Uitspraak
Rechtbank NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
[A B.V.] en [B B.V.];
Rechtbank Noord-Nederland
Op 19 januari 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beschikking gegeven inzake de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige op verzoek van de schuldenaren [A B.V.] en [B B.V.]. Deze beschikking volgde op een verzoekschrift dat op 12 januari 2021 was ingediend, waarin de schuldenaren een startverklaring hadden gedeponeerd als bedoeld in artikel 370 lid 3 van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank heeft vastgesteld dat dit het eerste verzoek was na de deponering van de startverklaring en dat de schuldenaren kozen voor een besloten akkoordprocedure. De rechtbank heeft ook de rechtsmacht en relatieve bevoegdheid vastgesteld, aangezien beide schuldenaren gevestigd zijn in [plaats].
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de schuldenaren zich in een toestand bevonden waarin het redelijkerwijs aannemelijk was dat zij niet in staat zouden zijn om hun schulden te betalen. De rechtbank concludeerde dat de door de schuldenaren geschetste situatie voldoende was om aan te nemen dat zij in deze toestand verkeerden.
Bij de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige heeft de rechtbank de offertes van twee voorgestelde deskundigen beoordeeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank [Y] aangewezen als herstructureringsdeskundige, omdat deze over de benodigde competenties beschikte en onafhankelijk kon opereren ten opzichte van de betrokken partijen. De rechtbank heeft [Y] opgedragen om binnen een week een plan van aanpak en begroting van de kosten op te stellen, die door de schuldenaren betaald dienen te worden.