ECLI:NL:RBNNE:2021:429

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2021
Publicatiedatum
11 februari 2021
Zaaknummer
18/012726-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarige in gezinssituatie

Op 11 februari 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van een minderjarige. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek ter terechtzitting op 28 januari 2021. De verdachte, geboren in 1967, werd beschuldigd van het plegen van verschillende seksuele handelingen met een minderjarige, die op het moment van de feiten nog geen twaalf jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van het slachtoffer, een minderjarig meisje, zeer gedetailleerd was en ondersteund werd door de verklaring van haar moeder. De rechtbank concludeerde dat het slachtoffer sprak uit eigen ervaring met de verdachte, wat de geloofwaardigheid van haar verklaring versterkte.

De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, omdat hij twijfels had over de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer en haar moeder. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling. De rechtbank oordeelde echter anders en achtte het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank vond dat de verdachte op grove wijze inbreuk had gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, die aan zijn zorg was toevertrouwd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling.

De rechtbank hield rekening met de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de omstandigheden waaronder het misbruik had plaatsgevonden. De verdachte had misbruik gemaakt van zijn rol als stiefvader en de vertrouwensband die hij met het slachtoffer had opgebouwd. De uitspraak benadrukt de ernst van seksueel misbruik binnen een gezinssituatie en de verantwoordelijkheid van volwassenen om kinderen te beschermen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/012726-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 11 februari 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] aan de [straatnaam] ,
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 januari 2021. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.J. Buitenhuis, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M.G.H. Scharenborg.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks periode van 1 april 2018 tot en met 11 juli 2018 te Leens, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] -2006 te Leeuwarden, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, en welke [slachtoffer]
- een kind was dat hij verzorgde en/of opvoedde als behorend tot zijn gezin en/of
- een aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige was,
(telkens) een of meer handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte (telkens)
- aan de vagina van die [slachtoffer] gelikt en/of
- zijn tong in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- de vagina van die [slachtoffer] met een of meer van zijn vingers betast/gestreeld en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- klaargekomen in de mond van die [slachtoffer] en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd, althans geprobeerd te duwen/brengen en/of
- zijn penis tegen de anus van die [slachtoffer] gehouden en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- de borsten van die [slachtoffer] vastgepakt/betast/gelikt;
subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks periode van 1 april 2018 tot en met 11 juli 2018 te Leens, althans in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] -2006 te Leeuwarden, door (telkens)
- aan de vagina van die [slachtoffer] te likken en/of
- de vagina van die [slachtoffer] met een of meer van zijn vingers te betasten en/of
- zich te laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- de borsten van die [slachtoffer] vast te pakken/betasten/likken.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het primair en subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van het slachtoffer niet wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. De getuigenverklaring die de moeder van [slachtoffer] heeft afgelegd is niet betrouwbaar en kan om die reden niet als steunbewijs te dienen. De officier van justitie sluit niet uit dat de moeder haar verklaring aan [slachtoffer] heeft opgedrongen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat onvoldoende (steun-)bewijs voor handen is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Verdachte is consistent in zijn ontkenning. De verklaring van [slachtoffer] is niet op alle punten gedetailleerd en [slachtoffer] kan zijn aangemoedigd door haar moeder om te verklaren tegen verdachte.
Oordeel van de rechtbank
Anders dan de officier van justitie en de raadsvrouw hebben aangevoerd, acht de rechtbank het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 28 januari 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
In de tijd dat [slachtoffer] en haar moeder bij mij woonden, kreeg ik € 50 weekgeld, en daarvan gaf ik
€ 5,00 per week aan zakgeld aan [slachtoffer] . Ik kocht dingen voor haar, haar moeder had nooit geld. Het klopt dat ik, zoals ik ook in een briefje aan [slachtoffer] heb geschreven, haar bonuspapa wilde zijn.
