Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot het onder 9 en 10 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat het bewijs wel erg mager is. Het telefoonnummer dat aan verdachte gekoppeld kan worden, heeft ten tijde van de inbraken een telefoonmast aangestraald in de omgeving van de plaats delict. Verdachte had daar op dat moment niets te zoeken. Met betrekking tot het onder 10 ten laste gelegde heeft getuige Tolhuizen een signalement gegeven van een man die in de ochtend van 25 november 2020 in de richting liep van de [straatnaam] . Dit signalement past bij verdachte. Dat gecombineerd met het feit dat verdachte zich in zo’n korte tijd aan zoveel inbraken, gepleegd in dezelfde regio, heeft schuldig gemaakt, maakt dat beide feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 2, 4, 5, 9 en 10 ten laste gelegde en dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Met betrekking tot het onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat deze feiten door verdachte worden ontkend. Verdachte is ter zitting geconfronteerd met screenshots van Google Maps waarop de huizen te zien zijn, maar hij heeft aangegeven deze huizen niet te herkennen. Met betrekking tot de schoensporen zijn er geen schoenen van verdachte aangeleverd voor vergelijkend onderzoek. Deze schoensporen kunnen om die reden niet aan verdachte gelinkt worden. De gegevens van de telefoonmast zijn tot slot ook niet bruikbaar als bewijs. In het verhoor van 20 april 2021 geeft verdachte aan dat hij wel een mobiele telefoon heeft, maar dat hij deze pas twee maanden in zijn bezit heeft. De feiten dateren echter van oktober en november 2020.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte de inbraak aan de [straatnaam] heeft bekend. De inbraak aan de [straatnaam] wordt door verdachte echter ontkend. Verdachte dient wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor dit deel van de tenlastelegging vrijgesproken te worden.
De raadsvrouw heeft aangegeven dat het onder 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht het onder 9 en 10 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] , welk nummer aan verdachte kan worden gekoppeld, blijkt dat dit telefoonnummer bij beide inbraken zich op het moment van de inbraak in de onmiddellijke omgeving van de plaats delict bevond. Hoewel dit de nodige vragen oproept, is dit op zichzelf niet voldoende om te komen tot het wettig en overtuigend bewijs dat verdachte degene is die bij beide adressen heeft ingebroken. Dat verdachte zich in een korte periode schuldig heeft gemaakt aan meerdere inbraken, gepleegd in dezelfde omgeving, en dat er met betrekking tot de inbraak in Loppersum een signalement wordt gegeven dat eventueel zou kunnen passen bij verdachte, maakt dit niet anders.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 september 2021;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2020, opgenomen op pagina 147 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020304010 d.d. 27 juli 2021, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 7] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 232A van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2021, opgenomen op pagina 261 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2021, opgenomen op pagina 270 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant.
Ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 september 2021;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 november 2020, opgenomen op pagina 151 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 8] ;
3. een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2020.12.04.143, d.d. 5 februari 2021, opgenomen op pagina 157 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door dr. S. van Soest, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, inhoudend zijn/haar verklaring;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 232A van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2021, opgenomen op pagina 261 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2021, opgenomen op pagina 270 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 8 ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 23 september 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb een aantal inbraken gepleegd. De heer [naam 1] bracht me in zijn taxi naar een woning. Ik belde aan om te kijken of er iemand thuis was. Als er niemand thuis was, ging ik de woning in. De heer [naam 1] bleef buiten. Ik nam altijd één of twee schroevendraaiers mee als we op pad gingen. Ik heb ingebroken bij de [straatnaam] te Groningen. Ik ben via de achterdeur naar binnen gegaan. Ik heb daarbij een schroevendraaier gebruikt. Ik heb daar geld uit een lade gepakt. Ik heb ingebroken bij de [straatnaam] te Haren. Ik heb een houten paneel van de achterdeur opengebroken. Toen de bewoner binnenkwam, heb ik hem omvergeduwd zodat ik kon vluchten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2020, opgenomen op pagina 97 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Noot griffier: Betreft een aanpassing van de tekst van de aangifte van [benadeelde partij 1] .
