Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] uit [woonplaats] , eisers
Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Tegen de vaststelling van de WOZ-waarde staan rechtsmiddelen open. Eisers zijn daarmee bekend, nu zij bezwaar hebben gemaakt tegen de WOZ-waarde per 1 januari 2018. Reden voor het bezwaar was, volgens eisers, de aanwezigheid van asbest in het dak. Niet is gesteld of gebleken dat de woningwaarde is verlaagd als gevolg van de aardbevingsproblematiek. De rechtbank overweegt dat de WOZ-waarde van eisers woning in rechte vaststaat. Eisers hebben tegen de vaststelling van de WOZ-waarde per de waardepeildatum 1 januari 2019 geen rechtsmiddelen aangewend.
Er zijn door eisers bovendien geen bijzondere omstandigheden naar voren gebracht, waaruit blijkt dat het volgen van de beleidsregel in het geval van eisers leidt tot onevenredige gevolgen. Verweerder heeft daarom terecht geen aanleiding gezien om van het beleid af te wijken. De beroepsgrond van eisers slaagt niet.