Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 februari 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Feiten en omstandigheden
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 februari 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de verlening van een Wnb-vergunning aan een melkrundveehouderij nabij het Natura 2000-gebied Lauwersmeer. Eiser, die in de nabijheid van de veehouderij woont, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân, dat op 29 maart 2019 een vergunning heeft verleend voor het uitbreiden van de veehouderij met de bouw van een nieuwe loopstal. Eiser betoogt dat hij als belanghebbende moet worden aangemerkt en dat de vergunning niet verleend had mogen worden, omdat de passende beoordeling niet voldoet aan de eisen van de Habitatrichtlijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op ongeveer 500 meter van het Natura 2000-gebied woont en dat hij zicht heeft op dit gebied. De rechtbank overweegt dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de vergunningverlening in strijd is met de Wet natuurbescherming (Wnb) en de Habitatrichtlijn, omdat de passende beoordeling die aan de vergunning ten grondslag ligt niet voldoet aan de vereisten. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
De rechtbank oordeelt dat de belangen van eiser verweven zijn met het algemene belang van natuurbehoud, en dat de betrokken normen van de Wnb ook zijn belangen beschermen. De rechtbank bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht vergoedt en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser.