In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, die in Nederland woont, heeft een boete van € 410,49 opgelegd gekregen door het Centraal Administratiekantoor (CAK) omdat hij verzuimd heeft tijdig een zorgverzekering af te sluiten op grond van de Zorgverzekeringswet. Eiser stelt dat hij wel een zorgverzekering wil afsluiten, maar dat hij dit alleen cash kan betalen, terwijl zorgverzekeraars alleen premies via een bankrekening accepteren. Hij betwist de wettigheid van de digitale euro als betaalmiddel en weigert een bankrekening te openen. Eiser heeft ook geprobeerd om de zorgpremie via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) te laten inhouden op zijn AOW, maar dit werd geweigerd.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat eiser terecht een boete is opgelegd. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig afsluiten van een zorgverzekering eiser kan worden verweten, ondanks zijn argumenten over de digitale euro en de weigering van de SVB. De rechtbank wijst erop dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om op tijd een zorgverzekering af te sluiten en dat hij alternatieve mogelijkheden heeft om dit te doen, zoals budgetbeheer of het gebruik van een rekening van iemand anders. De beroepsgronden van eiser worden verworpen en het beroep wordt ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft eiser verzocht om schadevergoeding in verband met kosten die hij heeft gemaakt door de beslaglegging door een incassobureau. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat het besluit van het CAK rechtmatig is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op de maandag na de uitspraakdatum.