ECLI:NL:RBNNE:2020:4085

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
18/730022-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor verkrachting en vervaardigen van kinderporno

Op 19 november 2020 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, de maatregel van TBS met voorwaarden en een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. De verdachte, die zich in verminderde mate toerekeningsvatbaar heeft getoond, is schuldig bevonden aan het verkrachten van een minderjarige, het meermalen vervaardigen van kinderporno en het gewoonte maken van het bezitten en verwerven van kinderporno. De verdachte had zich op Instagram voorgedaan als een 17-jarige jongen en benaderde minderjarige meisjes, waarbij hij seksueel getinte berichten verstuurde en hen vroeg om naaktfoto's. Tijdens een ontmoeting met een van de slachtoffers heeft hij haar, tegen haar wil, gezoend en andere ontuchtige handelingen gepleegd, wat leidde tot het seksueel binnendringen van haar lichaam. Bij het onderzoek naar de verdachte zijn verschillende telefoons en een laptop in beslag genomen, waarop een grote hoeveelheid kinderporno is aangetroffen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat. De verdachte is ook veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan een van de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730022-20
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/730366-15
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 november 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorteplaats] 1978 te [geboortedatum] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de [instelling] te Leeuwarden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 05 november 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.M. Bakx, advocaat te Heerenveen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr J. Houwink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. primair
hij op of omstreeks 2 januari 2020 te Franeker, in de gemeente Waadhoeke, door een andere feitelijkheid, [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2006, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , zijn, verdachte(s), vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht,
en bestaande die andere feitelijkheid hierin dat verdachte
- via Instagram en/of via Whatsapp-contact een afspraak heeft gemaakt om elkaar te ontmoeten bij sporthal "de Trije", aldaar
en/of (vervolgens) zeer onverhoeds en/of onvoorzien voor die [slachtoffer 1] zijn vinger(s) tussen de schaamlippen heeft gestoken/geduwd/gebracht,
in welke psychische overwichtssituatie, mede gelet op verdachtes leeftijd en de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 1] zich niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen die seksuele handeling(en) van verdachte en/of dat verdachte voornoemde handeling(en) zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 1] niet in staat was die handeling(en) (voldoende en tijdig) af te weren of
daartegen weerstand te bieden;
subsidiair
hij op of omstreeks 2 januari 2020 te Franeker, in de gemeente Waadhoeke, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2006, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte
- die [slachtoffer 1] getongzoend en/of
- de (bedekte en/of onbedekte) borst(en) van die [slachtoffer 1] vastgepakt/gestreeld,
althans betast, in elk geval aangeraakt en/of
- de (bedekte en/of onbedekte) billen van die [slachtoffer 1] gestreeld, althans betast, in
elk geval aangeraakt en/of
- zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht, althans
de (bedekte en/of onbedekte) vagina van die [slachtoffer 1] gestreeld, althans betast, in
elk geval aangeraakt;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 2 januari 2020 te Franeker, in de gemeente Waadhoeke, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2006, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte
- die [slachtoffer 1] getongzoend en/of
- de (bedekte en/of onbedekte) borst(en) van die [slachtoffer 1] vastgepakt/gestreeld, althans betast, in elk geval aangeraakt en/of
- de (bedekte en/of onbedekte) billen van die [slachtoffer 1] gestreeld, althans betast, in elk geval aangeraakt en/of
- de (bedekte en/of onbedekte) vagina van die [slachtoffer 1] gestreeld, althans betast,
in elk geval aangeraakt;
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 december 2019 tot en met 31 januari 2020, te [pleegplaats], in de gemeente Waadhoeke, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens afbeeldingen en/of een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten (een) digitale fotobestand(en) en/of (een) digitale filmbestand(en), aangetroffen op een gegevensdrager, te weten een GSM, merk Samsung, Galaxy A6, van seksuele gedraging(en),
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2006, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd/doen vervaardigen en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of poseerde in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd paste en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen/film(s) nadrukkelijke het (ontblote) geslachtsdeel en/of borst(en) in beeld gebracht werden
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekt(e) tot seksuele prikkeling
en/of
het met de/een vinger(s) vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bestandsnamen:
- “ [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] ”
(zie dossier pag. 20 tot en met 23)
- “ [bestandsnaam] , [bestandsnaam] en [bestandsnaam] “
(zie representatieve fotomap nummer: KP 2020-08 pagina’s 8 en 9)
van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2019 tot en met 31 januari 2020, te [pleegplaats], in de gemeente Waadhoeke, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens afbeeldingen en/of een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten (een) digitale fotobestand(en), aangetroffen op een gegevensdrager, te weten een GSM, merk Samsung Galaxy A6, van seksuele gedraging(en),