Op 29 oktober 2020 te 13:00 uur heb ik mijn woning aan de [straatnaam] te Groningen verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op 29 oktober 2020 te 15:30 uur kwam ik bij de woning. De hele woning is overhoop gehaald. De inbrekers hebben een horloge van het merk Seiko weggenomen. Via het uitzetraam aan de achterzijde van de woning hebben ze toegang verschaft in de woning. Dit hebben ze gedaan door met een scherp voorwerp het kozijn van het raam te verbreken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 november 2020, opgenomen op pagina 98 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 2] :
Op 2 november 2020 te 07:40 uur heb ik mijn woning aan de [straatnaam] te Groningen verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op 2 november 2020 te 16:15 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat er braakschade zat aan de voordeur. Het kozijn van de voordeur is beschadigd. Het is ze niet gelukt om de deur open te breken. Ik ben via de garage mijn woning binnengegaan. Ik zag dat er een groot gat zat in het raam van de schuifdeuren naar de tuin toe. Ik zag dat er een baksteen in de woonkamer lag. De schuifpui stond open. Ik zag dat zowel op de beneden verdieping als boven meerdere kasten opengetrokken zijn. Voor zover ik weet, zijn er geen goederen weggenomen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 november 2020, opgenomen op pagina 101 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 3] :
Op 3 november 2020 ben ik om 07.15 uur weggegaan bij mijn woning aan de [straatnaam] te Groningen. Mijn man is om 07.45 uur weggegaan. Wij hebben alle deuren afgesloten middels het nachtslot. Op 3 november 2020 om ongeveer 18.00 uur kwamen mijn man en ik op hetzelfde tijdstip thuis. Ik zag dat er geprobeerd was om de achterdeur open te breken. Ik zag dat er onder het raam van de wc een tuinstoel stond. Ik zag dat de deur van de wc openstond. Toen ik in de wc keek, zag ik dat het hele raampje eruit was gehaald. Er zijn drie zilveren kettinkjes en twee trouwringen weggenomen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 november 2020, opgenomen op pagina 104 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 12] :
Ik woon aan de [straatnaam] te Groningen. Vanochtend, 3 november 2020, ging ik rond 10.26 uur de deur uit. Rond 12.00 uur kwam ik weer thuis en zag ik dat de achterdeur openstond. Ook viel het mij op dat er barsten in het raam van de deur zaten. Al snel ontdekte ik dat de deur geforceerd was en opengebroken. In de woonkamer lag in het bovenste laadje van een kast een bedrag van 2000,- euro. Dit geld is weggenomen.
Als bijlage is bij dit proces-verbaal gevoegd:
- Fotoblad met foto’s van de schade, van schoensporen en beelden van de beveiligingscamera aan de voorzijde van de woning van aangever (p. 107A e.v.).
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 20 april 2021, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: We laten je ook een filmopname van een beveiligingscamera zien. Deze is gemaakt door de camera die hoort bij deze woning op 3 november 2020 omstreeks 10:59 uur. Ben jij dit op dit filmpje?
A: Ja, dat ben ik.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 november 2020, opgenomen op pagina 113 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 4] :
Ik woon aan de [straatnaam] te Haren. Op 10 november 2020 heb ik omstreeks 08.30 uur de kinderen naar school gebracht. Ik heb geen bijzonderheden gezien in of aan de woning. Toen ik omstreeks 12.00 uur terugkwam, zag ik dat de deur van de berging van de [straatnaam] openstond. Ik zag een groot gat in het glas van de achterdeur en ik zag een raam openstaan aan de zijde van de woonkamer. Toen ik naar buiten liep om beter te kijken, zag ik dat er een tuinstoelkussen voor de achterdeur op de grond lag, welke onder het glas zat. Bij mijn eigen woning zag ik diverse braaksporen aan het raam welke naast de achterdeur zit. Voor zover ik kan zien, zijn ze niet in mijn woning geweest.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 november 2020, opgenomen op pagina 115 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 13] :
Ik doe aangifte van poging tot diefstal door middel van braak uit een woning. De woning betreft perceel [straatnaam] te Haren. Van de schuurdeur zag ik dat de deurklink was afgebroken. Deze lag nog op de grond en de deur stond open. De kunststof achterdeur van de woning was vernield. In het glas van deze deur zit een gat zo groot dat er iemand doorheen past. Daar tegenaan ligt een stoelkussen afkomstig uit de schuur.
Als bijlage is bij dit proces-verbaal gevoegd:
- Fotoblad met onder andere foto’s van de schade (p. 116A e.v.).
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [straatnaam] Haren Gn) d.d. 11 november 2020, opgenomen op pagina 116K e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Aan de achterzijde van de woning zag ik dat de deur van de berging was geforceerd, dat wil zeggen, de klink lag op de grond voor de deur en de deur stond open. Ik zag dat de keukendeur was geforceerd middels het inslaan van een ruit. Ik zag dat de ruit vernield was en er glas binnen en buiten voor de deur lag. Ik zag dat er ook braaksporen zichtbaar waren aan de deur, echter de deur was nog afgesloten. Ik zag dat voor de ingeslagen deur een groot tuinmatraskussen op de grond lag met grote stukken glas hierop. Toen ik het matraskussen openvouwde, zag ik dat er twee grote tegels in lagen. De dader zal vermoedelijk met deze twee tegels ingepakt in het matraskussen het glas van de deur hebben ingeslagen om het geluid te dempen. Het gat was zo groot dat een persoon hierdoor naar binnen kon klimmen. De dader zal vermoedelijk via deze opening de woning hebben betreden. Op de vensterbank aan de binnenzijde van dit raam zag ik een schoenspoor. Ik zag dat het een profiel van cirkels betrof. Op het gezamenlijke achtererf zag ik dat ook een draairaam van [straatnaam] was gepoogd te forceren. Voor dit raam stond een tuinkrukje. Hierop zag ik een nat en modderig schoenspoor met een profiel van cirkels. Ik zag 1 grotere cirkel dan de rest (tenminste 3 cm met daarin een kleinere) mogelijk onder de bal van voet. Binnen in de woning aan [straatnaam] zag ik dat de gehele woning op grove wijze was doorzocht. Ik heb links en rechts van het bed een schoenspoor aangetroffen. Het betrof wederom een profiel met cirkels zoals ik die ook gezien had op de vensterbank in de woonkamer en op het tuinkrukje buiten voor het raam van [straatnaam] .
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 november 2020, opgenomen op pagina 117 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 14] :
Op 11 november 2020 te 10:00 uur heb ik mijn woning aan de [straatnaam] te Zuidhorn verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op 11 november 2020 te 13:00 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat er in de woning was ingebroken en dat er enig goed was weggenomen. Ik zag dat de sieradendoosjes die ik in de kledingkast bewaarde leeg op het bed lagen. Onbekenden hebben zich de toegang tot de woning verschaft waardoor er schade is ontstaan aan mijn achterdeur. Er zit een moetafdruk aan de linker bovenkant van de achterdeur van mijn woning.
Als bijlagen zijn bij dit proces-verbaal gevoegd:
- Fotoblad met onder andere foto’s van de schade en van schoensporen binnen en buiten het huis (p. 121 e.v.);
- Bijlage gestolen goederen (p. 134 e.v.) met daarop horloges en sieraden (kettingen, armbanden, oorbellen, broches).
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 april 2021, opgenomen op pagina 251 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 1] :
V: 11 november 2020 in Zuidhorn, [straatnaam] . We zien dat de telefoon met het nummer [telefoonnummer] rond 12:30 uur belt naar jouw taxitelefoon vanuit Zuidhorn. Er is in die woning ingebroken tussen 10:00 en 13:00 uur. We zien ook dat die telefoon vanaf 12:52 uur weer een zendmast in Groningen aan de [straatnaam] aanstraalt en belt naar jouw taxitelefoon. Wat is je reactie?
A: Dat kan kloppen. Ik heb [verdachte] een keer opgehaald uit Zuidhorn.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 december 2020, opgenomen op pagina 175 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 9] :
Ik denk dat ik omstreeks 11:10 uur op 7 december 2020 bij mijn woning aan de [straatnaam] te Haren aankwam. Ik zag dat het onderste paneel uit de achterdeur was. Het lukte me niet om de achterdeur te openen met de sleutel. Ik ben door het gat in de deur gekropen. Ik zag het verwijderde deurpaneel op de grond liggen in de schuur. In de hal van de woning werd ik geconfronteerd met een man. De man kwam op mij af en pakte mij direct vast bij mijn keel. Er is toen kennelijk een korte worsteling geweest waarna ik tegen de grond werd gewerkt door de man. Ik voelde dat hij greep naar mijn kontzak waar mijn portemonnee in zat. Ik voelde dat de man de kontzak, welke middels een knoop was afgesloten, opende en mijn portemonnee pakte. Hij hield mij op dat moment met één hand vast bij de keel en zijn andere hand pakte de portemonnee. De man had mij inmiddels losgelaten en probeerde vervolgens via de voordeur de woning te verlaten. Uiteindelijk is er 20 euro weggenomen. Er zat namelijk een bankbiljet van 20 euro in mijn portemonnee alsmede wat kleingeld.
Als bijlage is bij dit proces-verbaal gevoegd:
- Fotoblad met onder andere foto’s van de hals van aangever en foto’s van de schade (p. 180 e.v.).
