ECLI:NL:RBNNE:2021:1130
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in beroving van pizzabezorger door gebrek aan bewijs
Op 6 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van een beroving op een pizzabezorger. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 18/830239-19, betreft een incident dat plaatsvond op 9 juni 2019 in Groningen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.L.P. Fauser, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. L.J. van der Heide.
De tenlastelegging omvatte het duwen tegen het lichaam van de pizzabezorger, bedreiging met geweld en het wegnemen van geld uit de zak van het slachtoffer. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 33 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 60 uren. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Hoewel er indirecte bewijsmiddelen waren die in de richting van de verdachte wezen, ontbrak het aan direct bewijs van zijn betrokkenheid bij de beroving. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van alle ten laste gelegde feiten.