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum] 2007, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd/ doen vervaardigen en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of poseerde in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd paste en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen/film(s) nadrukkelijke het (ontblote) geslachtsdeel en/of borst(en) in beeld gebracht werden
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekt(e) tot seksuele prikkeling
Bestandsnamen:
- ‘ [bestandsnaam] ’ en ‘ [bestandsnaam] ’ (zie representatieve fotomap
nummer: KP 2020-08 pagina 10)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Bestandsnaam:
- ‘ [bestandsnaam] ’ ( zie representatieve fotomap nummer: KP 2020-08 pagina 10)
van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij op of omstreeks 1 februari 2020, te [pleegplaats], in de gemeente Waadhoeke,
meermalen, althans eenmaal, telkens
afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen -
te weten (een) digitale fotobestand(en) en/of en/of een digitale filmbestand(en), aangetroffen op een 2-tal gegevensdrager(s), te weten een computer, merk Fujitsu en een GSM, merk Samsung, Galaxy A6, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) –zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- ( Bestandsnaam: [bestandsnaam]
)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- ( Bestandsnaam: [bestandsnaam]
)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt was en/of poseerde in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd paste en/of
waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn kleding ontdeed en/of
(waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen/film(s) nadrukkelijke de (ontblote) geslachtsdelen/of borst(en) en/of billen in beeld gebracht werden
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekt(e) tot seksuele prikkeling
- ( Bestandsnaam: [bestandsnaam]
zie dossier pag. 57)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- ( Bestandsnaam: [bestandsnaam]
)
van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte een gewoonte heeft gemaakt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd het onder 1. primair, 2., 3. en 4. ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft onder overlegging van een pleitnota, zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1. Met betrekking tot de feiten 2. en 3. heeft de raadsvrouw aangevoerd dat deze feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard met uitzondering van het vervaardigen of doen vervaardigen. Voorts kan, aldus de raadsvrouw, niet wettig en overtuigend bewezen verklaard worden dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt. De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van een bewezenverklaring voor feit 4.
Oordeel van de rechtbank
ten aanzien van feit 1.
Verdachte heeft bij de politie en aanvankelijk tijdens de behandeling verklaard dat er geen sprake is geweest van binnendringen bij het slachtoffer. Na de onderbreking tijdens de behandeling ter zitting heeft verdachte verklaard dat het misschien gebeurd is zoals het slachtoffer heeft verklaard en dat hij dat heeft verdrongen. Verdachtes verklaring versterkt de verklaring van het slachtoffer, zodat bij de rechtbank op basis van deze wettige bewijsmiddelen de overtuiging is ontstaan dat verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan het onder 1. primair ten laste gelegde.
ten aanzien van de feiten 2. en 3.
 Vervaardigen
Verdachte heeft, zoals hierna aangegeven in de bewijsmiddelen, ter zitting bekend dat hij naaktfoto's en -filmpjes van beide slachtoffers in zijn bezit had. Verdachte heeft een aantal van die beelden van hen ontvangen via Snapchat terwijl deze beelden op dat moment door de meisjes werden gemaakt. De werking van Snapchat is erop gebaseerd dat de ontvangen media slechts tijdelijk zichtbaar zijn bij de ontvangers. Daarna verdwijnen de bestanden van de servers van Snapchat. Verdachte heeft echter vervolgens met een op zijn telefoon aanwezige app de beelden vastgelegd op zijn telefoon. Nu deze beelden niet eerder waren vastgelegd, heeft verdachte daarmee nieuwe afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarige meisjes zijn betrokken, gemaakt. Met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad van 22 januari 2019 (ECLI:NL:HR:2019:93) oordeelt de rechtbank dat verdachte door aldus te handelen, zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno.
 Gewoonte maken
De rechtbank is, met de raadsvrouw, van oordeel dat gelet op het aantal bij verdachte aangetroffen afbeeldingen en filmpjes van de beide met naam genoemde slachtoffers, geen sprake is van een gewoonte maken van het vervaardigen van afbeeldingen dan wel het in bezit hebben daarvan als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte zal daarom van dat deel van de tenlasteleggingen worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
ten aanzien van feit 1.
1. De door verdachte ter zitting van 05 november 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Voor de zomer in 2019 heb ik een account op Instagram aangemaakt. Op dat account noemde ik mij [naam 1] . [naam 1] was 17 jaar oud. Via dat account heb ik als [naam 1] een afspraak met [slachtoffer 1] gemaakt. Wij hebben elkaar op 2 januari 2020 in Franeker bij sporthal 'De Trije' ontmoet. [slachtoffer 1] wist dat ik in plaats van [naam 1] kwam en dat ik 35 jaar oud was. Ik heb [slachtoffer 1] een tongzoen gegeven en haar borsten aangeraakt. Ook heb ik onder haar kleding haar billen en vagina aangeraakt. Het zou kunnen dat het is gegaan zoals [slachtoffer 1] heeft verklaard en dat ik ook met mijn vingers tussen haar schaamlippen ben geweest.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 11 februari 2020, opgenomen op pagina 204 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2020027724 d.d. 23 april 2020, inhoudend als verklaring van verdachte:
[slachtoffer 1] heb ik leren kennen via Instagram. Ik was toen [naam 1] .
