ECLI:NL:RBNNE:2021:1178
Rechtbank Noord-Nederland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen uitspraak op bezwaar inzake proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
Op 8 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en de heffingsambtenaar van de Werkmaatschappij 8KTD. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 3 december 2020. Verzoekster had beroep ingesteld tegen deze uitspraak, maar na het indienen van het beroep heeft de verweerder alsnog de door verzoekster gevraagde proceskostenvergoeding voor het hoorgesprek toegekend. Verzoekster trok vervolgens haar beroep in en verzocht de rechtbank om de verweerder te veroordelen in de proceskosten op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de verweerder in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, waarop verzoekster heeft gereageerd.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Awb uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, hoewel de verweerder heeft gesteld dat het onredelijk was om beroep in te stellen, verzoekster het recht had om dit te doen. De rechtbank concludeert dat de verweerder in de proceskosten van verzoekster moet worden veroordeeld, en stelt deze kosten vast op € 267. De rechtbank wijst verzoekster erop dat de proceskostenveroordeling niet het griffierecht omvat, en dat verzoekster zich hiervoor rechtstreeks tot de verweerder moet wenden.
De uitspraak is gedaan door mr. P.P.D. Mathey-Bal, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Hiemstra, griffier, en wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende maandag na de uitspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.