ECLI:NL:RBNNE:2021:2049

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 mei 2021
Publicatiedatum
28 mei 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 1488
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag rioolheffing boothuis gegrond verklaard

Op 21 mei 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een aanslag rioolheffing opgelegd aan eiseres, die een boothuis bezit. De aanslag, gedateerd op 29 februari 2020, bedroeg € 175,92. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd op 1 april 2020 door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.

Tijdens de procedure heeft de heffingsambtenaar op 3 december 2020 aangegeven de aanslag te zullen intrekken, naar aanleiding van een eerdere rechterlijke uitspraak over een vergelijkbare aanslag voor een ander boothuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter zitting achterwege kon blijven op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiseres kennelijk gegrond is, en heeft de bestreden uitspraak en de aanslag rioolheffing vernietigd. Tevens is bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, maar heeft wel bepaald dat de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht van € 354 aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op de dinsdag na de uitspraakdatum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 20/1488

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 21 mei 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Harlingen, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft voor het jaar 2020 met dagtekening 29 februari 2020 aan eiseres een aanslag rioolheffing opgelegd ten bedrage van € 175,92.
Bij uitspraak op bezwaar van 1 april 2020 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Bij brief van 3 december 2020 heeft verweerder te kennen gegeven de aanslag rioolheffing te zullen gaan intrekken.

Overwegingen

1. Het onderzoek ter zitting is met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) achterwege gebleven.
2. Bij de bestreden uitspraak heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de aanslag rioolheffing met betrekking tot haar boothuis aan de [adres] ongegrond verklaard. Naar aanleiding van een gegrond beroep over de rioolheffing van een ander boothuis aan de [straatnaam] heeft verweerder te kennen gegeven de aanslag voor de rioolheffing te zullen intrekken c.q. verminderen.
3. Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank zal daarom het bestreden besluit en de aanslag rioolheffing vernietigen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Omdat het beroep gegrond is, is verweerder gehouden het betaalde griffierecht van € 354 aan eiseres te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de aanslag;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 354 aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.P.D. Mathey-Bal, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Jongsma-van Helden, griffier, op 21 mei 2021. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende dinsdag na deze datum.
w.g. griffier w.g. rechter

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.