Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- het tussenvonnis van 19 februari 2020
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
Het standpunt van [eiseres]
(€ 8.064,- + € 19.940,- =) € 27.004,-. Tot slot maakt [eiseres] aanspraak op buitengerechtelijke kosten ad € 1.095,- conform het 'beleid BIK' en de vertaalkosten ad € 496,-. De vennoten van [gedaagden] zijn op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk.
4.De beoordeling
bis-Vo [1] jo. artikel 99 Rv is daarom deze rechtbank bevoegd. Partijen hebben ook geen rechtskeuze gemaakt. [gedaagden] is de verkoper. Op grond van artikel 4 lid 1 onder a Rome I- Vo [2] is daarom Nederlands recht van toepassing. Dit alles is tussen partijen overigens niet in geschil.
Ik ben er zelf bij geweest toen [naam 2] in het tweede telefoongesprek tegen [gedaagden] kenbaar maakte dat bij hen stond de persoon die balen wilde kopen voor uitvoer naar Noorwegen (ik dus)." Dat [gedaagden] toen mogelijk nog niet wist dat [eiseres] haar wederpartij was, doet er niet aan af dat zij wel wist met een buitenlandse partij zaken te doen. De rechtbank zal dan ook aan de hand van het Weens Koopverdrag oordelen over de toewijsbaarheid van de vordering van [eiseres] .
1.390,00(2,0 punten × tarief € 695,00)