ECLI:NL:RBNNE:2021:4112

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
23 september 2021
Zaaknummer
LEE 20/1289
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van geluidsnormen bij het festival Psy-Fi in de Groene Ster te Leeuwarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de handhaving van geluidsnormen tijdens het festival Psy-Fi, gehouden in het recreatiegebied De Groene Ster te Leeuwarden. Eiseres, Stichting Groene Ster Duurzaam!, had een handhavingsverzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, omdat zij hinder ondervond van het geluid van het festival. Het college had het verzoek afgewezen, wat leidde tot beroep bij de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in zijn besluiten onvoldoende had aangetoond dat er geen overtredingen van de geluidsnormen waren geweest. Eiseres had in haar handhavingsverzoek verwezen naar ervaren hinder en overschrijdingen van de geluidsnormen, maar het college had deze claims niet adequaat onderzocht. De rechtbank oordeelde dat de toezichthouders niet tijdig ter plaatse waren om de geluidsniveaus te controleren, waardoor niet kon worden vastgesteld of de overschrijdingen daadwerkelijk door het festivalgeluid waren veroorzaakt.

De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, omdat het college niet had voldaan aan de beginselplicht tot handhaving. Eiseres kreeg het griffierecht vergoed en ook een vergoeding voor de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van adequate handhaving van geluidsnormen en de verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan in dergelijke situaties.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 20/1289

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2021 in de zaak tussen

Stichting Groene Ster Duurzaam! e.a., te Leeuwarden, eiseres

(gemachtigde: Th.C. van Gelder),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, verweerder
(gemachtigde: B. Kroese).

Als derde-partij neemt aan het geding deel: Stichting Psy-Fi, te Groningen.

Procesverloop

In het besluit van 31 augustus 2019 (primair besluit) heeft verweerder een handhavingsverzoek van eiseres afgewezen.
In het besluit van 10 maart 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 14 september 2021 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en door [mede-gemachtigde] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, K. Dijkstra en S. Spoelstra. Derde-partij is niet verschenen.