De slaapkamer was beneden, daar stond een tweepersoonsbed. Ik sliep niet samen met de moeder van [slachtoffer] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 5 februari 2019, opgenomen op pagina 9 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018259348 van 12 december 2019, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Ik ben nu teamleider van het [instelling] in [plaats] . Moeder en dochter kwamen begin juli bij ons wonen.
Van het verhaal wat me ter ore is gekomen van [getuige 2] en [slachtoffer] . De man heeft getracht [slachtoffer] te penetreren. Ook heeft hij, volgens moeder, met zijn vingers in de vagina van [slachtoffer] gezeten en haar borsten betast.
De aangifte is gericht tegen [verdachte] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 26 november 2019, opgenomen op pagina 58 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Het studioverhoor van getuige [slachtoffer] heeft op 28-02-2019 plaatsgevonden en is op een later moment uitgewerkt en door mij verbalisant [verbalisant] in dit proces-verbaal is geplaatst.
(
over het seksueel misbruik)
(p.60)
A: Uh, en ik mocht ook niet zeg maar aan mam, het aan mamma vertellen en hij deed het ook wanneer
mamma om boodschappen was of met ons hondje aan het wandelen was. Dus hij deed het ook
stiekem.
V: En heeft hij één keer of vaker aan je borsten gezeten?
A: Vaker.
V: Vaker oké. En waar uh uh, en toen hij aan je borsten zat, waar was dat?
A: Nou gewoon, zeg maar, overal.
(…)
V: En je zegt: hij heeft ook aan mijn vagina gezeten.
A: Ja.
V: En is dat één keer of vaker gebeurd?
A: Dat is ook vaker gebeurd.
V: En toen hij aan je vagina zat, waar was dat?
A: Ja dat was gewoon overal ook, ik weet niet hoe ik dat allemaal noem, maar dat was ook overal.
V: Dat was overal. En wat bedoel je met overal?
A: Uhm?. Ja? Ja kan niet zo, ja ik weet wel de, volgens mij clitoris, en ja uh, gewoon.. Bovenkant, en
onderkant.
V: Bovenkant en onderkant. Maar net zoals net, bedoel ik meer van, als hij aan je vagina zat, waar
waren jullie dan?
A: Ook in de slaapkamer, het was vaak in de slaapkamer met alles.
(…)
V: En die seksuele handelingen hè, wat je net benoemt.
A: Ja dat is, dat noem je aftrekken en pijpen, dat moest ik allemaal doen en dat was echt vies eng. En
raar! En elelleh! En toen kreeg ik dat wat uit de piemel komt ook in mijn mond. En toen rende ik
gelijk naar de wc en hij zei ook elke keer tegen mij: goed je tanden poetsen, want het was zelfs op
een normale schoolweek.
(…)
V: En je zegt van uh, aan de bips/kont hè.
A: Hmmm.
V: En je zegt het is wel vaker gebeurd, maar minder vaak dan aan de vagina. Welke van de keren dat
hij aan je bips/kont zat, kun je je nog het beste herinneren?
A: Uhm? Ik moest toen ook huilen, want dan doet het echt heel veel pijn. En toen zei hij: gewoon
doorzetten, niet gaan huilen, want dan hoort mamma het, dan hoort je moeder het. En dat deed echt
mega-veel pijn en ik moest toch huilen en toen haalde die hem eruit en toen ja voor de rest weet ik
niet echt meer, wat er toen is gebeurd.
V: Uh uh, als je dat stukje pakt, dat het heel veel pijn deed, kun je die situatie helemaal vertellen hoe
het ging? Vertel daar eens alles over, over die keer.
A: Ja hij ging, hij zat er nog niet eens heel erg ver in. Want dat wou, dat wou, ieuw, ik vond het
sowieso al een raar idee.
V: Hmmm.
A: Maar hij ging zeg maar soort van heen en weer, en het was gewoon vreselijk, ik wou het wel
gewoon echt uitschreeuwen, maar ja, dat kon natuurlijk niet.
(…)
V: Oké. Uhm?. Maar goed, hij zegt dan bukken. En wat gebeurt er dan?
A: Dan uh.. Doet die zijn penisgevalachtig ding, gewoon bij mij naar binnen.
V: Dan doet die zijn penisachtig geval..
A: Ja.
V: Bij jou naar binnen, zeg je.
A: Ja.
V: En waar doet die zijn..
A: Ja in mijn kont zeg maar, niet in mijn vagina.
V: In jouw kont.
A: Hmmm.
V: Oké, en waar in je kont [slachtoffer] ?
A: In het gaatje.
V: In het gaatje?
A: Ja.
V: Kun je aan mij uitleggen hoe dat precies gaat? Wat die dan precies doet?
A: Nou hij kwam gewoon langzaam naar mij toe en ja, dat heet dan stijf, hij was stijf. Daarvoor moet
ik ook die handeling doen, anders wordt dat niet stijf. En ja toen deed die gewoon eerst rustig mijn
billen wijd en hij kwam maar tot, ja dit is dat ding zeg maar. ( [slachtoffer] tekent) en hij komt maar tot
zo'n stukje naar binnen. Dit. Meer kon die niet naar binnen, dus. En dat deed al mega-veel pijn.
(...)
V: En hoe gaat dat?
A: Disguisting, echt heel vies. Aftrekken is zeg maar met de hand.
V: Ja.
A: En pijpen is zeg maar met de mond, dat is echt heel vies.
(...)
V: En uh.. Met welke hand of met welke handen? Hoe moet ik dat noemen? Hoe zou je hem aftrekken
of heb je hem afgetrokken?
A: Uh rechts.
V: Rechts. Oké.
A: (Niet verstaanbaar) kan niet eens links schrijven.
V: Ja dat is heel goed.
A: Zeg maar zo, heen en weer.
V: Ja, oké. En hoe stopte dat?
A: Dat hij zeg maar dat witte spul eruit ging en dat hij heel stijf was.
V: Oké, je zegt van, hoe stopt het? Dat dat witte spul eruit kwam.
A: Ja.
V: En weet je ook hoe ze dat noemen?
A: Sperma.
(...)
V: Ja, en je zit dan op je knieën. En je zegt je handen.
A: Ja.
V: Oké.. En ik hoorde je ook zeggen: ik deed het eerst niet goed en hoe moest ik dan weten dat ik het
niet goed deed.
A: Ja, trouwens dat was een andere keer, sorry, mijn fout.
V: Dat was een andere keer. Oké. Uhm? En deze keer zeg je van, dan zit je op je knieën en je hebt je
handen gesteund op de grond.
A: Nee op het bed, het was allemaal nog steeds op het bed.
V: Op het bed, dat is heel goed dat je mij verbetert. Want ik zie hier de grond, en ik noem de grond
omdat je op de grond zit, maar heel goed dat je zegt: we zijn nog steeds op het bed.
A: Ja.
V: Uhm.. Dus je zit op het bed. En dan uh uh zeg je, je je knieën en je zit gehurkt en eigenlijk een
beetje als een soort bok, zeg ik dat goed?
A: Ja.
V: Vroeger met de gymnastiek moesten wij zo als een bok zitten. Dus met je knieën op de grond,
handen omhoog, ja?
A: Ja.
V: Oké, uhm? En op moment dat jij zo zit, waar is [verdachte] dan?
A: Achter mij.
V: Achter mij. En waar precies achter jou?
A: Gewoon recht achter mij in principe.
V: Recht achter jou.
A: Ja.
V: Oké, en op het moment dat hij achter jou zit, wat doet [verdachte] dan?
A: Hij steekt zijn piemel in mijn. Kontgat. Om het heel plat te zeggen.
V: Uh en hoe weet jij dat dat jouw kontgat is?
A: Nou hij zei: hij mag niet in je vagina, want als ik klaarkom in je vagina, word je zwanger.
V: En als die zijn piemel bij jouw kontgat naar binnen doet, wat doet die dan?
A: Gewoon recht vooruit en een beetje heen en weer, dat is wat ik mij herinneren.
(...)