Ik kreeg voor kerst en oud en nieuw van 2019 voor het eerst contact met [slachtoffer 1] . Wij waren al vriendjes op Instagram. Ik wist dat ze 13 jaar was en dat ze aan badminton doet. Haar achternaam is [slachtoffer 1] .
Ik heb een afspraak gemaakt met haar via [naam 1] . Ik zei dat ik zelf niet kon komen maar dat ik wel iemand wist die wel kon komen. Via WhatsApp, ook op mijn eigen nummer en toen hebben we via mijn eigen nummer van de Samsung afgesproken bij de Trije in Franeker.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 februari 2020, opgenomen op pagina 85 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij] :
Ik doe namens mijn dochter [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2006, aangifte. Dit gebeurde op 2 januari 2020. Zoals [slachtoffer 1] vertelde heeft dit plaats gevonden bij sporthal De Trije op de oprit bij de grote parkeerplaats.
Van de persoon tegen wie ik aangifte wil doen hebben we alleen maar de 06-nummers. En dat hij zich [verdachte] noemt en hij zegt dat hij 35 jaar was en hij reed in een bruine Fiat Punto. Van die [verdachte] is één nummer en een nummer van een [naam 1] van 19 jaar oud. Die kende ze via Instagram. Via die [naam 1] is het allemaal begonnen. Daar heeft ze via contact gekregen met deze man.
Ze heeft hem ontmoet. Hij begon te zoenen en heeft zichzelf aan haar opdrongen. Hij heeft aan haar borsten gezeten en in haar broek. En ze zei dat ze verstijfde en daardoor niks meer kon doen. Tot het moment dat hij bij haar in de broek zat, toen kwam ze weer bij zinnen en begon en dacht van 'hè dit wil ik niet'. En toen heeft ze hem van haar afgeschud. Ze maakte een afwerende beweging en daarop stopte hij.
Ze zei: "Hij begon mij te zoenen, hij ging met zijn handen onder mijn shirt, en hij zat aan mijn tieten, en kut en begon te wrijven. En toen werd ik weer wakker en duwde ik hem van mij af. Ik verstijfde helemaal."
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 februari 2020, opgenomen op pagina 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik doe aangifte van het feit dat [verdachte] op 2 januari 2020 aan mij heeft gezeten. Hij begon mij te zoenen en zat aan mijn borsten. Daarna zat hij ook aan mijn kont en mijn vagina. Ik raakte verstijfd, waardoor ik mee ging zoenen. Ik wist dat hij ouder was dan ik en ik kan daar niet tegen op.
[verdachte] en ik stonden bij sporthal De Trije in Franeker. Hij was met een bruine Fiat Punto. [verdachte] ging met zijn hoofd naar mij toe en ging aan mij zitten en deed mijn hoofd omhoog bij mijn kin. En toen ging hij mij zoenen. Toen kwam hij tegen mijn lippen en deed zijn tong in mijn mond. Vanaf dat moment ben ik verstijfd geraakt. Ik ging wel mee in het zoenen. Ik wist niet wat ik moest doen.
Tijdens het zoenen zat hij eerst aan mijn arm, aaien van beneden naar boven en ging toen naar mijn borsten. Hij raakte mijn linkerborst aan. Hij ging er in knijpen. Dat was over de kleding. Toen bewoog hij langzaam naar mijn kont en ging aan mijn kont zitten. Dat was in mijn broek. Hij kneep wat in mijn kont en hield mijn kont een beetje vast. Toen begon hij
aan mijn vagina te zitten. Hij hield zijn hand in mijn broek en ging in mijn broek langs
de zijkant naar de voorkant van mijn lichaam en ging op mijn vagina wrijven. Ik zette toen een stap naar achter. Hij heeft mij ook tussen mijn schaamlippen aangeraakt. Hij wreef tussen mijn schaamlippen. Ik vond dat niet leuk. Ik deed een stap naar achteren. Hij ging nog heel even door met wrijven en is toen gestopt.
ten aanzien van de feiten 2. en 3.
De rechtbank acht de feiten 2. en 3. wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 05 november 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal digitaal onderzoek d.d. 2 februari 2020, opgenomen op pagina 18 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant 1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 februari 2020, opgenomen op pagina 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 6 maart 2020, opgenomen op pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] ;
5. de eigen waarneming van de rechtbank van de representatieve fotomap welke door de officier van justitie is gedeponeerd op het kabinet rechter-commissaris.
