In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling van de goederen en gelden van betrokkene, die lijdt aan het Syndroom van West en een autistische stoornis. Betrokkene heeft aanvankelijk verzocht om de benoeming van een professionele bewindvoerder, maar heeft later zijn verzoek gewijzigd en verzocht om zijn moeder als bewindvoerder aan te stellen. De kantonrechter heeft de voorkeur van betrokkene in overweging genomen, maar heeft gegronde redenen gevonden om hiervan af te wijken. De kantonrechter oordeelt dat betrokkene, gezien zijn kwetsbare positie en de strijd tussen zijn ouders, beter af is met een neutrale, professionele bewindvoerder. De kantonrechter benoemt daarom [X] tot bewindvoerder, ondanks de bezwaren van de vader van betrokkene, die meent dat de onderbewindstelling niet nodig is en dat de ouders ook zonder maatregel kunnen helpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de benoeming van de bewindvoerder kosten met zich meebrengt, maar benadrukt dat het belangrijk is voor de zelfredzaamheid van betrokkene dat hij samenwerkt met de bewindvoerder. De beloning van de bewindvoerder is vastgesteld op € 559,00 voor de aanvangswerkzaamheden, met een jaarbeloning die zal worden vastgesteld volgens de geldende regeling.