ECLI:NL:RBNNE:2021:1687
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking beroep met verzoek om vergoeding van griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 april 2021 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij verzoeker, een inwoner van [woonplaats], in beroep ging tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Groningen. Het geschil betreft de vaststelling van de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [adres], voor het kalenderjaar 2019, welke door de heffingsambtenaar op € 130.000 is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2018. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 14 augustus 2019.
Na de uitspraak op bezwaar heeft verzoeker zijn beroep op 18 maart 2020 ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten, specifiek het betaalde griffierecht. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om de verweerder te gelasten tot vergoeding van de proceskosten in deze procedure. Desondanks is de rechtbank van oordeel dat de verweerder, nu hij aan de grieven van verzoeker is tegemoetgekomen, gehouden is het griffierecht van € 48 te vergoeden aan verzoeker.
De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, maar heeft wel bepaald dat de verweerder het griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op de maandag na de datum van uitspraak, en verzoeker kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.