ECLI:NL:RBNNE:2021:464
Rechtbank Noord-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanslag reclamebelasting
Op 25 januari 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een verzetzaak van opposante, de heffingsambtenaar van de gemeente Harlingen, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van 7 oktober 2020. In die eerdere uitspraak werd het beroep van opposante tegen de uitspraak op bezwaar van 21 april 2020 inzake de aanslag reclamebelasting voor het jaar 2019 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat het verschuldigde griffierecht niet op tijd was betaald. Opposante heeft verzet ingesteld tegen deze uitspraak, maar is niet verschenen tijdens de zitting op 11 januari 2021, net als de geopposeerde.
De rechtbank heeft in deze verzetzaak uitsluitend beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was gedaan. Opposante voerde aan dat de gemachtigde in het beroepschrift namens vijf belanghebbenden beroep had ingesteld en dat er daarom slechts eenmaal griffierecht verschuldigd zou moeten zijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen sprake was van samenhangende besluiten, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat voor elk van de vijf afzonderlijke beroepen griffierecht verschuldigd was.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak van 7 oktober 2020. Het verzet is ongegrond verklaard, en de buiten-zittinguitspraak blijft in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van A.J. Kinds, griffier, en wordt openbaar uitgesproken op de eerstvolgende maandag na deze datum. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.