Deze bewijsmiddelen bevatten de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, waarbij ieder bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts gebruikt is voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
ten aanzien van feit 4.
De rechtbank acht feit 4. wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 05 november 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal met bijlagen, waaronder bijlage II: Collectiescan, d.d. 6 april 2020, opgenomen op pagina 38 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3].

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. primair, 2., 3. en 4. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 2 januari 2020 te Franeker, in de gemeente Waadhoeke, door een feitelijkheid, [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2006, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende hij, verdachte, zijn vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] gebracht, en bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte via Instagram en via Whatsapp-contact een afspraak heeft gemaakt om elkaar te ontmoeten bij sporthal "de Trije", aldaar
en vervolgens zeer onverhoeds en onvoorzien voor die [slachtoffer 1] zijn vingers tussen de schaamlippen heeft gebracht, terwijl er sprake was van een psychische overwichtssituatie, mede gelet op verdachtes leeftijd en de minderjarige leeftijd van die [slachtoffer 1] , waardoor die [slachtoffer 1] zich niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die seksuele handelingen van verdachte en dat verdachte voornoemde handelingen zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 1] niet in staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
2.
hij in de periode van 30 december 2019 tot en met 31 januari 2020, te [pleegplaats], in de gemeente Waadhoeke, meermalen, afbeeldingen, te weten digitale fotobestanden en digitale filmbestanden op een gegevensdrager, te weten een GSM, merk Samsung, Galaxy A6, heeft vervaardigd en in bezit gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] , geboren [geboortedatum] 2006, is betrokken, welke seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
- Bestandsnamen:
“ [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] ”
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij door de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel en borst in beeld gebracht werden en waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en strekten tot seksuele prikkeling
en
het met vingers vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het aanraken van de geslachtdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
- Bestandsnamen:
“ [bestandsnaam] , [bestandsnaam] en [bestandsnaam] ’’
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij door de uitsnede van de afbeeldingnadrukkelijke het ontblote geslachtsdeel en borsten in beeld gebracht werden en
waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en strekten tot seksuele prikkeling
of
het betasten van de geslachtdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.
3.
hij in de periode van 28 november 2019 tot en met 31 januari 2020, te [pleegplaats], in de gemeente Waadhoeke, meermalen, afbeeldingen, te weten digitale fotobestanden op een gegevensdrager, te weten een GSM, merk Samsung, Galaxy A6, heeft vervaardigd en in bezit gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum] 2007, is betrokken, welke seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
- Bestandsnamen: ‘‘ [bestandsnaam] ’ en ‘ [bestandsnaam] ’’
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, door de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijke het ontblote geslachtsdeel en borst in beeld gebracht werden
waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en strekten tot seksuele prikkeling.
4.
hij op 1 februari 2020, te [pleegplaats], in de gemeente Waadhoeke, meermalen, afbeeldingen, te weten digitale fotobestanden en een digitale filmbestanden, aangetroffen op een 2-tal gegevensdragers, te weten een computer, merk Fujitsu en een GSM, merk Samsung, Galaxy A6, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke voornoemde seksuele gedragingen –zakelijk weergegeven- bestonden uit:
- Bestandsnaam: [bestandsnaam] ;
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
- Bestandsnaam: [bestandsnaam]
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt
of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
- Bestandsnaam: [bestandsnaam]
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt was en/of poseerde in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd paste en/of
waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn kleding ontdeed en/of
(waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeeldingen/film(s) nadrukkelijke de (ontblote) geslachtsdelen/of borst(en) en/of billen in beeld gebracht werden
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekt(e) tot seksuele prikkeling
en
- ( Bestandsnaam: [bestandsnaam] )
het masturberen bij of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
of
het houden van een penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
van welk misdrijf verdachte een gewoonte heeft gemaakt.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair
Verkrachting.
2.
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
3.
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
4.
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage van 26 september 2020, opgemaakt door dr. T.W.P.D. van Os, psychiater, en S. Asl Baakhtari, psychiater in opleiding.
Zij concluderen dat bij verdachte sprake is van pedofilie, niet-exclusieve type, een persoonlijkheidsstoornis met ontwijkende, narcistische en antisociale trekken en het syndroom van Klinefelter. Deze stoornissen zijn chronisch aanwezig en waren ook aanwezig ten tijde van hetgeen verdachte ten laste wordt gelegd. De stoornissen hebben zijn gedragskeuzes en gedragingen beïnvloed.
Onderzoekers adviseren de rechtbank om het tenlastegelegde verminderd aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank heeft voorts gelet op de psychologische onderzoeksrapportage van 18 september 2020, opgemaakt door drs. J.P.M. van der Leeuw, psycholoog.
