Op 20 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een 46-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, voor het tegen betaling hebben van seks met een minderjarige. De verdachte had meerdere keren met de minderjarige afgesproken en drie keer onbeschermde seks met haar gehad, terwijl hij wist dat zij 17 jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het seksueel contact vrijwillig tot stand was gekomen, het zich prostitueren op deze leeftijd ernstige psychische gevolgen kan hebben voor de minderjarige. De rechtbank benadrukte dat van minderjarigen niet kan worden verwacht dat zij hun seksuele integriteit voldoende kunnen bewaken en de gevolgen van hun gedrag kunnen overzien. De verdachte werd schuldig bevonden aan een ernstig zedendelict, en de rechtbank hield rekening met de kwetsbaarheid van de minderjarige en de ernst van het feit bij het bepalen van de straf. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie maanden geëist, en de rechtbank volgde dit advies, waarbij zij ook de omstandigheden van de verdachte in overweging nam. De rechtbank verklaarde het ten laste gelegde bewezen en sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de zaak is behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting van 6 februari 2020.