Overwegingen

1.1.
Op 2 augustus 2019 heeft verweerder aan derde-partij een geluidsontheffing verleend voor het evenement Psy-Fi 2019 Seeds of Science, te houden in het recreatiegebied De Groene Ster te Leeuwarden, voor de periode dinsdag 27 augustus 2019 tot en met zondag 1 september 2019.
1.2.
De voorschriften en beperkingen van de geluidsontheffing bepalen onder meer dat muziekgeluid voorgebracht mag worden overeenkomstig twee tabellen, een voor de dag/avondperioden en een voor de nachtperioden. Het betreffen normen uitgedrukt in dB(A) en dB(C). De normen gelden voor een aantal meetpunten, waaronder ‘Front of House’ (FoH) bij enkele podia. Bepaald wordt dat de afstand tussen de voorzijde van een podium en het bijbehorende FoH 25 meter bedraagt.
1.3.
Bij uitspraak van 22 augustus 2019 (zaaknummers LEE 19/2843 en 19/2844) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank een voorziening getroffen. Het dictum luidt, voor zover in deze procedure van belang, als volgt:
- wijst de verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening toe, in die zin dat het geluidsniveau voor de nachtperiode, zoals neergelegd in tabel 2 van voorschrift 2.1, op meetpunt Front of house wordt vastgelegd op 73 dB(A) en 76 dB(C);
- bepaalt dat de nachtperiode op vrijdag en op zaterdag om 24.00 uur ingaat;
1.4.
Bij brief van 31 augustus 20219 heeft eiseres bij verweerder een handhavingsverzoek ingediend. Eiseres vraagt hierin om handhaving van de normen zoals bepaald in de uitspraak van de voorzieningenrechter en om aan de organisatie van het evenement een last onder dwangsom op te leggen. Ter toelichting heeft eiseres opgemerkt dat in de voorgaande nacht van vrijdag op zaterdag ten westen en noordwesten van de Groen Ster het geluid van Psy-Fi hinderlijk hoorbaar was, met slaapverstoring tot gevolg voor een aantal omwonenden.
1.5.
In het primaire besluit van 31 augustus 2019 heeft verweerder onder meer naar voren gebracht dat de toezichthouders van de gemeente continu op pad zijn om toezicht te houden op de normen uit de geluidsontheffing en de uitspraak van de voorzieningenrechter. Toezichthouders gaan bij een overschrijding ter plaatse om te kijken wat de aard van de overschrijding is. Bij overschrijding door muziekgeluid gaan de toezichthouders met een klasse 1-geluidmeter een meting van 1 minuut uitvoeren. Een nadere controle door een toezichthouder ter plaatse is noodzakelijk om vast te stellen of daadwerkelijk sprake is van een overschrijding dan wel een samenloop van omstandigheden. Verweerder schrijft vervolgens: “De toezichthouders hebben tot op heden nog geen overschrijding van de geluidsnormen geconstateerd. (…) Er is naar onze mening geen sprake van een overschrijding van de geluidsnormen. Wij wijzen uw verzoek om handhaving en het verzoek tot het opleggen van een dwangsom daarom af”.
1.6.
In het advies van 17 februari 2000 adviseert de Adviescommissie bezwaarschriften het bezwaar gegrond te verklaren omdat zij van mening is dat de overschrijding van de opgelegde geluidsniveaus door bezwaarmaker is aangetoond en onvoldoende is weerlegd door verweerder.
1.7.
In het bestreden besluit merkt verweerder op dat er in de nachtperiode voor de toen actieve twee podia veel ‘alerts’, afgegeven door meetapparatuur, zijn geweest. Als uit zo’n waarneming blijkt dat het hogere geluidsniveau wordt veroorzaakt door muziekgeluid van het festival, dan is er sprake van een overtreding van de geluidsnorm en kan er worden gehandhaafd. Als de oorzaak van het hogere niveau iets anders is, bijvoorbeeld publiek, dan wordt de geluidsnorm niet overtreden en kan er niet worden gehandhaafd. Om te beoordelen of er sprake is van een overtreding kan een toezichthouder niet alleen afgaan op een gemeten waarde. De eigen oren en de waarneming in de omgeving zijn van groot belang.
Er is, aldus verweerder, geen overtreding geconstateerd en dus was er geen reden tot handhaving. Verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
2.1.
Verweerder stelt in het bestreden besluit dat eiseres in het handhavingsverzoek heeft verwezen naar ervaren hinder in de nacht van vrijdag 30 augustus 2019 op zaterdag 31 augustus 2019 en dat eventuele overtredingen gedurende andere tijdsperiodes buiten het bereik van het besluit vallen.
2.2.
De rechtbank deelt deze opvatting niet. In de eerste plaats volgt uit de procedure bij de voorzieningenrechter, met de daarin getroffen voorziening, dat handhaving gedurende het gehele festival geboden is. In de tweede plaats is duidelijk dat eiseres met het handhavingsverzoek vooral beoogde dat er geen toekomstige overtredingen, in dit geval dus gedurende de nacht van zaterdag 31 augustus 2019 op zondag 1 september 2019, zouden plaatsvinden. De vraag of er overtredingen gedurende laatstgenoemde nacht hebben plaatsgevonden, valt dus ook binnen de grenzen van het geschil.
3. Het gaat in deze zaak om handhaving. De rechtbank overweegt dat in een dergelijke zaak in de eerste plaats aan de orde komt of er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift, in dit geval de bepalingen van de geluidsontheffing, die deels zijn aangepast door de voorzieningenrechter. Is dat het geval, dan geldt voor het bevoegde bestuursorgaan een beginselplicht tot handhaving. Van handhaving kan alleen worden afgezien als legalisatie mogelijk is of als handhaving gezien de betrokken belangen onevenredig is.
4.1.
Ter zitting heeft verweerder toegelicht, in aanvulling op het primaire besluit en het bestreden besluit (1.5 en 1.7), dat de toezichthouders over het festivalterrein verspreid zijn, zodat het soms dus tijd kost om FoH te komen. Het doel is om een goed totaalbeeld te hebben. De toezichthouders hebben een tablet waarop zij voor elk meetpunt kunnen zien of er pieken zijn. Als dit op een meetpunt het geval is, dan gaan zij daar naartoe.
4.2.
De rechtbank overweegt dat verweerder zich heeft ingespannen om te controleren of de festivalorganisatie zich aan de geluidsnormen houdt. Verweerder heeft metingen verricht op een groot aantal meetpunten en daarnaast de situatie op het gehele terrein in de gaten gehouden. Dit heeft echter kennelijk in de praktijk betekend dat de toezichthouders tijdens de nachtperiodes bij overschrijdingen op de meetpunten FoH meerdere malen niet, of in ieder geval niet snel, ter plaatse waren om na te gaan waardoor deze overschrijdingen werden veroorzaakt, dus door muziekgeluid of door een andere oorzaak.
Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat verweerder niet afdoende heeft vastgesteld of zich in de nachtperiodes wel of niet overtredingen van de geluidsnormen op de meetpunten FoH hebben voorgedaan. Terecht heeft eiseres in dit verband opgemerkt dat er hoe dan ook sprake is geweest van veel overschrijdingen, zoals blijkt uit de meetgegevens die deel uitmaken van het dossier, terwijl dit bij andere festivals niet het geval is geweest. Verweerder heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat de overschrijdingen bij het festival Psy-Fi 2019 steeds veroorzaakt werden door andere geluiden dan muziek.
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet adequaat vastgesteld of zich overtredingen hebben voorgedaan. De afwijzing van het handhavingsverzoek is dus niet deugdelijk gemotiveerd.
5. Het beroep is gegrond wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Gezien de aard van de zaak is het niet zinvol verweerder op te dragen opnieuw te besluiten op het bezwaar. In plaats daarvan volstaat de rechtbank met het herroepen van het primaire besluit. Voor de situatie die nu in geding is, kan deze uitspraak verder geen rol spelen, maar mogelijkerwijs wel voor toekomstige situaties.
6. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
7. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt, te weten de reiskosten van twee personen. Verweerder moet die vergoeding betalen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 354 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 44,68.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Bastin, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 september 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hierbij legt u uit waarom u het niet mee eens bent met deze uitspraak. U moet het hoger beroep instellen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.