V: Wanneer is de hennepkwekerij opgezet?
A: Als jullie een inval deden bij ons op de 13e. Ik had die middag nieuwe er in gezet. Dus het
was half september of eind september.
V: Wie waren hierbij betrokken?
A: Daar zijn [verdachte] en ik bij betrokken.
V: Wie is de eigenaar van de hennepkwekerij?
A: [verdachte].
(…)
V: Hoeveel stekken had je gehaald?
A: Die had [verdachte] gehaald, dus dat weet ik niet.
V: En de tweede keer?
A: Die heeft hij ook geregeld.
V: Die had jij toch geregeld?
A: Nee, betaald, maar hij heeft ze opgehaald. Die zijn zelfs bij mij thuis langs gebracht.
[verdachte] heeft ze geregeld en uiteindelijk ook betaald. Wij verrekenen dat dan onderling. Ik
zei tegen hem dat als je het veilig wilt doen dan wil ik het wel aansluiten, maar dan wel
op de normale manier. Af en toe keek ik ernaar, maar de rest deed hij zelf, zoals water
geven.
(…)
V: Hoe ging het oogsten in zijn werk?
A: Ik met [verdachte]. Ik heb [verdachte] 3, 4 uurtjes geholpen de rest heeft hij zelf gedaan. Ik heb hem
laten zien hoe het moest en daarna had ik ook mijn eigen dingen te doen.
(…)
V: Wat was afgesproken omtrent de verdeling van de inkomsten van de hennep?
A: [verdachte] had het meeste want het was zijn huis.
V: Wat was de verhouding?
A: 60/40 hebben we het dan over.
V: 60 voor [verdachte]. En 40?
A: Voor mij.