Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2021 in de zaak tussen
Gedeputeerde Staten van de Provincie Drenthe, verweerder
College van Burgemeester en Wethouders van Assen, te Assen
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Gedeputeerde Staten van de Provincie Drenthe en eisers, die een agrarisch bedrijf voerden. De zaak betreft de wijziging van de tenaamstelling van een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb). Eisers hadden een vergunning verkregen voor hun bedrijfslocatie, maar hun gebruiksrecht eindigde op 1 mei 2020. Derde-partij, de nieuwe eigenaar van het bedrijf, verzocht om de vergunning op zijn naam te zetten, wat door verweerder is goedgekeurd. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat eisers geen actueel procesbelang meer hebben, omdat zij niet langer gebruik kunnen maken van de vergunning. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers niet-ontvankelijk, omdat de wijziging van de tenaamstelling geen gevolgen meer heeft voor hun rechten. De rechtbank concludeert dat er geen grond is voor een proceskostenveroordeling.