuiging en de hogere temperaturen in sommige jerrycans was de loods aan de [straatnaam] in Leeuwarden geheel in gebruik voor de grootschalige vervaardiging van amfetamine. Het aantreffen van een kookketel van circa 670 liter inhoud en een destillatie opstelling van circa 200 liter in combinatie met circa 2.000 liter divers druggerelateerd afval, lege gasflessen propaan, de emballage met opschriften “zwavelzuur”, “F” en “formamide”, samen met zakken Caustic soda en lege verpakkingen (16 dozen en 8 zakken) met resten preprecursoren wijst op het eerder ter plaatse op zeer grote schaal omzetten van APAA/MAPA in BMK en het op zeer grote schaal vervaardigen van amfetamine middels de Leuckart synthese vanuit BMK. [42]
Verdachte heeft bekend dat hij zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het bereiden en vervaardigen van amfetamineolie in de loods aan de [straatnaam] en daartoe ook gebruik heeft gemaakt van de loods aan de [straatnaam] . [43]
Verdachte heeft ontkend dat hij met (een) ander(en) voornoemde feiten heeft begaan. De rechtbank gaat aan deze verklaring voorbij nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking met anderen. Daartoe stelt de rechtbank het volgende vast.
De door verdachte gehuurde loods aan de [straatnaam] is eigendom van medeverdachte [medeverdachte] . [44] Uit de verklaringen van getuige [getuige 1] volgt dat de door verdachte gebruikte loods aan de [straatnaam] in Leeuwarden vanaf juni/juli 2019 is verhuurd aan medeverdachte [medeverdachte] . [45]
Uit peilbakengegevens van zowel de door verdachte als de door medeverdachte [medeverdachte] bestuurde auto blijkt dat beide auto’s op 28 november 2019 en 2 december 2019 op hetzelfde tijdstip aanwezig waren op de locatie [straatnaam] in Leeuwarden. [46] Ook blijkt dat op 6 december 2019 de auto van verdachte gedurende anderhalf uur heeft stil gestaan bij de woning van medeverdachte [medeverdachte] aan [straatnaam] in [woonplaats] , terwijl laatstgenoemde daar zelf ook aanwezig was. [47]
Uit observaties volgt dat ook op 12 november 2019 [48] en op 2 december 2019 [49] verdachte als medeverdachte [medeverdachte] gelijktijdig op de locatie aan de [straatnaam] aanwezig waren. Op 2 december 2019 om 15:28 uur gaan verdachte en medeverdachte [medeverdachte] samen het perceel binnen, waarna verdachte om 16:13 uur het pand verlaat. Op 27 november 2019 werd gezien dat verdachte omstreeks 17:06 uur nabij het draaihek bij de [straatnaam] in Leeuwarden contact had met medeverdachte [medeverdachte] . [50]
Uit onderzoek aan de bij verdachte inbeslaggenomen telefoon blijkt dat verdachte in verschillende chatgesprekken via de app Telegram zelf spreekt over compagnons dan wel in meervoud. [51] Zo bericht verdachte op 30 oktober 2019 aan [getuige 1] :
“Ik heb 2 compagnons (…)” [52] en
“Eigenlijk doen we alleen olie (…)” [53] en op 5 december 2019:
“ik moet met compagnons de prijs afrekenen excl mijn eigen deel”. [54] Op 5 december 2019 bericht verdachte aan [naam 6] :
“We zoeken er een nieuwe vaste aannemer voor olie bij.” [55]
Ook uit de overige inhoud van de door verdachte chatgesprekken blijkt dat hij samenwerkt met anderen. Zo bericht verdachte op 31 oktober 2019 aan [getuige 1] :
“ze liggen bij een ander” [56] en antwoordt hij op 9 december 2019 [naam 1] op diens vraag hoe snel hij eventueel 10 liter kan krijgen:
“Volgens mij heeft kale alle liters op voorraad…morgen ga ik in elk geval weer verse maken”. [57] Bovendien bericht [naam 1] aan verdachte in datzelfde gesprek dat hij een afspraak heeft voor eventuele verkoop en dat hij dat met [medeverdachte] heeft overlegd. Ook in de overige gesprekken met [naam 2] , [getuige 1] en [naam 3] wordt gesproken over de productie van synthetische drugs. [58]
Uit onderzoek aan de bij medeverdachte [medeverdachte] inbeslaggenomen telefoon blijkt dat hij op verschillende momenten contact heeft gehad met verdachte via de app Telegram en dat daarbij woorden werden gebruikt die duiden op de productie van amfetamine (
“vandaag stomen we”). [59] Ook heeft medeverdachte [medeverdachte] via Telegram contact gehad met ene [naam 4] , in welk contact [naam 4] op 5 juli 2019 bericht over het productieproces van synthetische drugs
(“heb nu de boel klaar staan om ff te smelten”en
“loogen kan altijd opnieuw”) [60] en op 13 augustus 2019 over de opstelling in het laboratorium (
“constructie van gasbeton”en
“ingepakt met isolatie”) [61] , welke overeenkomt met het aangetroffen laboratorium aan de [straatnaam] . [62] In datzelfde chatgesprek op 13 augustus 2019 vraagt medeverdachte [medeverdachte] aan [naam 4] : “
Oké hoeveel olie kwam er mee dan [63] en bericht hij:
“Oké kunnen er 3 onder dus”. [64] Voorts is op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte] een chatgesprek aangetroffen tussen hem en [naam 3] waarin [naam 3] bericht:
“methanol oftewel meoh”en waarbij in een doorgestuurde chat tussen [naam 3] en een [naam 7] wordt gesproken over formamide en wordt gevraagd
“hoeveel moet je hebben”. [65] De rechtbank stelt vast dat dit contact [naam 3] met Telegram-ID [nummer] , hetzelfde contact betreft aan wie verdachte tussen 1 en 22 november 2019 chats heeft doorgestuurd die eveneens gaan over de productie van synthetische drugs. [66]
De rechtbank concludeert op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met anderen, waaronder medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte huurde en gebruikte bedrijfsruimte van medeverdachte [medeverdachte] , was daar veelvuldig aanwezig in de rol van laborant, onderhield contact met medeverdachte [medeverdachte] en anderen over het productieproces en de productie van amfetamine, en hij deelde in de opbrengsten van de verkoop van de amfetamineolie.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het produceren van amfetamine(olie) en de voorbereidingshandelingen daartoe.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 juli 2019 tot en met 11 december 2019, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen, in een pand gelegen aan de [straatnaam] , aldaar, opzettelijk heeft vervaardigd en bereid en bewerkt en verwerkt en aanwezig gehad, hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij in de periode van 1 juli 2019 tot en met 11 december 2019, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen en/of bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van hoeveelheden van een materiaal telkens bevattende amfetamine, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar,
in pand gelegen aan de [straatnaam] en de [straatnaam] , materialen/goederen, te weten – onder meer –
- diverse jerrycans en
- een ketel en
- een distilleerder,
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten, dat die bestemd waren tot het plegen van dat feiten.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Eendaadse samenloop van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, (meermalen gepleegd)
en
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, (meermalen gepleegd)
2. Medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een passende straf aansluiting te zoeken bij de uitspraak ECLI:NL:RBLIM:2019:1550 en bepleit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen conform het reeds door verdachte ondergane voorarrest. Vanwege de persoonlijke omstandigheden, verdachte is niet eerder veroordeeld wegens soortgelijke feiten en de positieve ontwikkelingen na aanhouding kan daarnaast worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf met de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsadvies, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 juli 2020, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het vervaardigen van amfetamine(olie) en het verrichten van voorbereidingshandelingen daartoe. Daarnaast heeft verdachte een hoeveelheid van 80 liter amfetamine(olie) aanwezig gehad.