V: Nee, en is het een éénpersoonsbed of een tweepersoonsbed?
A: Een tweepersoonsbed.
(…)
V: Heel goed. En dan zeg je, dan moest ik heen en weer bewegen. En af en toe met mijn tong. En dan
zeg je af en toe een soort vacuum zuigen.
A: Ja.
V: En hoe wist je dat je dat moest doen?
A: Nou door die porno die ik ging, moest kijken.
V: Door die porno die je moest kijken.
A: Ja en hij gaf ook af en toe aanwijzingen, maar dat was niet zo heel veel volgens mij, maar dat weet
ik ook niet zeker, maar dat waren ook aanwijzingen zeg maar.
V: Ja. Want zei [verdachte] ook nog wat? Toen je hem aan het pijpen was?
A: Volgens mij, dat wat ik zei dat die zei, dat ik het dieper moest doen, dat zei die sowieso.
V: Dat je het dieper moest doen, dat zei die sowieso.
A: Ja.
V: Hé en dan zeg je tegen mij van, dan gaat die heen en weer.
A: Hmmm.
V: En af en toe vacuum, en hoe stopt het dan die keer?
A: Als ie is klaargekomen in mijn mond, heel erg vies. En dan ren ik naar de wc en dan spuug ik het
uit, blablabla. En dan uh, poets ik mijn tanden en ja, ga ik slapen.
V: Ga je slapen, hé en op het moment dat [verdachte] klaarkomt in je mond, wat voel je dan?
A: Iets heel vies, echt het smaakt beh! Ik weet niet waar het naar smaakt, maar het smaakt heel vies.
V: Je weet niet waar het naar smaakt, en het smaakt heel vies zeg je.
A: Ja.
(p.93)
V: Dan is het duidelijk. Hé en dan heb je mij ook verteld dat hij ook aan jouw vagina heeft gezeten.
A: Ja met zijn tong en ook met zijn handen.
V: Met zijn tong?
A: Ja.
V: En met zijn handen.
A: Ja.
V: Oké.
A: Ik denk dat dat ook wel goeie informatie is en dat is ook echt zo want het voelde echt heel vreemd,
en raar.
V: Wat voelde vreemd en wat voelde raar?
A: Nou uh, hij ging met zijn tong over mijn clitoris heen, dat heet zo, dat weet ik toevallig. En dat
voelde echt heel gek.
V: Hmmm.
A: En ook met zijn handen zeg maar over mijn clitoris heen. Dat was ook heel gek en raar. Echt.
V: Je zegt: dat was gek en raar. Met zijn tong en met zijn handen ging hij over jouw clitoris heen.
A: Ja..
(p.96)
V: Maar goed, wat deed hij dan precies met zijn handen?
A: Uh met zijn vinger ging die zeg maar zo en dan heen en weer.
V: Hmmm. En waar ging die heen en weer met zijn vinger?
A: Op het gevoeligste plekje op m'n clitoris.
(...)
V: Maar weet je met welke vinger die dat deed?
A: Volgens mij de wijsvinger. Of de middelvinger.
V: Uhm? En heeft die uh, met zijn vingers jou nog op andere plekken aangeraakt?
A: Ja mijn tepels en mijn borsten.
V: Jouw tepels en je borsten.
A: En dat deed die ook met zijn mond en dat moest ik ook bij hem doen.
V: Wat moest je dan precies bij hem doen?
A: Uh aan zijn tepels trekken of met mijn mond eraan trekken en dat deed echt..
V: Aan zijn tepels trekken of met je mond aan zijn tepels trekken.
A: Ja. Of eraan likken en toen kreeg ik dat elke keer in mijn mond.
V: Oké, en dan zeg je ook nog: hij ging met zijn hand ook nog aan mijn borsten en aan mijn tepels.
A: Ja en dat deed die volgens mij ook met zijn tong en ook met zijn mond en ook met zijn handen.
V: Ja en wat voel je dan precies als die aan je borsten zit?
A: Ooh dat deed echt! Ooh met handen, dan trekt die aan mijn tepels en dat deed echt zoveel pijn.
