Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 januari 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder
Procesverloop
€ 3.515,43 inclusief rente toegekend wegens schade aan het pand op het perceel [adres] te [plaats] (de woning).
Overwegingen
€ 950,81 inclusief btw, aldus eiser.
In het licht van bovenstaande conclusies over schades 3 en 8 en de aard van schade 7 acht de rechtbank evenmin evident dat schade 7 een andere uitsluitende oorzaak heeft dan beweging van de bodem als gevolg van mijnbouwactiviteiten. Hoewel voor die schade geen sprake is van een corresponderende schade aan de binnenkant van de woning, is evident dat mijnbouwactiviteiten fysieke schade hebben (kunnen) veroorzaakt aan buitenmuren van de woning. Verweerders standpunt over het ontbreken van een dilatatievoeg in de zuidgevel van de woning leidt niet tot een ander oordeel temeer nu dat standpunt te veel onduidelijkheden bevat. Zo is onvoldoende onderzocht en gemotiveerd welke normen gelden voor het moeten toepassen van een dilatatievoeg in deze gevel. Lania heeft de beweringen van Pierik daarover gemotiveerd bestreden, waarna Handgraaf slechts met een algemene toelichting op die bestrijding heeft gereageerd. Daarmee is niet alsnog sprake van een evident andere oorzaak.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit van 10 mei 2021;
€ 950,81 inclusief btw uit te keren, te vermeerderen met de wettelijke rente;
mr.R.A. Schaapsmeerders, griffier, op 19 januari 2022. De uitspraak is openbaargemaakt op de eerstvolgende maandag na deze datum.