13. Een geneeskundige verklaring, op 28 januari 2021 opgemaakt en ondertekend door mw. drs. T. Naujocks, forensisch arts GGD Groningen voor zover inhoudend, als haar verklaring:
Betreft: [benadeelde partij 9] , geboren [geboortedatum] 1932 te [geboorteplaats]
Bij onderzoek bleek sprake van tweetal bloeduitstortingen: één rond het linkeroog en één aan de rechter kuit. Wel vermeldt de behandelend arts dat betrokkene pijn op de borst als teken van een acute verergering van zijn, waarschijnlijk reeds langer bestaande, hartfalen ontwikkelde. Hiervoor werd betrokkene opgenomen, eerst op de afdeling Hartbewaking, later op de verpleegafdeling. Tijdens deze opname, die 8 dagen duurde, onderging betrokkene een hartcatheterisatie en werd hij ingesteld op medicatie. Het onderliggende, chronische hartfalen zal blijven bestaan.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 december 2020, opgenomen op pagina 227 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Aangever [benadeelde partij 9] kon mij vertellen dat er uit de kast in de woonkamer 5 euro was weggenomen. De portemonnee van aangever [benadeelde partij 9] bleek niet weggenomen te zijn, maar wel leeggehaald. Er zat een bedrag van ongeveer 20 euro in.
Als bijlage is bij dit proces-verbaal gevoegd:
- Fotoblad met camerabeelden van de beveiligingscamera van een woning in de buurt van de plaats delict (p. 229 e.v.).
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 232A van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit de sporenanalyse in IRIS bleek dat er sprake was van seriematige woninginbraken. De serie bestond uit gekoppelde schoensporen en fragmenten van schoensporen waarschijnlijk veroorzaakt door hetzelfde paar schoenen. Naast dit schoenspoor werden bij de woninginbraken geen sporen met andere schoenprofielen aangetroffen en veiliggesteld. Waarschijnlijk heeft één dader schoensporen in deze woningen achtergelaten. Het betreffende schoenspoor werd veiliggesteld bij woninginbraken in de provincie Groningen in oktober, november en december 2020. Na onderzoek bleek dat de schoen van het merk Adidas, type Honey, een vergelijkbaar profiel heeft en dat dit type schoen mogelijk de sporen veroorzaakt had. Schoensporen en fragmenten van schoensporen met het profiel van mogelijk de Adidas, Honey, werden aangetroffen en veiliggesteld bij de volgende inbraken:
Groningen, [straatnaam] , 29.10.20
Groningen, [straatnaam] , 02.11.20
Groningen, [straatnaam] , 03.11.20
Groningen, [straatnaam] , 03.11.20
Haren, [straatnaam] , 10.11.20
Zuidhorn, [straatnaam] , 11.11.20
Groningen, [straatnaam] , 16.11.20
Groningen, [straatnaam] , 17.11.20
Haren, [straatnaam] , 07.12.20
16. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2021, opgenomen op pagina 270 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Verdachte [verdachte] is aangehouden in de slaapkamer van perceel [straatnaam] in Groningen. Hij lag op dat moment in bed met zijn vriendin [naam 2] . Naast dit bed stond een nachtkastje waarop twee telefoons lagen. Dit betroffen een paars toestel merk Huawei en een zwart toestel merk Redmi. In de paarse Huawei is de naam “ [verdachte] ” in de lijst Telefooncontacten drie keer ingevoerd onder verschillende telefoonnummers waaronder het nummer [telefoonnummer] . Het zwarte Redmi toestel was voorzien van een Simkaart merk Lycamobile met Imsinummer [straatnaam] . In het onderzoek BULTACO, contra verdachte [verdachte] , is een tap aangesloten geweest op het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de tapgegevens blijkt dat het Imsinummer wat gekoppeld is aan dit telefoonnummer identiek is aan Imsinummer van genoemde Lycamobile Simkaart. In het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door collega Boer staat beschreven dat [verdachte] is aangehouden ter zake zwartrijden op in Loppersum. Uit printlijsten is te zien dat het nummer [telefoonnummer] op dat moment inderdaad een mast aanstraalde in Loppersum. Na aanhouding destijds werd [verdachte] overgebracht naar het Hooghoudt cellencompex in Groningen. Op de printlijsten is te zien dat het toestel met nummer [telefoonnummer] na aanhouding, zich verplaatste naar masten in de omgeving van de Hooghoudtstraat te Groningen te weten mast Emdenweg.
Uit bovenstaande kan de conclusie getrokken worden dat het nummer [telefoonnummer] het nummer is dat Florian [verdachte] kennelijk in gebruik heeft.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2021, opgenomen op pagina 261 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 23 februari 2021 vorderde de officier van justitie de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer +31 687166343. Deze historische verkeersgegevens werden vervolgens door mij geanalyseerd. Ik heb deze historische verkeersgegevens naast de inbraken, waarvan de verdachte wordt verdacht, gelegd. Ik zat vervolgens dat: