Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
18 september 2020;
21 april 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
4.Motivering
23 januari 2020. [Kind 1] is op [geboortedag] april 2020 meerderjarig geworden. Het verzoek van de man ziet dus voor een deel op de periode voorafgaande aan de 18e verjaardag van [Kind 1] en voor een deel op de periode vanaf het meerderjarig worden van [Kind 1]. Voorafgaande aan de zitting van 23 april 2021 is verzuimd [Kind 1] in de gelegenheid te stellen verweer te voeren tegen het verzoek van de man. Die gelegenheid is [Kind 1] alsnog gegeven. De gegeven verweertermijn is nog niet verstreken. Dit heeft tot gevolg dat de rechtbank de beslissing over de periode vanaf [Kind 1] zijn 18e zal aanhouden. De beslissing in deze beschikking ziet dus op de periode van 23 januari 2020 tot [geboortedag] april 2020, de periode waarin de vrouw in de hoedanigheid van alimentatiegerechtigde als verweerder optreedt.
23 januari 2020 nog zodanige kosten voor de verzorging en opvoeding van [Kind 1] heeft gehad, dat ze daar een bijdrage van de man voor moet ontvangen. Voor de periode van
23 januari 2020 tot [geboortedag] april 2020 wijst de rechtbank het verzoek tot nihilstelling van de bijdrage (het verzoek onder a)) dan ook toe.
€ 2.413,38 dient te voldoen, zijnde reiskosten. De man is van mening dat de omstandigheden in die periode dermate bijzonder waren, dat dit niet binnen de normale behoefte valt. Hij stelt dat deze reiskosten volledig voor rekening van de vrouw moeten komen, omdat [Kind 1], vanwege de omstandigheden binnen haar gezin, daar niet kon meer wonen en de enige mogelijkheid voor [Kind 1] was om bij de man te gaan wonen. De man kon geen overleg met de vrouw hierover voeren, omdat het partijen niet lukt om met elkaar te communiceren. Hij stelt dat het voor [Kind 1] heel belangrijk was om naar zijn eigen school te gaan, omdat daar de noodzakelijke hulpverlening voor [Kind 1] was geregeld. De vrouw ontkent en betwist de vordering van de man. Ze is van mening dat de man er zelf voor heeft gekozen om deze kosten te maken, er is geen enkel overleg tussen partijen geweest over deze kosten. Ze stelt dat het verzoek van de man geen wettelijke grondslag heeft.
5.De beslissing
[geboortedag] april 2020 aan in afwachting van het verweerschrift van [Kind 1];
Arnhem-Leeuwarden.