Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Bestuurscommissiein de Gebiedsinrichting
"Franekeradeel-Harlingen"en dat is vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 19 januari 2021.
1.Procesverloop
- het ontwerp-ruilplan van de Gebiedsinrichting 'Franekeradeel-Harlingen',
- de hiertegen ingediende zienswijze, geregistreerd onder nummer 94,
- het verweerschrift van Gedeputeerde Staten met de stukken als bedoeld in artikel 69 derde lid van de Wet inrichting Landelijk Gebied (hierna: Wilg),
- de aanvullende opmerkingen naar aan leiding van het verzoekschrift van [A] van
- de pleitaantekeningen van mr. Van Mierlo,
- de pleitaantekeningen van mr. Fuller,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2021 ten overstaan van de enkelvoudige landinrichtingskamer van de rechtbank.
2.De feiten
3.Het beroep en het verweer
"Veeteelt/grasland",
"Nee", met daar bij geschreven:
"Nog niet",
"Indien van toepassing: Heeft u belangstelling om een deel van uw gronden in een overloopgebied toegedeeld te krijgen, waarbij u een financiële compensatie ontvangt?". Antwoord:
"in principe wel".- heeft [A] op zijn minst de indruk gewekt dat hij geen bezwaar had tegen toedeling van een overloopperceel. Uit de zich bij de stukken bevindende verslagen van hoorzittingen en de zienswijze van [A] van 18 maart 2019 kan worden afgeleid dat [A] perceel [kadastrale nummering X] niet wenst, maar volledig duidelijk is dit niet steeds. Dat hierover bij alle betrokkenen enige verwarring is ontstaan is niet geheel onbegrijpelijk.