De productie van en handel in synthetische drugs moet krachtig worden bestreden wegens de schadelijkheid daarvan voor de volksgezondheid. Het betreft hier verslavende en bewustzijnsbeïnvloedende middelen ten aanzien waarvan de wetgever (onder meer) om die reden de productie en het bezit heeft verboden. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs ook direct gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door de vele illegale dumpingen van vrijkomende chemische afvalstoffen in natuurgebieden. Verder is de vervaardiging van amfetamine bezwarend voor de directe leefomgeving van de locatie van het laboratorium, onder andere vanwege de opslag en bewerking van gevaarlijke stoffen en het mogelijke explosiegevaar. Van de productie van synthetische drugs is bovendien algemeen bekend dat dit steeds meer gepaard gaat met andere, ook zwaardere vormen van criminaliteit.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich met de productie van synthetische drugs heeft ingelaten, kennelijk uit winstbejag, maar zonder acht te slaan op de risico’s en de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu.
Uit het uittreksel justitiële documentatie volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld wegens soortgelijke feiten.
Uit de reclasseringsadviezen van 14 april 2020 en 22 juli 2020, telkens opgesteld door B.E. van Leeuwen, reclasseringswerker van Reclassering Nederland te ’s-Gravenhage, blijkt onder meer dat verdachte op meerdere leefgebieden problemen heeft. Hij staat niet bij een gemeente ingeschreven, hij heeft geen huisvesting, geen dagbesteding en hij heeft financiële problemen. Deze combinatie van problemen ligt ten grondslag aan de gepleegde feiten. De reclassering heeft de indruk dat verdachte zijn problemen niet meer kon overzien en daardoor verkeerde keuzes heeft gemaakt. Er is een gebrek aan oplossingsvaardigheden.
De reclassering schat het risico op recidive als gemiddeld. Geadviseerd is de oplegging van een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan praktische hulpverlening (Aubisque), een contactverbod met medeverdachten en het meewerken aan schuldhulpverlening.
Het behoeft geen nader betoog dat, gelet op het voorgaande, uit oogpunt van preventie en maatschappelijke veiligheid streng moet worden opgetreden tegen het op grote schaal vervaardigen van amfetamine en het verrichten van voorbereidingshandelingen daartoe.
De rechtbank is van oordeel dat een vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door afdoening met een lichtere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf miskend zouden worden.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf gekeken naar de straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd. Voor deelname aan een amfetaminelaboratorium worden in de regel langdurige gevangenisstraffen opgelegd. De straffen moeten immers voldoende afschrikkende werking hebben ten opzicht het lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs.
Alles afwegende, in het bijzonder de inhoud reclasseringsadviezen en de rol die verdachte kennelijk had met betrekking tot het amfetaminelaboratorium, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden dient te worden opgelegd. Hiervan zal de rechtbank een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk opleggen, om verdachte er van te weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen en om de oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden mogelijk te maken.
De rechtbank zal de voorwaarden overnemen, met uitzondering van het contactverbod.

Inbeslaggenomen goederen

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het volgende gevorderd:
- verbeurdverklaring van de bestelauto (VW Transporter, kenteken [kenteken] );
- onttrekking aan het verkeer van een stuk papier (pakbon 2017), een wapen (TASER), een bruine kist en twee ING passen (op naam van [naam 5] );
- bewaring ten behoeve van de rechthebbende van een heftruck (PAPRO, kleur: geel).
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich verzet tegen verbeurdverklaring van de bestelauto, aangezien er geen directe relatie is tussen de bestelauto en de feiten.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het aan verdachte toebehorende in beslag genomen voorwerp, te weten een wapen (TASER), vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu dit voorwerp bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten is aangetroffen terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet.
De rechtbank is van oordeel dat de bestelauto (VW Transporter, kenteken [kenteken] ) moet worden teruggegeven aan de rechthebbende. Voornoemde bestelauto behoort niet aan verdachte toe. Ook blijkt niet dat de eigenaar bekend was met de verkrijging door middel van het strafbare feit, of met het gebruik of de bestemming in verband daarmee, dan wel die verkrijging, dat gebruik of die bestemming redelijkerwijs had kunnen vermoeden (artikel 33a, lid 2, Sr).
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten een papier (pakbon 2017), een kist (kleur: bruin), twee passen (ING op naam van ‘ [naam 5] ’) en de heftruck (PAPRO, kleur: geel), moeten worden bewaard ten behoeve van de tot nu toe onbekend gebleven rechthebbende(n).

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36d, 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken van de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, laat begeleiden door Aubisque of een soortelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
3. dat de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen wapen (TASER).

Gelast de teruggaveaan de rechthebbende (autobedrijf Wagenaar, Buurstede 8, 8431 NB, Oosterwolde (Fr)) van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven bestelauto (VW Transporter, kenteken [kenteken] ).
Gelast de bewaringvan de in beslag genomen voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende van een papier (pakbon 2017), een kist (kleur: bruin), twee passen (ING op naam van ‘ [naam 5] ’) en de heftruck (PAPRO, kleur: geel).
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Maring, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 augustus 2020.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van ambtsedige processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met nummer NN1R019115-GLUCK, opgemaakt door Districtsrecherche Fryslân, waarvan de ordners als volgt zijn onderverdeeld en genummerd. Algemeen dossier en persoonsdossier zijn doorgenummerd 1 tot en met 741. Methodieken dossier is doorgenummerd 1 tot en met 51. Beslag dossier is doorgenummerd 1 tot en met 227.
2.Algemeen dossier pagina 125.
3.Algemeen dossier pagina 135.
4.Beslag dossier pagina 218.
5.Algemeen dossier pagina 511.
6.Beslag dossier pagina 218.
7.Algemeen dossier pagina 511.
8.Beslag dossier pagina 219.
9.Algemeen dossier pagina 512.
10.Beslag dossier pagina 219.
11.Algemeen dossier pagina 512.
12.Beslag dossier pagina 219.
13.Algemeen dossier pagina 512.
14.Beslag dossier pagina 219.
15.Algemeen dossier pagina 512.
16.Beslag dossier pagina 219.
17.Algemeen dossier pagina 512.
18.Beslag dossier pagina 219.
19.Algemeen dossier pagina 512.
20.Beslag dossier pagina 219.
21.Algemeen dossier pagina 512.
22.Beslag dossier pagina 219.
23.Algemeen dossier pagina 512.
24.Beslag dossier pagina 219.
25.Algemeen dossier pagina 512.
26.Beslag dossier pagina 220.
27.Algemeen dossier pagina 512.
28.Beslag dossier pagina 220.
29.Algemeen dossier pagina 512.
30.Beslag dossier pagina 220.
31.Algemeen dossier pagina 513.
32.Beslag dossier pagina 220.
33.Algemeen dossier pagina 513.
34.Beslag dossier pagina 220.
35.Algemeen dossier pagina 513.
36.Algemeen dossier pagina 162.
37.Beslag dossier pagina 221.
38.Algemeen dossier pagina 513.
39.Beslag dossier pagina 221.
40.Algemeen dossier pagina 513.
41.Algemeen dossier pagina 514.
42.Algemeen dossier pagina 136.
43.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 augustus 2020.
44.Persoons dossier pagina 626.
45.Algemeen dossier pagina’s 166, 167, 174 en 175.
46.Algemeen dossier pagina 189.
47.Algemeen dossier pagina 190.
48.Algemeen dossier pagina’s 42 en 44.
49.Algemeen dossier pagina’s 77 en 79.
50.Algemeen dossier pagina 74.
51.Algemeen dossier pagina’s 192 en193.
52.Algemeen dossier pagina 203.
53.Algemeen dossier pagina 204.
54.Algemeen dossier pagina 218.
55.Algemeen dossier pagina 201.
56.Algemeen dossier pagina 207.
57.Algemeen dossier pagina 222.
58.Algemeen dossier pagina 193.
59.Algemeen dossier pagina 242.
60.Algemeen dossier pagina 243.
61.Algemeen dossier pagina’s 243 en 245.
62.Algemeen dossier pagina 241.
63.Algemeen dossier pagina 244.
64.Algemeen dossier pagina 245.
65.Algemeen dossier pagina’s 241 en 242.
66.Algemeen dossier pagina 193.