V: Ja maar wat deed die dan met zijn handen bij jouw tepels?
A: Ja eraan trekken, ook al heb ik nog niet zo heel veel.
(…)
A: Dat gebeurde ook heel vaak dat ik met een, twee keer gebeurde dat ik met hem onder de douche
kon, en dan moest ik onder de douche hem pijpen of aftrekken.
V: Hmmm.
A: En dat was ook wel eens als hij naar de wc was geweest en dat was echt heel vies.
V: Ja.
A: Dat was gewoon allemaal niet fijn.
V: Nee, je zegt: ik moest ook twee keer bij hem onder de douche hem aftrekken en pijpen. En ook een
keer toen die van de wc af kwam. Hmmm.
A: Ja volgens mij..
V: En dat was niet fijn, zeg je.
A: Nee dat smaakte echt naar vies, echt.
(
over de verhoudingen in het huishouden)
(p.62)
A: En uhm.. Ja. Uhm.. Het was gewoon heel stom en hij noemde zichzelf ook de duivel. En dat vond
ik echt heel gek.
V: Hmmm.
A: Want zo'n naam zou je zelfs je ergste vijand nog niet gunnen, dus ik vind het wel heel apart dat die
zichzelf zo noemde. En uhm mamma die mocht ook praktisch niks. Want elke keer als zij
bijvoorbeeld stiekem wat drinken wou pakken, omdat, zij mocht helemaal niks, zag hij dat. Zelfs al
was er zo'n klein drupje op het aanrecht, zag ie dat. Dus we dachten bijna wel dat hij camera's in
het hele huis had verstopt, net zoals hier eigenlijk zouden zitten, alleen dan veel stiekumer. En ja
het was gewoon een hele rare man.
(…)
Uhm.. Hij bracht mij altijd, zeg maar alleen, mijn moeder mocht mij niet brengen. Want uh hij
sloeg mijn moeder in elkaar en ze moest het altijd verbergen met make-up,
(p.64)
En hij zei ook dat mijn moeder maar dingen moest terugbetalen omdat ze zogenaamd iets gesloopt had. Dan moest ze maar bij de wallen gaan werken, bij de hoertjes en dat soort dingen krijg ik ook allemaal te horen. (…)
En ik moest ook naakt bij hem in bed slapen, hij was zelf ook heel vaak naakt. (…)
En ik ging wel met plezier naar school, omdat ik dan bij hem weg was. Maar ik ging niet met plezier naar huis, maar hij kocht wel van alles voor me. Hij deed in principe alles voor me, maar stiekem was het gewoon echt een rare vieze man.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 26 november 2019, opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2]:
Ik heb zelf weinig gezien omdat ik afgesloten werd van mijn dochter. Ik heb het hoofdzakelijk van haar zelf. Ik weet wel dat ze bij [verdachte] in bed heeft moeten slapen. Een aantal keren met hem onder de douche is geweest. (…) Voor zover ik weet heeft ze inderdaad regelmatig bij hem in bed moeten slapen, en dat ik boven moest slapen. Ze heeft aangegeven dat hij op plekken heeft gezeten waar een volwassen man sowieso niet hoort te komen. Ik weet dus ook dat ze met hem onder de douche is geweest. En toen we op de plek zaten waar we nu zitten en zeker wisten dat we hem niet meer zouden tegenkomen heeft ze aangegeven dat dat ook op niet-toelaatbare plekken is gebeurd. Ze heeft aangegeven dat die met zijn lul overal op plekken heeft gezeten waar het niet hoort.
V: He en als [verdachte] en [slachtoffer] in de douche waren, waar was jij?
A: Boven.
(..)
V: Jij sliep boven?
A: Ja, want ik was het niet waard om bij hem te slapen.
(...)
V: Dus toen jij daar kwam wonen, toen sliepen jij en [verdachte] hier en [slachtoffer] sliep eerst in de woonkamer
op een bed?
A: Ja.
