In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 26 april 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder, eiseres, en haar vader, gedaagde, over een straat- en contactverbod. Eiseres, die het eenhoofdig gezag heeft over haar minderjarige zoon, vorderde dat gedaagde, de grootvader van de minderjarige, zich gedurende een jaar niet in de nabijheid van haar woning mocht begeven en geen contact mocht opnemen met haar of de minderjarige. De moeder vreesde voor de veiligheid van haar kind en had eerder al geprobeerd het contact tussen gedaagde en de minderjarige te beperken. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde stelselmatig inbreuk maakte op de persoonlijke levenssfeer van eiseres en de minderjarige, en dat zijn gedrag onacceptabel was. De rechter wees de vorderingen van eiseres toe, inclusief een dwangsom van € 250,- per overtreding, met een maximum van € 10.000,-. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 689,01 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.