Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.J. de Vries,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 18 november 2020 waar mr. Rinsma is verschenen namens ONVZ en waar mr. De Vries is verschenen namens UVM; van deze behandeling heeft de griffier aantekening gemaakt. Op de zitting heeft UVM de juiste polisvoorwaarden overgelegd.
2.De vaststaande feiten2.1. De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
Andere verzekering
Van de verzekering is uitgesloten schade waarvoor, indien deze verzekering niet bestond, aanspraak zou kunnen worden gemaakt op vergoeding van schade op grond van enige andere verzekering of voorziening. In dat geval wordt alleen die schade vergoed die het bedrag van de vergoeding krachtens die andere verzekering of voorziening te boven gaan.
Artikel 7. Uitsluitingen
Eerste lid
1. Samenloop
Deze verzekering biedt geen dekking als - zou deze verzekering niet bestaan - aanspraak gemaakt kan worden of zou kunnen worden gemaakt op vergoeding volgens een andere verzekering - al dan niet van een oudere datum - of volgens een wettelijke regeling.
Als aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding volgens een andere verzekering, al dan niet van een oudere datum of volgens een wettelijke regeling, is de dekking die deze verzekering biedt een excedent dekking.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
coll: