Op 7 mei 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening van Stichting De Faunabescherming. De zaak betreft een handhavingsverzoek tegen de voorgenomen zandverplaatsing door de Vrienden van Badstrand Ballum op het badstrand te Ballum (Ameland), gepland voor 8 mei 2021. De voorzieningenrechter heeft de Vrienden van Badstrand Ballum als belanghebbende aangemerkt en heeft geoordeeld dat de voorgenomen werkzaamheden mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben voor de beschermde vogelsoorten in het Natura 2000-gebied "Noordzeekustzone". De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij de activiteiten als vergunning- en ontheffingsplichtig zijn aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft verweerder opgedragen om de activiteiten te behandelen als vergunningplichtige activiteiten en heeft de Vrienden van Badstrand Ballum de verplichting opgelegd om de zandverplaatsing niet uit te voeren totdat een aanvraag is ingediend en een besluit is genomen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afweging van de instandhoudingsdoelstellingen voor de beschermde vogelsoorten en de rechtsbescherming die de Wet natuurbescherming beoogt.