De psycholoog concludeert dat bij verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis. Er is sprake van pedofilie, niet-exclusieve type en van een ongespecificeerde somatisch-symptoomstoornis of verwante stoornis. Daarnaast wordt de persoonlijkheidsstructuur gekenmerkt door borderline- en onrijpe persoonlijkheidstrekken. Ten tijde van het ten laste gelegde waren genoemde ziekelijke stoornissen en trekken van de persoonlijkheidsstructuur aanwezig en deze hebben verdachtes gedragskeuzes en gedragingen beïnvloed. De psycholoog adviseert om verdachte het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank kan zich met deze conclusies verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat de bewezen verklaarde feiten 1. primair, 2., 3. en 4 aan verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu geen sprake is van volledige ontoerekeningsvatbaarheid en er ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.

Strafmotivering en motivering van de maatregelen

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1. primair, feit 2., feit 3. en feit 4. wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden (hierna: Tbs met voorwaarden) wordt opgelegd, onder de voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 27 oktober 2020. De officier heeft verder gevorderd de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM) op grond van artikel 38z Wetboek van Strafrecht aan verdachte op te leggen.
Voor wat betreft de afdoening van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd de Samsung Galaxy A6 en de laptop, merk Fujitsu, te onttrekken aan het verkeer.
De officier heeft tot slot gevorderd dat dat de aan verdachte onder parketnummer
18/730366-15 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 365 dagen geheel ten uitvoer wordt gelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gemotiveerd gepleit voor oplegging van een terbeschikkingstelling met voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, alsmede van een gevangenisstraf van ongeveer tien maanden tot begin december in verband met de opname van verdachte in de [instelling] in Utrecht. Verdachte heeft verklaard in te stemmen met alle voorwaarden zoals die geformuleerd zijn in het reclasseringsrapport. Voorts kan verdachte zich vinden in het opleggen van een GVM. De raadsvrouw heeft verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, zodat verdachte op korte termijn kan worden opgenomen om te worden behandeld.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf en de maatregelen heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van een minderjarige, het meermalen vervaardigen van kinderporno en het gewoonte maken van het bezitten en verwerven van kinderporno.
Zeer ernstige feiten waarop in beginsel moet worden gereageerd met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Verdachte heeft zich op Instagram voorgedaan als een 17-jarige jongen met de naam ‘ [naam 1] ’. Via het Instagramprofiel van [naam 1] benaderde hij minderjarige meisjes. Met een tweetal van die meisjes heeft verdachte gedurende enige tijd contact onderhouden via Instagram en Snapchat. Verdachte stuurde aan [slachtoffer 2] , destijds twaalf jaar oud, seksueel getinte berichten en vroeg haar om naaktfoto’s. Verdachte heeft die afbeeldingen vastgelegd, zodat -anders dan de bedoeling was-, die afbeeldingen permanent tot zijn beschikking stonden. Ook [slachtoffer 1] , destijds dertien jaar oud, heeft aan verdachte naaktfoto’s gestuurd die verdachte vervolgens heeft vastgelegd. Daar is het echter niet bij gebleven. Met [slachtoffer 1] heeft verdachte een afspraak gemaakt. Tijdens de ontmoeting met [slachtoffer 1] heeft verdachte haar, tegen haar wil en gebruik makend van het psychische overwicht dat hij als 42-jarige man op haar had, onverwacht gezoend, aan haar borsten gezeten, haar vagina aangeraakt en is hij met zijn vingers tussen haar schaamlippen gegaan. Tijdens het hierop volgende onderzoek naar verdachte heeft de politie verschillende telefoons en een laptop in beslag genomen waarop een grote hoeveelheid kinderporno is aangetroffen.
Verdachte heeft zich bij dit alles alleen laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften en op geen enkele wijze rekening gehouden met de kwetsbaarheid van jonge meisjes als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De gevolgen van zijn handelen heeft hij niet onder ogen willen zien. Daarnaast heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1] en haar zelfbeschikkingsrecht met voeten getreden. Het is bovendien algemeen bekend dat seksueel misbruik langdurig ernstige nadelige psychische gevolgen kan hebben voor (de seksuele ontwikkeling van) een slachtoffer, waarbij op kortere of langere termijn (al dan niet blijvende) emotionele schade verwacht kan worden. Dat de gevolgen voor [slachtoffer 1] ingrijpend zijn geweest, blijkt ook uit de slachtofferverklaring die door haar moeder is opgesteld. [slachtoffer 1] voelt zich nog steeds onveilig. Door het verzamelen van kinderporno heeft verdachte bijgedragen aan het permanent beschadigen van kinderen en een verwerpelijke rol gespeeld in de exploitatie van kinderen en instandhouding van de markt voor dergelijk materiaal.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 oktober 2020, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het bezit van kinderporno. De rechtbank weegt strafverzwarend mee dat verdachte tijdens een lopend reclasseringstoezicht en terwijl hij werd behandeld, opnieuw de fout is ingegaan. Ook strafverzwarend acht de rechtbank dat de verdachte een stap verder is gegaan dan het louter verzamelen van door anderen vervaardigd materiaal: hij heeft naar hem gestuurde afbeeldingen die slechts tijdelijk aan hem beschikbaar werden gesteld, vastgelegd, en is overgegaan tot zogenaamd ‘hands-on’ contact.
