Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- [slachtoffer] op een stoel te zetten, althans op een stoel te laten zitten, en/of (vervolgens)
- [slachtoffer] zijn armen en/of handen (met tiewraps, althans een sjaal) aan elkaar en/of aan die stoel vast te binden en/of vastgebonden te houden en/of (vervolgens)
- constant bij [slachtoffer] in de buurt te zijn en/of te blijven, in ieder geval door [slachtoffer] , gedurende een periode van ongeveer 26 uren, in elk geval gedurende enige tijd, te belet(ten) om zich vrij te bewegen en/of om zich aldaar te verwijderen.
Beoordeling van het bewijs
A: Papa.
V: Waar was je broer toen jij naar je opa en oma ging?
A: Thuis.
V: Waar?
A: Stoel.
O: Dus als ik het goed begrijp heeft je broer zondag 11 augustus vanaf de morgen totdat jij naar bed bent gegaan in de stoel gezeten. Hij mocht los wanneer hij naar de wc moest.
A: Ja. Af en toe mocht hij ook de benen strekken.
V: Als je broer uit de stoel is geweest. Wie maakt hem dan weer vast?
A: Zelfde.
V: Wat bedoel je met zelfde?
A: Zelfde antwoord als ik eerst heb gegeven.
O: Dus als ik het goed begrijp maakt je vader hem weer vast.
O: [getuige 1] knikt "ja" met haar hoofd.
V: Als dit gebeurt, waar is je moeder dan?
A: Bij. […] Toen ik thuis kwam, maakte ik hem los.
A: Klopt. Ik heb hem op de stoel gezet samen met mijn vrouw totdat de politie kwam. De politie kwam, maar nam hem niet mee. Hierna hebben we hem weer vastgezet op de stoel.
V: Wie heeft hem vastgebonden?
A: Ik heb dat samen met mijn vrouw gedaan.
Bewezenverklaring
- [slachtoffer] op een stoel te laten zitten, en vervolgens
- [slachtoffer] zijn armen en/of handen met tiewraps aan elkaar en aan die stoel vast te binden en vastgebonden te houden en vervolgens
- constant bij [slachtoffer] in de buurt te zijn of te blijven.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 182 dagen.
een gedeelte, groot 180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.