In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 november 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een zelfstandig ondernemer die zich schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen van 339 decoders. De verdachte had in de periode van 1 september 2016 tot en met 14 september 2017 decoders verworven van een particulier, die later bleek te zijn betrokken bij oplichting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte tekortgeschoten was in zijn onderzoeksplicht naar de herkomst van de decoders, vooral omdat hij drie maanden voor de aankopen door de politie was gewaarschuwd over het kopen van grote hoeveelheden decoders van een particulier. Ondanks dat de verdachte ontkende te weten dat de decoders van misdrijf afkomstig waren, oordeelde de rechtbank dat hij aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een voorwaardelijke taakstraf van 80 uur, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.