Ook heeft verdachte berekenend gehandeld, door na het fysieke contact met [slachtoffer 1] als [naam 1] haar opnieuw te vragen om naaktfoto’s en haar op het hart te drukken niemand iets te vertellen over wat haar was overkomen. Hij heeft -nadat de politie op 1 februari 2020 apparatuur bij hem in beslag had genomen- [slachtoffer 2] gezegd dat ze alle communicatie met hem moest verwijderen. Tot slot heeft verdachte na 1 februari 2020 andere gegevensdragers dan die de politie in beslag had genomen, onklaar gemaakt.
Ten voordele van de verdachte houdt de rechtbank er rekening mee de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Uit de eerder genoemde gedragsdeskundige rapportages volgt dat de ziekelijke stoornis van verdachte in aanzienlijke mate heeft doorgewerkt bij het plegen van de strafbare feiten. Ook ervaart verdachte veel lijdensdruk van zijn stoornissen.
Uit het rapport van de psychiater Van Os en psychiater in opleiding S. Asl Baakhtari, blijkt verder het volgende. Bij verdachte is sprake van een combinatie van stoornissen met een driftleven dat hem aanzet om zich seksueel grensoverschrijdend op te stellen ten aanzien van kinderen, terwijl er tegelijkertijd te weinig remmende krachten zijn die hem daarvan weerhouden, met name als hij uit evenwicht is. Alles overziend stellen zij dat het risico op recidive in de toekomst als hoog moet worden ingeschat. Een behandeling en begeleiding wordt noodzakelijk geacht om de kans op herhaling binnen aanvaardbare grenzen te krijgen. Een ambulante behandeling volstaat volgens de onderzoekers niet. Steun voor die opvatting zien de onderzoekers in de informatie van de GGZ waar verdachte een aantal jaren onder behandeling was en waar een klinisch traject werd geadviseerd zelfs zonder dat duidelijk was dat verdachte inmiddels tot de hem tenlastegelegde feiten was gekomen. De onderzoekers adviseren een klinische behandeling. Om te voorkomen dat verdachte zich opnieuw kan onttrekken aan de behandeling adviseren zij deze behandeling te laten plaatsvinden in het kader van een Tbs-maatregel. Er moet garantie zijn op behandeling in plaats van detentie bij het niet nakomen van de voorwaarden. Het beveiligingsniveau van een FPC wordt niet nodig geacht. Voorts adviseren de onderzoekers om aan verdachte een GVM op te leggen. Deze maatregel biedt de mogelijkheid om zo lang als nodig is toezicht te kunnen houden na afloop van de Tbs met voorwaarden op o.a. het gedrag op sociale media, zijn relationele functioneren en eventuele andere risicofactoren die in de loop van de behandeling naar voren komen.
De psycholoog Van der Leeuw concludeert in zijn rapport dat het recidiverisico matig tot hoog is. Bij een voltooide behandeling binnen een forensisch psychiatrische setting zal het recidiverisico (naar schatting) minder worden. De psycholoog geeft de rechtbank in overweging om verdachte een behandeling te laten ondergaan, aanvankelijk klinisch en nadien ambulant, in een forensisch psychiatrische setting binnen het kader van een Tbs met voorwaarden. De lijdensdruk is ook hoog en verwacht wordt dat verdachte zich zeker zal inzetten voor behandeling. Het syndroom van Klinefelter maakt hem echter blijvend kwetsbaar, zeker ook in zijn seksuele en relationele functioneren. In combinatie met de hardnekkigheid van de pedofiele problematiek acht de psycholoog een dwingend juridisch kader aangewezen omdat verdachte wellicht op eigen kracht de behandeling niet kan volhouden. Tevens acht de psycholoog een GVM-maatregel aangewezen om de langdurige nazorg te kunnen garanderen.
De rechtbank heeft tot slot kennis genomen van het advies van Reclassering Nederland omtrent een Tbs met voorwaarden d.d. 27 oktober 2020, opgesteld door reclasseringswerker [naam 2] . De reclassering is van mening dat een (forensische) ambulante behandeling ontoereikend is gebleken om de risico’s in te perken. Het opnieuw opleggen van een ambulante behandeling in het kader van een regulier reclasseringstoezicht, wordt niet langer passend geacht. Geadviseerd wordt, in overeenstemming met de pro Justitia rapporteurs, verdachte een Tbs met voorwaarden op te leggen en daarbij een GVM op te leggen, zodat langdurige nazorg is te garanderen.
De maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden
Bij de beantwoording van de vraag of aan de verdachte een Tbs-maatregel moet worden opgelegd, stelt de rechtbank voorop dat deze maatregel aan een verdachte kan worden opgelegd wanneer de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereist. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een stoornis van de geestvermogens bestond en de door de verdachte begane feiten misdrijven betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
De stoornis van de verdachte en het daaruit voortkomende recidiverisico is naar het oordeel van de rechtbank zodanig dat het vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord is om de verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. Ter onderbouwing van dit oordeel wijst de rechtbank op hetgeen de gedragsdeskundigen naar voren hebben gebracht omtrent de stoornis van de verdachte en het daarmee samenhangende hoge recidiverisico bij het uitblijven van een behandeling, hetgeen de reclassering heeft geadviseerd en de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten. In het licht van het voornoemde concludeert de rechtbank dat de veiligheid van anderen vereist dat aan de verdachte de Tbs-maatregel wordt opgelegd. Aan de overige wettelijke vereisten is tevens voldaan. De rechtbank neemt mee in haar overweging dat de verdachte nog niet eerder klinisch is behandeld, wat maakt dat Tbs met voorwaarden een passende maatregel is.
Wat betreft de te stellen voorwaarden zal de rechtbank het advies van de reclassering volgen.
De rechtbank zal de voorwaarden ‘Onthouden van seksueel getint communiceren met minderjarigen’ en ‘Vermijden van kinderporno’ gezamenlijk opnemen als één voorwaarde onder nr. 9 bij dit vonnis. De rechtbank acht het in verband met de effectiviteit van deze voorwaarde, noodzakelijk dat de gegevensdragers van verdachte en/of sociale media van verdachte en/of applicaties waarmee verdachte contact kan leggen met anderen gecontroleerd kunnen worden, indien en zolang de reclassering dat nodig acht. De rechtbank zal daarbij bepalen dat de verdachte ten behoeve van deze controles de inloggegevens van al zijn digitale gegevensdragers beschikbaar stelt. De reclassering bepaalt wanneer en hoe de feitelijke controle plaatsvindt. Vanwege de daartoe vereiste technische deskundigheid dient de feitelijke uitvoering in handen van de politie te liggen.
De rechtbank begrijpt dat de voorwaarde ‘contactverbod’ betrekking heeft op [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2006, en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2007.
Verdachte heeft zich bereid verklaard de voorwaarden na te leven.
De rechtbank kan, op vordering van het Openbaar Ministerie, bevelen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd indien de voorwaarden niet worden nageleefd. Het onder 1. primair bewezenverklaarde feit is een misdrijf dat gericht is tegen dan wel gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat een termijn van een eventuele maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet is beperkt tot vier jaren.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank acht het van groot belang dat de behandeling die met de Tbs met voorwaarden gepaard gaat, zonder vertraging van start gaat. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet in de adviezen van de psychiater en de psycholoog en het rapport van de reclassering aanleiding om aan verdachte een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38z Sv op te leggen. De rechtbank acht deze maatregel noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen. Verdachte kampt met complexe en reeds langdurig bestaande problematiek. Door deze maatregel wordt het mogelijk dat verdachte, na het beëindigen van de maatregel Tbs met voorwaarden, langdurig kan worden ondersteund, begeleid en gemonitord door de reclassering.
De rechtbank merkt op dat deze maatregel pas tenuitvoergelegd kan worden na een daartoe strekkende vordering van het openbaar ministerie bij de beëindiging van de tbs-maatregel en daaropvolgende beslissing van de rechtbank. Op dat moment kan nader invulling worden gegeven aan de inhoud van de (mogelijk ten uitvoer te leggen) maatregel.
De straf
Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank mede acht geslagen op de beslissing over de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf en de op te leggen Tbs-maatregel ten gevolge waarvan de verdachte eveneens langere tijd van zijn vrijheid beroofd zal zijn. De gevangenisstraf valt lager uit dan de eis van de officier. Dat komt ook omdat de rechtbank de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte zwaarder weegt dan de officier van justitie.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en oplegging daarvan geboden.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de laptop (Fujitsu Esprimo E700) en de telefoon (Samsung Galaxy A6), vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu de bewezen verklaarde feiten onder 2., 3. en 4. met behulp van deze voorwerpen zijn begaan en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Benadeelde partij

[benadeelde partij] heeft zich namens [slachtoffer 1] als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 21,67 ter vergoeding van materiële schade en € 1.250,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering in het geheel kan worden toegewezen en heeft gevorderd dat de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel oplegt.