V: En toen daar ruimte kwam, ging [slachtoffer] naar boven.
A: Dat was de bedoeling, maar daar is ze nooit geweest. Ik ben erheen getransporteerd. Dat was eind
mei, vrij vlot nadat we in de woning getrokken waren. Ik was het niet waardig om bij hem in de
buurt te zijn. (...)
V: Oké, en dat [slachtoffer] naar die slaapkamer ging, wat vond zij daarvan?
A: Geen idee. Ik heb het haar niet durven vragen, ze wou toch al niets meer met mij te maken hebben
volgens hem, dus waarom zou ik uberhaupt nog dingen gaan vragen? We mochten niet met elkaar
praten, dus.
V: Je mocht niet met elkaar praten, want?
A: Igg ik was ja een waardeloze moeder, dus waar haalde ik het lef vandaan om überhaupt nog iets
tegen haar te zeggen? Ze was mijn kind niet meer, ze was zijn kind.
V: Oké, maar hoe wist jij dan dat [slachtoffer] daar sliep?
A: Omdat ik, als ik toevallig beneden was, dan werd ze wel eens naar bed gestuurd en dan ging ze
daarheen. Een klein kamertje, jast, deur, douche. Tweepersoonsbed, nachtkastje, nachtkastje, tv.
V: Dat bed is naar die kamer gegaan, vertelde je mij. Hoe komt het dat jij dacht dat [slachtoffer] daar lag en
niet gewoon op de bank?
A: Omdat er geen beddengoed meer in de woonkamer lag, wanneer ik beneden kwam om de hond uit
te laten.
V: Want toen [slachtoffer] nog wel op de bank sliep, hoe was het toen?
A: Dan lag er beddengoed 's morgens vroeg. Dat ruimde ik dan op.
(…)
V: En op welk moment 's avonds ging zij dan douchen?
A: Meestal was ik zo moe en probeerde ik me juist af te sluiten voor alles wat ik die dag weer te
verduren had, zorgde ik dat mijn kop onder het kussen lag.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 december 2019, opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
We verzorgden haar samen, totdat ze wilde dat haar moeder haar niet meer naar school zou brengen, maar dat pappa het deed. Ik hielp haar met huiswerk, wat ik soms zelf niet eens snapte. Ik maakte haar brood klaar voor ze naar school ging. [getuige 2] bleef vaak in bed liggen. (…) We hadden een zwembadje gekocht en een trampoline opgehaald, om hun het geluk te gunnen. Ook een fiets had ik geregeld. Ze hadden het beter dan in het krot waar ze eerst woonden. Ook nog een mountainbike gekocht, die zou ik de volgende dag ophalen, want ik had die dag geen geld. Ik heb de volgende dag netjes betaald. Ik kocht ook Lego voor haar, dan kon "de kleine" er mooi mee spelen. Ik bedoel [slachtoffer] met "de kleine". Ze vond de Lego erg leuk.
(…)
Ze begon uit zichzelf mij "pappa" te noemen. Als ik tegen haar zei: "Douchen, tanden poetsen en op bed", dan deed ze dat. Maar als haar moeder het zei, deed ze het niet.
(…)
Als een vader, als er wat was kon ze met mij praten. Ik gaf haar geld van mijn leefgeld, 7 euro geloof ik. [slachtoffer] vroeg waarom ik dat toen al gaf. Ik zei dat ze het nu vast had, dat het anders op zou gaan aan eten. Ik heb ook betaald voor street-dance, wat haar moeder niet betaalde. Haar moeder deed heel weinig met haar.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan het hem ten laste gelegde. De rechtbank ziet zich daardoor voor de vraag gesteld of de verklaring van getuige [getuige 2] voldoende steunbewijs biedt aan de verklaring van [slachtoffer] voor een bewezenverklaring.
Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) – dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan – kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter immers niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
Daarover het volgende.
