ECLI:NL:RBNNE:2020:721
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gewijzigde Wmo 2015 vervoersvoorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 17 februari 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland. Het bestreden besluit, genomen op 24 december 2019, betrof de toekenning van een vervoersvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor het jaar 2020. Verzoekster had eerder voor het jaar 2019 ook een vervoersvoorziening ontvangen, maar de voorwaarden waren gewijzigd per 1 januari 2020, wat leidde tot bezwaren van verzoekster. Tijdens de zitting op 3 februari 2020 heeft verzoekster haar bezwaren toegelicht, waarbij zij stelde dat het nieuwe beleid haar sociale contacten en zelfredzaamheid zou beperken. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college in beginsel de bevoegdheid heeft om de voorwaarden van een eerder toegekende maatwerkvoorziening te herzien, maar dat dit met voldoende zorgvuldigheid moet gebeuren. De voorzieningenrechter concludeerde dat het college het stappenplan, zoals uiteengezet in eerdere rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, niet had gevolgd bij de beleidswijziging. Desondanks werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter benadrukte dat de bezwaren van verzoekster te algemeen waren en dat er geen reden was om af te wijken van de normale procedure.