Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 21 mei 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Er is een naheffingsaanslag loonheffing over het jaar 2013 opgelegd. Deze naheffingsaanslag dient ter behoud van rechten over 2013 en is schriftelijk d.d. 11 december 2018 medegedeeld aan de heer [A] .”
Deze aanslag maakt deel uit van een bezwaarprocedure waarvoor uitstel van betaling is gegeven. De hoorzitting inzake dit bezwaar zal binnenkort plaats gaan vinden.”
Onze client verkeerde in de veronderstelling dat de aanslag loonheffing 2016 onderdeel uitmaakte van de gehele procedure uit hoofde van de door de belastingdienst ingestelde controle.
Voor wat betreft de opgelegde aanslag loonheffing met het nummer [nummer] is volgens ons sprake van een administratief misverstand.
de opgelegde aanslag loonheffing 2013” bevestigt dat het haar duidelijk was dat deze naheffingsaanslag alleen het jaar 2013 betrof. Naar het oordeel van de rechtbank valt niet in te zien dat verweerder eiseres nadien in verwarring heeft gebracht.