Standpunt van de verdediging
De verdachte heeft ter zitting verklaard de geleden schade te willen vergoeden en de heeft de hoogte van de vordering niet betwist.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1. primair bewezenverklaarde.
De schade bestaat uit de reiskosten naar slachtofferhulp en de immateriële schade. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2020.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden. De rechtbank zal daarbij de duur bepalen volgens welke gijzeling kan worden toegepast in het geval betaling achterwege blijft. Mogelijke betalingsonmacht van de verdachte kan in het kader van de (mogelijke) tenuitvoerlegging van de gijzeling aan de orde komen.
De benadeelde partij heeft vergoeding gevraagd van de reiskosten naar de rechtbank. Nu de benadeelde partij niet bij de zitting aanwezig geweest is, zal de rechtbank op dit punt geen kostenveroordeling uitspreken.
De rechtbank zal verdachte wel veroordelen in de overige kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van 25 mei 2016 van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 366 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren. De proeftijd is ingegaan op 9 juni 2016. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 26 oktober 2020 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten 1. primair, 2., 3. en 4. heeft begaan voor het einde van de proeftijd, kan de rechtbank in beginsel de tenuitvoerlegging gelasten van de bij voornoemd vonnis voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Gelet op hetgeen op de terechtzitting is behandeld en besproken acht de rechtbank een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke straf aangewezen. Enerzijds is verdachte gedurende de proeftijd vervallen in delictgedrag, waarbij bovendien sprake is geweest van een toename in ernst van de gepleegde delicten: van hands-off naar hands-on contact. Dat rechtvaardigt zonder meer een tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf. Anderzijds is de ambulante behandeling van verdachte in het kader van de voorwaardelijke straf onvoldoende van de grond gekomen, wat deels te wijten is geweest aan omstandigheden waarop de verdachte zelf geen invloed heeft kunnen uitoefenen. De forse problematiek van verdachte -die nog volstrekt onvoldoende behandeld was- heeft daarbij tevens een rol gespeeld.
Gelet hierop zal de rechtbank de gedeeltelijke tenuitvoerlegging gelasten voor de duur van 180 dagen. Voor het overige wijst de rechtbank de vordering af.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36f, 38, 38a, 38z, 57, 240b en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1. primair, 2., 3. en 4. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
1. de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. de veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de veroordeelde vast te stellen;
3. de veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- de veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- de veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- de veroordeelde verstrekt aan de reclassering een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- de veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken.
- de veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- de veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- de veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht.
4. de veroordeelde gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van het openbaar ministerie;
5. de veroordeelde laat zich opnemen en behandelen in de Van der Hoeven kliniek in Utrecht of een soortgelijke zorginstelling (FPK), te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
6. indien nodig gaat de veroordeelde, na afloop van de klinische behandeling, wonen in een beschermende woonvorm of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze -direct of indirect- contact met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2006, en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2007, zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
8. de veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. In zijn signaleringsplan is duidelijk aandacht voor de acties die de veroordeelde moet verrichtten om geen contact te hebben met minderjarige kinderen; veroordeelde houdt zich aan de afspraken die in het signaleringsplan zijn opgenomen;
9. de veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit het steekproefsgewijs controleren van gegevensdragers, sociale media en het gebruik van applicaties waarmee betrokkene contact kan leggen met anderen, indien en zolang de reclassering dat nodig acht. Tevens stelt betrokkene ten behoeve van deze controles zijn inloggegevens van al zijn digitale gegevensdragers beschikbaar.
De reclassering bepaalt wanneer en hoe de feitelijke controle plaatsvindt. Vanwege de daartoe vereiste technische deskundigheid dient de feitelijke uitvoering in handen van de politie te liggen.
10. indien de veroordeelde na afloop van de klinische behandeling gaat werken, heeft hij daarvoor nodig dat de werkgever door de reclassering is goedgekeurd. Dit met het oog op controle op contacten met kinderen.
Draagt de reclassering op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.

Beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.

Legt de veroordeelde tevens op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking(artikel 38z Sr).
Verklaart onttrokken aan het verkeerde in beslag genomen telefoon (merk Samsung A6) en de personal computer (merk Fujitsu).
Ten aanzien van 18/730022-20, feit 1. primair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
1.260,08(zegge: twaalfhonderdzestig euro en acht cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2020.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] te betalen een bedrag van € 1.260,08 (zegge: twaalfhonderdzestig euro en acht cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2020, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 22 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 10,08 aan materiële schade en € 1.250,00 aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18/730366-15:
Gelast de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 25 mei 2016, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.
Wijst de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A. Vlietstra, voorzitter, mr. M. Brinksma en
mr. A. Nieuwenhuis, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 november 2020.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.