Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Het geschil en de beoordeling ervan
'ik niet [..] met succes middels het strafrecht kan worden afgedwongen dat u voor de geleden schade schadeloos gesteld kan zult worden… Ik heb nog overleg gehad met mijn confrère alhier [naam cnofrere] , die mij aangaf in het civiele traject evenmin reële mogelijkheden te zien…''
op verschillende rechtsgebieden waaronder het verbintenissenrecht…'. Bovendien blijkt ook uit de brief van [naam gedaagde] van 23 april 2009 voldoende dat toentertijd juist de mogelijkheid van verhaal van schade op de Staat ter sprake is gekomen. De kantonrechter komt daarom tot het oordeel dat de aan [naam gedaagde] gegeven opdracht breder was dan alleen bijstand in de strafzaak tegen [naam eiser] . [naam gedaagde] diende ook de civiele aspecten verbonden aan de destijds bestaande verdenking tegen [naam eiser] te behartigen.
3.Beslissing
10 november 2020voor uitlating door
[naam eiser]of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
beide partijende verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden november 2020 tot en met maart 2021 direct op voornoemde rolzitting moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,