De verklaring van [slachtoffer] , die nog maar elf jaar was ten tijde van het ten laste gelegde, is waar het gaat om het seksueel misbruik op punten zeer gedetailleerd. Zo verklaart zij over de vieze smaak van verdachtes piemel als hij vóór het pijpen naar de wc was geweest, over de pijn aan haar tepels als verdachte eraan trok, over het ‘wijd’ doen van haar billen voordat verdachte anaal bij haar binnendrong en over de pijn die zij bij dit binnendringen voelde.
De rechtbank kan voor het benoemen van dit soort details door dit jonge meisje geen andere verklaring bedenken dan dat zij hierover uit eigen ervaring spreekt.
[slachtoffer] ’s verklaring wordt ondersteund door de verklaring van haar moeder, getuige [getuige 2]. Moeder en [slachtoffer] verklaren beiden dat moeder in de opvoeding steeds meer op de achtergrond kwam te staan en dat verdachte veel optrok met [slachtoffer] . Verdachte was erg over [slachtoffer] te spreken, hemelde haar op en kocht van alles voor haar. Verdachte heeft dit laatste ter zitting bevestigd. Moeder en dochter verklaren verder dat [slachtoffer] , die eerst in de woonkamer sliep, op enig moment bij verdachte in het tweepersoonsbed beneden is gaan slapen, terwijl haar moeder vervolgens uit die slaapkamer geweerd werd en naar de slaapkamer boven moest. In dat bewuste tweepersoonsbed zou veel van het misbruik volgens [slachtoffer] hebben plaatsgevonden. Verder verklaren zij dat verdachte en [slachtoffer] samen onder de douche gingen. Moeder verklaart dat zij op zo’n moment meestal moe was en zich probeerde af te sluiten voor wat ze overdag weer te verduren had gehad en dat ze daarom zorgde dat haar kop onder het kussen lag.
Moeder verklaart dat zij de hond wel uitliet, en dochter verklaart dat het misbruik onder meer gebeurde als moeder de hond uitliet.
Hoewel [getuige 2] niet veel kan vertellen over het seksueel misbruik zelf, stelt de rechtbank vast dat wat betreft de gang van zaken binnen het gezin de verklaringen van [getuige 2] en haar dochter nauw bij elkaar aansluiten. De rechtbank acht de verklaringen ook in zoverre (het verwennen van [slachtoffer] , het delen van het bed, samen douchen, de gelegenheid die er was voor het plegen van misbruik) relevant, omdat zij naar het oordeel van de rechtbank een raakvlak hebben met het misbruik zelf. Dat [getuige 2] naar haar zeggen niets zou hebben meegekregen van seksuele gedragingen van haar partner met haar dochter doet naar het oordeel van de rechtbank – anders dan de officier van justitie heeft betoogd - aan de betrouwbaarheid van haar verklaring over het voorgaande niet af.
De officier van justitie heeft verder aangevoerd dat hij twijfelt aan de betrouwbaarheid van de verklaring van getuige [getuige 2], omdat het onvoorstelbaar is dat zij als moeder niet heeft ingegrepen, maar ‘het heeft laten gebeuren’. Naar het oordeel van de rechtbank is de kennelijke veronderstelling van de officier van justitie dat ouders hun kind bij een vermoeden van misbruik altijd in bescherming zullen nemen, er helaas één die door de praktijk nogal eens wordt gelogenstraft. De rechtbank volgt de officier van justitie dan ook niet in zijn standpunt dat de verklaring van [getuige 2] hierom onbetrouwbaar moet worden geacht.
Tegenover het verhaal van dochter [slachtoffer] en haar moeder getuige [getuige 2] staat de verklaring van verdachte, die waar het gaat om zijn seksuele potentie wisselend is. Zo heeft verdachte aanvankelijk verklaard dat hij hem ‘niet omhoog’ krijgt. De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat verdachte aldus duidelijk heeft willen maken dat hetgeen hem verweten wordt, niet gebeurd kan zijn. Verdachte verklaart namelijk ook dat hij al blij was als hij een stijve kon krijgen en dat hij als hij kon regelmatig seks had. Wat er ook van zij, de rechtbank ziet hierin geen reden om tot een andere beoordeling te komen.
