In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juni 2021, in de zaak tussen [naam eiser] en het Instituut Mijnbouwschade Groningen, werd het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, waarin een schadevergoeding van € 3.335,- was toegekend voor schade aan zijn woning als gevolg van mijnbouwactiviteiten. De rechtbank oordeelde dat de schade aan de woning van eiser zorgvuldig was beoordeeld door deskundige Warnaar, die zowel ter plaatse als op basis van dossieronderzoek en foto’s had gewerkt. De rechtbank wees erop dat een vergelijking met de schade aan de woningen van de buren niet opgaat, omdat er significante verschillen zijn in de ouderdom van het stucwerk en andere factoren. De deskundigen waren het eens over de oorzaak van de schade, en de rechtbank vond geen reden om aan de conclusies van de deskundigen te twijfelen. Eiser had geen voldoende onderbouwde argumenten aangedragen om aan te tonen dat de schade niet het gevolg was van achterstallig onderhoud of andere omgevingsfactoren. De rechtbank concludeerde dat er geen noodzaak was voor een second opinion, aangezien de schades al door meerdere deskundigen waren beoordeeld. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en het bestreden besluit bleef in stand.