Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
22 december 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
1.Het procesverloop
- een wijziging van het verzoekschrift van de officier van justitie d.d. 17 december 2020;
- een e-mailbericht van de directiesecretaresse van Bureau Geneesheer-directeur d.d.
- het schrijven van mr. P. Rijnsburger d.d. 21 december 2020.
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
[naam] ,
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;