Verdachte heeft gesuggereerd dat [getuige 2] financieel aan de grond zat en mogelijk uit is op een schadevergoeding. Om die reden zou zij wellicht met haar dochter hebben samengespannen. De rechtbank acht dit onwaarschijnlijk, nu getuige [getuige 2] noch haar dochter [slachtoffer] , hoewel op de hoogte van de zitting, een vordering tegen verdachte heeft ingediend. Ook overigens heeft de rechtbank geen enkel aanknopingspunt voor de veronderstelling dat moeder en dochter gezamenlijk het verhaal over het seksueel misbruik hebben verzonnen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op in de periode van 1 april 2018 tot en met 11 juli 2018 te Leens, telkens met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] -2006 te Leeuwarden, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, en welke [slachtoffer]
- een kind was dat hij verzorgde en opvoedde als behorend tot zijn gezin en
- een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige was,
telkens een of meer handelingen heeft gepleegd, die telkens bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte telkens
- aan de vagina van die [slachtoffer] gelikt en
- zijn tong in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
- de vagina van die [slachtoffer] met een of meer van zijn vingers betast/gestreeld en
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en
- klaargekomen in de mond van die [slachtoffer] en
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd
- zijn penis tegen de anus van die [slachtoffer]
gehouden en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en
- de borsten van die [slachtoffer] vastgepakt/betast/gelikt.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich opgedrongen aan de 11-jarige [slachtoffer] , heeft haar lichaam betast en is haar lichaam seksueel binnengedrongen. Ook is hij klaargekomen in haar mond. Verdachte heeft hiermee op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De omstandigheden waaronder het misbruik heeft plaatsgevonden maken het feit nog kwalijker. Het slachtoffer was immers aan zijn stiefvaderlijke zorg toevertrouwd, te meer omdat haar moeder zich aan de opvoeding van [slachtoffer] onttrok. [slachtoffer] was bovendien kwetsbaar, omdat zij - zoals verdachte wist - al op jonge leeftijd haar vader had verloren en in feite op zoek was naar een vaderfiguur. Verdachte heeft ernstig misbruik van die situatie gemaakt. [slachtoffer] , die geen eigen kamer had in de woning kon geen kant uit. De rechtbank acht het gedrag van verdachte berekenend en verwerpelijk.
Voor het gedrag van verdachte is een gevangenisstraf van substantiële duur de enige passende sanctie.
De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen om te helpen voorkomen dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal begaan. Verdachte heeft ter zitting weliswaar een kwetsbare indruk gemaakt, nu hij kampt met fysieke ongemakken en zich verplaatst in een scootmobiel, maar de rechtbank sluit niet uit - zeker nu verdachte door zijn ontkenning geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor het feit - dat verdachte zich wederom in een positie kan brengen waarin hij kan overgaan tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het voorwaardelijke deel van de straf dient als prikkel om dat gedrag te voorkomen. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk deel van de straf de bijzondere voorwaarden verbinden zoals vermeld in het reclasseringsrapport.
Ten slotte houdt de rechtbank bij het bepalen van de hoogte van de straf in matigende zin rekening met voornoemde beperkingen van verdachte, omdat die het ondergaan van een gevangenisstraf voor hem extra zwaar zullen maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 244 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van dertig (30) maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot tien (10) maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. veroordeelde meldt zich bij Reclassering Nederland regio Midden-Noord op een nog te
bepalen locatie. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak
en zolang de reclassering dat nodig vindt. Hier kunnen ook huisbezoeken bij horen.
Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft en betrekking
hebben op het voorkomen van herhaling.
2. veroordeelde laat zich behandelen door [instelling] of een soortgelijke zorgverlener, te
bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als
de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen
die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen
van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid,
van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij
de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder
begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.V. Nolta, voorzitter, mr. O.J. Bosker en mr. J. Edgar, rechters, bijgestaan door mr. E.W. Jeuring, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 februari 2021.